Groet Andronikus en Junias,
mijn verwanten en mijn
medegevangenen, die van
betekenis zijn te midden van
de apostelen, en die vóór mij
in Christus geworden zijn
Romeinen 16:7
De dienst van Paulus bereikte
best een groot gebied.
Zo kende hij erg veel mensen,
gelovigen. De twee die hier
genoemd worden, waren zeer
betrokken bij het evangelie van
genade. Paulus noemt ze zelfs:
mijn medegevangenen en zij
moesten dus ook kwaad lijden
met het evangelie.
Ze waren eerder dan Paulus
gelovigen, want vóór hem in
Christus geworden. Ze kregen
oren naar wat Paulus vertelde.
Geloof in Jezus, wat Hij deed
aan het kruis, is dan het eerste
dat gelovigen horen, geloven.
Het besef komt: je zonden zijn
vergeven. Later geeft God
groei en je hoort van genade,
dat je rechtvaardig verklaard
bent door God, om niet.
We danken Hem voor wat Hij
gaf, geeft en zal geven.