Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

De geest nu zegt uitdrukkelijk, 
dat in latere era’s sommigen 
afstand zullen nemen van het 
geloof, acht gevend op 
misleidende geesten en 
onderwijzingen van demonen
      1 Timotheüs 4:1

De tegenstander (satan) heeft in
zijn arsenaal een breed scala aan
misleiding tactieken. Vooral waar
het om het woord van God gaat.
Daardoor heeft het geloof van zo
veel (oprechte) christenen in de
tijd schipbreuk geleden. Over 
twee is dat al gezegd, Hymeneüs 
en Alexander (1Tim.1:9,20). 
De latere era’s begonnen in feite 
nadat Paulus dit had geschreven.
Hoe later in de tijd, des te meer
blijkt het. Inmiddels zijn er velen, 
die in naam ‘gelovig’ of ‘christen’
zijn. Maar zodra je de uitspraken 
van God noemt, hoor je twijfel bij
deze mede-gelovigen.
Zo blijkt, dat men er kennelijk van
af is gaan staan. Maar wij houden
vast aan de betrouwbare woorden
van de apostel van de natiën. Die 
spreekt waarheid, en liegt niet!
(1 Timotheüs 2:7). 

En, zoals (we) gelijk zeggen: 
groot is het geheimenis van
de godsvrucht, 
welke geopenbaard gemaakt
wordt in vlees, 
gerechtvaardigd in geest, 
gezien door boodschappers, 
verkondigd onder de natiën, 
geloofd in de wereld, 
opgenomen in heerlijkheid.
          1 Timotheüs 3:16

Dit geheim van de godsvrucht is
te zien in hen, die het daarmee
verkondigen. Het werd door de
apostel en zijn medewerkers,
zoals Timotheüs, verkondigd in
en onder de natiën. De prediking
werd geloofd in de wereld. Israël,
dat eigen gerechtigheid najaagt,
heeft het niet geloofd. Terwijl dat
de enige weg was -en is- om Gods
gerechtigheid te ontvangen. De
apostel constateert dat verdrietig
in Romeinen 9-11.
Hoewel dit vers niet over de Heer
spreekt, kan van de godsvrucht als
te zien in Zijn (opstandings)leven,  
wél gezegd worden dat het weg-
of opgenomen is in heerlijkheid.
Dat laatste zal wat het lichaam van
Christus betreft pas gebeuren als
de Heer op het punt staat met de
gerichten de 3^e eon af te sluiten.

En, zoals (we) gelijk zeggen: 
groot is het geheimenis van 
de godsvrucht, 
welke geopenbaard gemaakt 
wordt in vlees, 
gerechtvaardigd in geest, 
gezien door boodschappers, 
verkondigd onder de natiën, 
geloofd in de wereld, 
opgenomen in heerlijkheid.
          1 Timotheüs 3:16

Het gaat hier om gelovigen van 
nu. Zij zijn het, die godsvrucht 
(kunnen) tonen in het leven tot
eer van God. Gerechtvaardigd 
om niet in Zijn genade door de
vrijkoping in Christus Jezus; zij 
zijn vrij. Dankbaar mogen we
ons gebed spreken tot Vader, in
alles en voor alles. We weten,
dat God niets uit handen loopt 
en dat alles volgens Zijn plan 
verloopt. Wij als gelovigen wor-
den door boodschappers gezien
 (Efe.3:10; 1Kor.4:9b). 
Een schouwspel, waarin te zien 
is hoe gelovigen godvruchtig 
kunnen zijn in verdrukkingen en
lijden. Wij roemen nochtans in
verwachting van de heerlijkheid
van God.

. 

En, zoals (we) gelijk zeggen: 
groot is het geheimenis van 
de godsvrucht, 
welke geopenbaard gemaakt 
wordt in vlees, 
gerechtvaardigd in geest, 
gezien door boodschappers, 
verkondigd onder de natiën, 
geloofd in de wereld, 
opgenomen in heerlijkheid.
          1 Timotheüs 3:16

Het letterlijke gelijk-zeggen is
ook met belijden vertaald. 
Het geheim van de godsvrucht
wordt openbaar gemaakt in en
door de gelovigen. Hun vlees is
zwak, ja, maar daarin werkt de
kracht van Gods geest.
Eerdere era’s waren anders; de
geest van God werkt(e) soms in
mensen als speciale toedeling.
Profeten, priesters, koningen;
zij konden daardoor bijzondere
dingen doen. Maar het geheim
van de godsvrucht zoals hier in
Paulus’ woord genoemd, was
onbekend. Het gaat in wezen 
om iedere gelovige; het is niet
alleen voorbehouden aan de
opzieners en dienaren zoals in 
dit hoofdstuk genoemd. 
Het vereren van God, passend
in deze tijd, is: luisteren naar 
de woorden van God die voor 
deze tijd gelden. 
En: onderschikkend aan God 
leven in Zijn liefde en genade. 

maar ingeval ik vertraagd ben, 
schrijf ik; opdat jij weet hoe 
iemand zich moet gedragen 
in het huis van God, dat is de 
uitgeroepen gemeente van de 
levende God, zuil en grondslag 
van de waarheid
          1 Timotheüs 3:15

In de tekst noemt Paulus de
uitgeroepen gemeente van de
levende God. Een algemene
uitdrukking.
De gemeente van God is: alle
uitgeroepen mensen van alle
tijden. Het Israël, uit Egypte
verlost, was in de wildernis als
uitgeroepen groep (Hand.7:38).
Later riep God mensen van ‘die
weg’. Die ‘koninkrijksgemeente’
werd geleid door de twaalf in
Jeruzalem. Die hoort óók bij de
gemeente van God.
Saulus vervolgde de koninkrijks-
gemeente, niet het lichaam van
Christus.
In de dagen dat Paulus schrijft
aan Timotheüs, is het lichaam
van Christus unieke roeping in,
binnen de grote gemeente van
God. De waarheid voor vandaag
zou in het lichaam van Christus
zijn en bewaard worden.
Wij allen doen daaraan mee en
geven dat goede nieuws van de
apostel door aan anderen en
God roept.