Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Nu, waarom richt jíj jouw 
broeder? Of waarom minacht 
jíj ook jouw broeder? Want 
allen zullen wij voor het 
erepodium van God staan.
         Romeinen 14:10

De zwakke richt de sterke en de
sterke minacht de zwakke. Beide
‘groepen’ geven in zo’n gedrag
blijk van hun eigen inzicht. Niet
geleid of bepaald door de liefde
van God. Wanneer dat gebeurt
houden gelovigen onvoldoende
rekening met wat na dit aardse
leven volgt. De bèma of het ere-
podium van God zal direct ná de
bazuin van God plaatsvinden.
Daar zal al wat verricht hebben
als gelovige op aarde, door de
Heer beoordeeld worden.
We zullen daar staan, iedereen,
naast elkaar. De Heer alleen is
het, die dan spreekt.     

Want daartoe stierf Christus en 
Hij leeft: opdat Hij én van doden 
én van levenden Heer zij.
         Romeinen 14:9

De aandacht is afgebogen van
(mogelijke) discussies over eten
en dagen. Het gaat over Degene
Die centraal is: Christus Jezus.
Hij is Heer, niet alleen over ons,
gelovigen nu, (zie vers 6-8), maar
Hij is Heer van allen. Het gaat nu
over levenden en doden in het
algemeen. Daartoe heeft Hij Zich
in de dood overgegeven (stierf);
maar nu Hij leeft is Hij Heer van
allen! Hij wist dat Vader Hem -ja
lichamelijk- zou opwekken uit de
dood. En in de positie van Heer
over en van allen geplaatst zou
worden. Laten we ons vandaag
verheugen: Hij leeft en is Heer!

Want als wij leven, leven wij
voor de Heer, en als wij
sterven, sterven wij voor de
Heer. Of wij dan leven of
sterven, van de Heer zijn wij
        Romeinen 14:8

Ook het sterven is in Zijn hand.
In dienstbetoon (leven) en in
het laatste uur (sterven) zijn
we te allen tijde van onze Heer
en Redder, Christus Jezus.
Het in Uw hand zijn mijn tijden
is geldig voor alle gelovigen.
Zijn liefdevolle hand strekt zich
over heel ons leven (en sterven)
uit. We zien uit naar onze Heer,
Hij komt, en wij worden
verzameld en in een oogwenk
veranderd. Dan het erepodium
(bèma, zie de komende dagen
Romeinen 14:9-12).
Dan volgt: die ene, op-hemelse
bediening in de komende eonen
voor het lichaam van Christus.  

Paulus bidt om een geest van wijsheid
en onthulling met het oog op de hogere
onthullingen van Efeziërs.
Na te luisteren: deel A en deel B

Want als wij leven, leven wij
voor de Heer, en als wij
sterven, sterven wij voor de
Heer. Of wij dan leven of
sterven, van de Heer zijn wij
        Romeinen 14:8

Het voor de Heer is niet op te
vatten als enige prestatie. Het
is de geest (zie Romeinen 8)
van God die ons bekrachtigt.
Het voor de Heer wijst op Zijn
Heer zijn over ons leven. Hij
bepaalt en wij zijn ootmoedig
en volgen Zijn aanwijzingen.
We leren steeds meer over
de diepe betekenis van Zijn
sterven en opstaan voor ons.
Op basis daarvan geeft God
ons alles in genade (Rom.8:
28,29). Negatief gesteld: wij
zullen in dit licht niet langer
zelfzuchtig zijn. Positief: wij
willen Zijn liefde navolgen en
zo anderen liefhebben. Ons
leven heeft zin, rijke inhoud;
want wij leven voor de Heer.