Beijver je om snel naar mij
toe te komen
2 Timotheüs 4:9
Paulus, aan het einde van zijn
aardse bestaan, vraagt aan de
trouwe naaste medewerker
om bij hem te komen. Dat had
vanzelfsprekend zo zijn reden.
Timotheüs zal, na het lezen van
de brief, zich gehaast hebben
om zo snel als kan bij de leraar
van de natiën te zijn.
Elke gelovige die oren krijgt naar
wat Paulus te zeggen heeft, zou
zich beijveren zo veel mogelijk
‘bij Paulus te zijn’. Opdat echte
geestelijke groei kan komen. En
de gelovige, niet langer heen en
weer bewogen, standvastig is
in het woord van de waarheid.
En niet alleen aan mij, maar
maar ook aan allen die Zijn
verschijning liefhebben.
2 Timotheüs 4:8b
Hebt u Zijn verschijning lief?
Als Hij komt, zal Hij komen als
Redder. Hij zal ons vernederd
lichaam veranderen, opdat
het gelijkvormig zal zijn aan
Zijn heerlijkheidslichaam.
Zó lief heeft Hij u, jou en mij.
De verleidingen van deze eon,
ja, ze zijn er. Richt uw hart en
gedachten op uw Redder en
Heer. Dan wordt al wat kan
afleiden onbelangrijk.
Paulus schrijft ons ook, dat
wij onze gedachten en hart
richten op wat boven is, en
daar is Hij, Christus, Die als
Enige het hart van de Vader
laat zien.
Verder is voor mij de krans van
gerechtigheid gereserveerd,
die de Heer, de rechtvaardige
Richter, mij zal teruggeven in
die dag. En niet alleen aan mij,
maar ook aan allen die Zijn
verschijning liefhebben.
2 Timotheüs 4:8
Bij gelovigen merk je soms
weinig van liefhebben van
wat zij geloven van Christus
Jezus’ verschijning.
‘De zorgen, de rijkdom en de
genietingen van het leven’
(Lukas 8:14) leiden te veel af.
In plaats van Zijn verschijning
lief te hebben, hebben zij de
huidige eon (2Tim.4:10) lief.
Gerechtigheid is niet beperkt
tot onze wandel; het gaat ook
om ons geloof en genegenheid
van ons hart. Met vreugde naar
Zijn aanwezigheid uitzien, in je
hart een sprong van blijdschap
ervaren als je daaraan denkt.
Dát is helemaal terecht (anders
gezegd: rechtvaardig) om zo
te leven, oprecht uitzien.
De krans van gerechtigheid zal
de Heer in die dag ‘betalen’ (of
letterlijk: teruggeven) aan hen,
die Zijn verschijning liefhebben!
Verder is voor mij de krans van
gerechtigheid gereserveerd,
die de Heer, de rechtvaardige
Richter, mij zal teruggeven in
die dag. En niet alleen aan mij,
maar ook aan allen die Zijn
verschijning liefhebben.
2 Timotheüs 4:8
Een krans werd in die dagen
aan overwinnaars gegeven.
Ook de keizer in Rome droeg
de verzilverde of gouden
lauwerkrans. De Griekse god
Apollo droeg er een.
Hier, bij Paulus, is het echter
de krans van gerechtigheid.
Die zal de Heer als de Enige
rechtvaardige Richter aan hen
geven, die Zijn verschijning
liefhebben. Abrahams geloof
in de beloften van God was
een rechtvaardige daad.
Het wordt hem (en ook ons)
gerekend tot gerechtigheid.
Analoog daaraan: zij, die Zijn
verschijning liefhebben, ‘doen’
of ‘handelen’ daarmee óók
rechtvaardig. Het is terecht om
Zijn verschijning lief te hebben.
God als Vader mogen kennen,
hoe heerlijk is dat! Wat zegt
de Schrift over Vaderschap
van God?
Naluisteren: deel A en deel B
Copyright © All rights reserved.