Vaak in reizen, met gevaren
van rivieren, gevaren van
rovers, gevaren uit mijn
geslacht, gevaren uit de natiën,
gevaren in de stad, gevaren in
de wildernis, gevaren op zee,
gevaren onder valse broeders
2 Korinthiërs 11:26
Paulus reisde veel en dat was
destijds niet zo eenvoudig. Nu
hebben wij allerlei wat van a
naar b gaan makkelijk maakt.
Onderweg moesten rivieren
overgegaan worden, dat kon
erg gevaarlijk zijn. Ook lagen
in onbewoonde gebieden
vooral, rovers op de loer.
Ernstiger waren de aanvallen
vanuit zijn geslacht, de Joden,
met name de orthodoxie.
Dit vers laat zien, dat overal
gevaar was. Als hij te midden
van de natiën was, gebeurden
onverwacht akelige dingen.
Natuurlijk was Paulus uiterst
alert op de geestelijke achter-
grond van ‘plotselinge’ rellen
en dergelijke. Wanneer in ons
leven onverwacht tegenstand
optreedt, heeft dat doorgaans
met geestelijke weerstand te
maken. De leden van Christus’
lichaam zijn doelwit. Daarom
is Efeziërs 6:10-20 belangrijk
om in de praktijk toe te passen.