Woord vandaag

‘En wat we gisteren zagen over het geloof van en het geloof in
Jezus Christus, geldt natuurlijk ook voor 1 Timotheüs 4:10 he.’

Daarmee heeft men het evangelie weggemoffeld, men zegt dat
daar staat dat God een redder voor alle mensen is, terwijl er in
werkelijkheid staat, dat God de redder van alle mensen is.

‘Maar men zegt daarvan, dat ‘redder’ eigenlijk ‘onderhouder’ is,
is in de zin van dat God in de behoeften van de mens zoals eten en
drinken, voorziet. Zoiets.’

Ook een voorbeeld hoe men de dingen wegmoffelt, en de zaak verlegt.
Er staat ‘redder’ en dat heeft te maken met redden van zonde en
dood. Dat valt niet te ontkennen.

‘Men zegt ook, dat het ‘inzonderheid de gelovigen’ juist betekent, dat
je wel moet geloven, anders hoor je er voor eeuwig niet bij.’

Dat is precies omdraaien wat er bedoeld wordt; Paulus benadrukt juist
dat God ‘inzonderheid’ de gelovigen redt: dat is voor hen zelf duidelijk
genoeg. Het gaat juist om die ene groep gelovigen nu. En dat versterkt
alleen maar Paulus’ uitspraak, dat God sowieso de redder van álle
mensen is!

‘Ja en dat is toch wel geweldig he, die rust, die heerlijke zekerheid, die
genade, dat God de redder van alle mensen is. Allen zijn al gered.
Zo’n grote God!’

Zeker! Het is een van Gods grootste heerlijkheden, dat Hij werkelijk
de redder van alle mensen is! Geen wonder, dat Paulus onvermoeibaar
rondreisde als dé evangelist. Hij had werkelijk goed nieuws te brengen!

‘Christus Jezus kwam in de wereld om zondaren te redden, en Hij doet
dat ook! Zijn bediening van genade was en is een groot succes!’

Geen wonder he, dat misleidende geesten en demonen bijzonder actief
zijn om juist gelovigen van die waarheden af te brengen en te leiden
naar valse uitdrukkingen. Zij stellen belijdenissen in plaats van de Schrift
bijvoorbeeld. En in die belijdenissen probeert men dan de dingen van de
bijbel te verwoorden. Alsof God zelf niet in staat was zich goed uit te drukken
in de taal van de mens. God, die spreekt, want dat is zijn natuur!

‘God is de redder van alle mensen, inzonderheid van de gelovigen!
Dat is toch niet zo’n moeilijke uitspraak? Dat kun je toch gewoon geloven?’

De slang wil God van zijn eer roven, daarom probeert die verwarring te
zaaien en de heerlijkheid van God te verduisteren. Het evangelie naar de
apostel Paulus verdrijft alle duisternis en zet de gelovige in het alles
doordringende licht van Gods liefde en genade, niet voor een kleine
groep, maar allen!

Woord vandaag

‘Weet je wat ik steeds meer ga zien?’

Vertel, je maakt nieuwsgierig.

‘De kracht van het woord van God zelf. Daarmee bedoel ik: de woorden
zelf, wát er staat is zo krachtig.’

Daar kan ik niet anders dan van harte mee instemmen. Je denkt aan de
woorden van de oude profeet van Israël, Jesaja:

Hoort, hemelen, en aarde, neig uw oor, want de HERE spreekt:

waarmee hij als het ware gelijk met de deur in huis valt.
Het betekent eenvoudig genoeg dat als Jahweh spreekt, de hele schep-
ping, mensen en hemelingen, zouden luisteren.

‘Het punt is, dat er vandaag de dag steeds minder belangstelling is
voor het woord van God.’

Iemand heeft weleens opgemerkt, dat de bijbel weliswaar nog steeds het
meest verkochte boek op de wereld is, maar dat hij het minst gelezen,
laat staan bestudeerd wordt. Als men de werkelijke boodschap van de
bijbel zou kennen, dan zou er onmiddellijk geen oorlog meer op aarde zijn.

‘Kennelijk is het niet Gods bedoeling dat men het weet, Paulus schrijft
toch dat in de laatste dagen mensen zullen afvallen van het geloof?’

Helemaal waar, het komt omdat men dwaalgeesten en leringen van
demonen volgt. Het heeft te maken met de hypocrisie van leugenwoor-
den. Die leugenwoorden, dat is in het Grieks pseudo – logia, oftewel
valse uitdrukkingen. Dat ligt erg subtiel hoor.

‘Ik merk dat het nu scherp wordt.’

Het woord van God is een scherp snijdend zwaard, dat zelfs ziel en
geest van elkaar scheidt. Het maakt duidelijk, wat van de geest en wat
van de ziel is. Daarom kunnen we zó dankbaar zijn voor de duidelijke
woorden die God spreekt!

‘Ja, ik weet bijvoorbeeld, dat het geloof van Jezus Christus in Romeinen 3
staat, terwijl men denkt dat het om het geloof in Jezus Christus gaat.’

Fijn voorbeeld. Het is een wereld van verschil. Het heeft altijd te maken
met wat het woord van God zélf zegt, en niet wat mensen denken of zeggen
dat er staat!

Woord vandaag

Gods liefde voor allen: dat gaat er niet als zoete koek
in bij veel theologen, sprekers en bijbelleraren.
Men probeert -soms heel krampachtig- te ontkomen
aan de toch uiterst heldere uitspraken van Paulus.

‘Hoe komt dat toch? Zo moeilijk is het niet. Waarom
kunnen ze dat simpele niet zien: in Adam allen sterven
en in Christus allen levendgemaakt. Een kind kan de was
doen, zou je bijna zeggen.’
 

Het gaat om een geestelijke strijd. De slang wil niet, dat
God alle eer krijgt. daarom verblindt hij de zinnen van
mensen, zodat zij ongelovig worden of blijven.

‘Stel je voor, dat God echt de redder van alle mensen is,
dan kan de kerk alle zendelingen terugroepen en de
zendingsgenootschappen kunnen opgeheven worden.’

Nou nou, dat is wel erg kort door de bocht gezegd hoor.
De blijde boodschap is er een om verkondigd te worden.

Maar, dat ben ik met je eens, er hoeven geen mensen
bekeerd te worden. Of gered. Want ze zijn al gered.
Door verkondiging kunnen mensen zich bewust worden
van hun redding die al een feit is, voor God.

‘He maar hoe zit het dan met de grote opdracht van
Mattheüs 28:18-20?’

Dat is de grote opdracht voor Israël in het komende
koninkrijk van de Messias Jezus. Zij zullen de volken
tot discipelen maken en hen leren onderhouden al wat
de Heer Jezus geboden heeft. Het gaat dus om hele vol-
keren.
Hoe de zending gebeurt kun je in Mattheüs 10 lezen.

‘Paulus had een duidelijk andere boodschap, zeker?’

Paulus kon verder kijken dan de rest. Hij schrijft dat er
een ’tijd’ zal komen, dat God alles in allen zal zijn.

Dat moet zoiets geweldigs zijn! Tot dat moment heeft
God alles in handen, anders zou het uit de hand kunnen
lopen, maar dat doet het niet! Hij brengt allen tot onder-
schikking aan zijn zoon!

‘Eigenlijk een geweldig plan van God, dat Hij het zo doet!’

Het mooie is, dat er bij God niets mis gaat of zal gaan.
Hij brengt alles tot een goed einde. Geen onzekerheid, alles
ligt vast in Zijn hand!
 

Woord vandaag

Bij Adam en Eva kwam al snel naar voren, dat de mens
gevoelig is voor twee dingen: eigen denken (filosofie) en
eigen werken (religie). Uitgebeeld in het eten van de boom
van kennis van goed en kwaad en de vijgenboom.

‘Dus op de eerste bladzijden van de bijbel vinden wij de grote
lessen al terug? Er was toch nog een boom?’

Jawel, de boom van het leven, vanzelfsprekend een type van
Christus, als antwoord op die twee andere bomen!
Paulus wijst daar in Kolossenzen 2 nadrukkelijk op; Christus
als einde van alle filosofie en religie! In Hém zijn wij compleet
gemaakt (vers 10)! Wij hebben niets of niemand anders nodig
dan Hij  alleen!

‘Zodra er iets bij komt, gaat het mis?’

Zo kun je dat gerust wel stellen. Christus + eigen denken; het
gaat niet. Christus + eigen werken; het levert geen gewenst
resultaat op. Daarom staat in het evangelie HIJ alleen centraal!
Hij heeft de hulp van onze handen niet nodig.

‘Wel mooi, je ziet dat in het slachten van dieren om hun huid
aan de mens te geven terug.’

Absoluut! Zo wordt de mens in het type bekleed met Zijn
gerechtigheid, en Adam en Eva ontvingen dat gratis en voor
niets. Genade dus.

‘Daarbij kregen zij ook nog de belofte van het zaad dat de slang
de kop (zodat hij niet meer kan spreken) zou vermorzelen.’

En de slang zou bij het zaad de hiel vermorzelen. Christus zou
lijden en sterven maar door Vader uit de doden opgewekt
worden. Daar had de slang niet op gerekend, anders zou hij er
niet voor hebben gezorgd dat de Heer van de heerlijkheid ge-
kruisigd werd (1 Corinthiërs 2:7-9).

‘Zo blijkt God uiteindelijk alle touwtjes in handen te hebben.
Het is een prachtig plan, waarin Gods liefde aan allen gaat
blijken.’

Woord vandaag

‘Hoe zie jij dan bij Adam en Eva bijzondere dingen als illustratie
van geestelijke waarheden?’

Neem het feit, dat zij zich verborgen voor God. Dat is typerend voor
de mens in het algemeen. Verstopt zich voor God en denkt daarmee
van alles af te zijn. Maar God is liefde en zoekt hen op. Het eerste
mensenpaar is de weg kwijt en zij zoeken God niet. Het is andersom.

‘Maar God had toch kunnen voorkomen dat zij zondigden? Dan was het
toch mooi geweest, en hadden wij al die ellende niet gehad.’

Dat is weer typisch menselijk gedacht. In je denken jezelf centraal stellen.
Was het niet zo gegaan, dan had Gód niet al die ellende in Zijn schepping
gehad! Maar Hij deed dit heel bewust; Hij had de mens zo geschapen, dat
die mens in de verleiding zwak zou zijn door het vlees en zou zwichten
voor de filosofie en de religie van de slang.

‘He wacht even, de filosofie en de religie van de slang…. hoe zit dat?
Want dat kan ik even niet pakken.’


De filosofie die de slang de mens voorhield was: …’je zult als God zijn’….
en dat wil de mens wel! Het spreekt zijn vlees aan en streelt zijn ego.
Dat de slang daarvoor het woord van God verdraait en wegredeneert
heeft de mens niet door, verblind door de mooi lijkende woorden van
de filosofie van de slang. Die staan ineens centraal in het denken van de
mens, betoverd door de sluwe en slimme slang.

‘Oke, als je het zo toelicht wordt het duidelijker. Maar wat is de religieuze
trek in dat hele gebeuren dan?’

Het is een religieuze zaak, dat de mens, nadat zij merkten dat zij naakt waren,
zich schorten van vijgenbladeren maakten en zich daarmee bedekten.
Zij gingen aan de slag met eigen werken! Daar is de vijgenboom een beeld van!
Het waren wel mooie grote bladeren, maar door eigen inspanningen probeer-
den zij hun schande (van de zonde) te bedekken.

‘Daarmee was die boom een type van de eigen werken van de mens?’

Dat blijkt mede uit het feit, dat de Heer zelf later dierenvellen aan de mens
gaf om zich mee te kleden. Daarvoor moest een dier geslacht en gedood
worden om werkelijke goede kleding voort te brengen. Een prachtig beeld
natuurlijk van de Heer Jezus die komen zou, en zichzelf zou overgeven in
de dood om de mensheid te redden van de zonde en de dood.

‘En zo zie je dat het genade is, want de mens hoefde niet zelf die dieren te
vangen en te doden. God deed dat zelf. Heel mooi!’