Groet Filologus en Julia, Nereus
en zijn zuster, en Olympas en
alle heiligen tezamen met hen.
Romeinen 16:15
Filologus betekent: ‘het woord
toegenegen’. Julia was mogelijk
zijn vrouw, de naam van veel
slavinnen aan het keizerlijke hof
van Julius Ceasar. Julia betekent:
‘met zacht haar’.
Nereus’ naam betekent mogelijk:
‘nat’, ‘zwemmer’. De Griekse god
Nereus was die van de zee; werd
afgebeeld als half man, half vis.
De zee spreekt van Gods liefde,
peilloos en wijd.
Olympas: ‘van (de berg) Olympus
gekregen’. Dat was de berg waar
volgens de Griekse mythologie
de goden vertoefden. De spelen
van sport zijn ernaar vernoemd.
Een berg spreekt van Gods
koninkrijk, gerechtigheid, trouw.
Opnieuw namen van gelovigen,
die Paulus kende, zij hadden het
woord van het evangelie leren
kennen. Zij waren ‘het woord
toegenegen’; heiligen, gewone
mensen met voor die tijd gewone
namen. Geliefden van God, zoals
wij zijn.