Want wie kent de denkzin van
de Heer? Of wie is Zijn raadgever
geworden?
Romeinen 11:34
De diepte van de kennis van God
komt naar voren in: hoe
onnavorsbaar zijn Zijn oordelen
(vers 33b).
De diepte van de wijsheid van
God in: hoe onnaspeurlijk zijn
Zijn wegen, want wie kent de
denkzin van de Heer of wie is
Zijn raadgever geworden?
(vers 33c,34)
En de diepte van de rijkdom van
God in: Of wie geeft eerst aan
Hem, en het zal hem vergolden
worden? (vers 35)
Onze dagtekst (vers 34) heeft te
maken met de wijsheid van God.
Het citaat is uit Jesaja 40:13,14.
En het antwoord op deze vragen
is helder: niemand. In heel Gods
schepping zal er niet één zijn, die
Zijn denkzin kan doorgronden.
Laat staan dat iemand ook maar
iets van raad zou kunnen geven
aan God. Zijn wijsheid bleek in de
geschiedenissen die bekend zijn.
Jozef was zich dat bewust, toen
hij in Egypte tegen zijn broers zei:
niet jullie hebben mij hier naartoe
gestuurd, maar God – Gen. 45:8a
Overweeg dit eens als het gaat om
je leven: niet jullie…maar God.