zoals dat God was in Christus,
de wereld verzoenend met
Zichzelf, hen niet hun
krenkingen aanrekenend, en
plaatsend in ons het woord
van de verzoening
2 Korinthiërs 5:19
God rekent de krenkingen
niet aan. Dat geldt nu heel
de wereld; als gelovigen
lezen wij, dat heerlijke ook
in Efeziërs 1:7. Wij hebben
in Christus de vergeving van
de krenkingen. Geheel in
overeenstemming met de
rijkdom van Gods genade.
Die bijzondere zekerheid
van Zijn genade is ons deel.
God plaatst ook in ons hart
het woord van de verzoening.
Zo kunnen wij dat spreken
met de mond en met ons
gedrag. Verzoenend zijn, de
‘sandalen van vrede’ uit de
Efezebrief onder onze voeten.