Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

6 september 2018
‘Uitzicht van de Schrift.’

Dat is wat we mogen koesteren. De
vraag van toekomende gebeurtenis-
sen hield ook de discipelen bezig, tot
het laatste moment aan toe. Ook na
Zijn opstanding wilden ze weten of
het koninkrijk voor Israël binnen kor-
te tijd door Hem zou aanbreken. Het
verrassende antwoord was:

het komt jullie niet toe de tijden of
gelegenheden te weten die de Vader
in Zijn eigen macht gesteld heeft
                              Handelingen 1:7

‘Sommige dingen blijven geheim.’

Wat gelovigen vaak heel graag willen
weten, is het tijdstip van Zijn komst.
De dag en het liefst ook het uur. Dan
kunnen we nog van alles doen en re-
gelen (….) voordat we verheerlijkt en
weggehaald worden om bij Hem te
zijn. Natuurlijk wordt in de Schrift ge-
rekend, maar juist dit aspect: exact
de dag en het uur van de bazuin, zo-
als voor de gemeente geldt, blijft nu
voor ons onbekend.

‘Anders word je berekenend.’

We letten op de tekenen en tijden,
en kunnen iets daaruit afleiden. Als
Hij gaat komen, zal dat bij Israël en
de rest van de wereld diep ingrijpen-
de ernstige gebeurtenissen teweeg-
brengen. Let wel: voordat Hij werke-
lijk op aarde komt. Gerichten die zui-
veren met als doel: rechtzetten wat
omgekeerd was. Daarna komt Hij,
als Redder van Zijn volk en de ande-
re volkeren.

5 september 2018
‘Wat is onze verwachting?’

Dat is de verschijning van onze Heer. En
we lezen daarover in wat waarschijnlijk
de laatste brief van Paulus is:

…Christus Jezus, Die op het punt staat
te richten de levenden en de doden in
overeenstemming met Zijn verschij-
ning en Zijn koninkrijk
                                   2 Timotheüs 4:1

…en niet alleen aan mij, maar ook aan
allen, die Zijn verschijning liefhebben
                                  2 Timotheüs 4:8

‘Dat is bij de bazuin.’

Ja zoals we weten uit 1 Thessalonicen-
zen 4:13-18 zal Hij bazuinen en wij zul-
len Hem ontmoeten in de lucht. Dan
komen wij vervolgens niet op aarde
(ook ruim 7 jaar later niet) maar zullen
wij door Hem als voltallig lichaam van
Christus te midden van de hemelsen
ingezet worden. Dit moment van de
bazuin en onze weggrissing van de aar-
de is tevens Zijn verschijning als het om
ons gaat.

‘Later verschijnt Hij op aarde?’

Zeker, en dat is wanneer er een einde
is gekomen aan de grote verdrukking
die over Israël zal komen in de 2^e helft
van de laatste jaarweek van Daniël 9:
24-27. Dan verschijnt Hij aan Zijn volk,
in die tijd zullen Zijn voeten staan op
de Olijfberg. Zij zullen Hem zien Die zij
doorstoken hebben. En later zal heel
de wereld, alle dan nog levende volke-
ren, duidelijk worden; Hij is Koning van
de koningen en Heer van de heren.

4 september 2018
‘In Gods hand veilig en gerust.’

Dat gaat boven alles uit. Niettemin ge-
beurt allerlei onverwachts in ons leven.
Lichamelijk lijden, dat is geen makkelij-
ke weg. We zuchten met de schepping
mee, zoals Romeinen 8 dat zegt. Paulus
was blij, dat uiteindelijk Lukas, de arts,
bij hem was:

Lukas alleen is bij mij.
                                2 Timotheüs 4:11

Zoveel trouwe hulp was niet in zijn om-
geving. De tijd tikte door, Paulus kwam
steeds meer alleen te staan. Omdat Lu-
kas bij hem was, betekende dat wellicht
lichamelijk ongemak voor de apostel.

‘Men werd van hem afgewend.’

Dwaalleraren, die wet in plaats van de
genade predikten, zorgden voor het
ontluisterende afkeren van het paulini-
sche evangelie van genade van zovelen
in de dagen van Paulus latere leven.
Zelfs een Demas ging bij hem weg:

Demas verliet mij, de tegenwoordige
eon liefhebbend, en is naar Thessaloni-
ca gegaan.               2 Timotheüs 4:10

Er wordt niet gezegd, dat hij een lieder-
lijk leven ging leiden, dat wordt vaak en
snel geconcludeerd.

‘Richtte zich op deze eon.’

Kennelijk een aards gezinde houding,
en mogelijk de filosofie, de wijsheid
van deze eon gaan volgen. Ook kan het
zijn, dat hij religieus bezig is gegaan in
plaats van de weg van geloof. We we-
ten niet waarom erbij vermeld wordt,
dat hij naar Thessalonica ging. In ieder
geval staat hij voor die gelovige, die al
wat deze eon te bieden heeft, belangrij-
ker gaat vinden dan het evangelie van
de genade van God.

3 september 2018
‘Op Hem gericht leven.’

God wekt je hart op -door Zijn genade-
dat je wil gaan leven tot Zijn eer. Daar-
bij is geen sprake van een vrije wil. In
Filippenzen 2:12,13 staat het zo duide-
lijk. God is het, Die zowel het willen als
het werken in de gelovige bewerkt.
Dat verlamt niet; integendeel drijft het
tot meer actief bezig zijn met wat Hem
aangaat.

‘God is de Bron.’

Hij is Oorsprong van alles, het al is uit
en door en tot Hem. De Psalmist zei
ook: al mijn oorsprongen zijn in U.
Wist zich dus afhankelijk van die ene 
grote God. Wij zijn dat ook. Vandaag
is een dag die door Hem gemaakt is.
En deze dag draagt Hij ons. Als we dat
beseffen ziet het er anders uit. De be-
richten uit de wereld zijn dan minder
groot en meeslepend voor je.

‘God is het Einddoel.’

Zeker, en daar tussen ligt de weg die
Hij gaat met schepping en mens. Als
belangrijkste: Zijn eigen Zoon. Is won-
derlijk, dat God uit Zichzelf de Zoon
heeft voortgebracht of geschapen. En
in en door en tot Hem het al. Door de
geliefde Zoon brengt Hij dat terug aan
Zijn hart. Want het al is ook door Hem.
Wat in Zijn plan van eonen gebeurt, is
volledig voor Zijn rekening. God is de
Oorzaak en Verantwoordelijke voor
de hele gang van zaken. Hij brengt dat
tot het  wérkelijk best einde.
En in Gods hand: eind goed, al goed!

2 september 2018
‘Evangelie snel voortgaan.’

Paulus bad dat gebed en zei de gelovi-
gen ook zo te bidden:

broeders, bid voor ons dat het woord
van de Heer mag rennen en verheer-
lijkt wordt, zoals het naar jullie toe is
                      2 Thessalonicenzen 3:1

Wat werd bij de Thessalonicenzen ver-
heerlijkt? Het woord van de Heer! Zo
is het vandaag de dag nog steeds. 
Waar Gods woord een centrale plaats
krijgt, alle ruimte krijgt om te klinken
en alles erop gericht is dat te versprei-
den, dáár wordt het verheerlijkt.

‘O, dat is bij velen niet zo.’

Nee velen stellen de mens centraal en
niet God en Zijn woord en Christus.
Bedacht zijn op wat boven is, waar
Christus is, aan Gods rechterhand zit-
tend. Is het niet verdrietig, dat predi-
king gericht is op de mens en het die-
nen van de mens in plaats van Chris-
tus? We groeien naar Hem toe Die het
Hoofd is. Niet gericht zijn op onszelf.
Wel op Hem Die het Hoofd is.

‘Ik wil alles over Hem weten.’

Daar geeft Gods woord ons alle info
over. Het draait om Hem, de geliefde
Zoon, Die alles terugbrengt naar de
Vader. De Zoon is de grote Goël, de
grote Losser en Verlosser. Als hoofd
kocht Hij, door Zichzelf te geven als
vervangend losgeld (1 Timotheüs 2:6),
Zijn hele menselijke familie los.