Woord vandaag

‘Ik blijf het boeiend vinden, die Spreuken, vers 23 is ook mooi.’

Beslist weer eentje om goed tot je te nemen:

Een man heeft blijdschap in het antwoord van zijn mond,
en hoe goed is een woord op zijn tijd!

Als we nog even terugdenken aan de overlegsituatie van vers 22,
als er iemand in een overleg precies het juiste weet te zeggen over
dat wat besproken wordt en daardoor een goede oplossing naar
voren brengt. Dat geeft vreugde (simchah) aan degene die het uit-
uitspreekt (iesj Рman) ̩n aan de deelnemers. Dan gaat het meestal
om een wijs mens.

‘Ja zo geeft Spreuken weer een eenvoudige levenswijsheid mee.’

Paulus gaf aan, dat de Corinthiërs rechtszaken tegenelkaar voerden
voor de wereldlijke rechter, en vraagt zich daarbij het volgende af:


Als u dus rechtszaken hebt over alledaagse dingen, stel dan hen
aan die in de gemeente niet in aanzien zijn.
Tot beschaming zeg ik u dit. Is er dan onder u niemand die wijs is,
zelfs niet één, die in staat zou zijn een oordeel te vellen in een
geschil tussen zijn broeders?

Hoe goed zou het zijn, als er een wijze broeder is, die een uitspraak
kan doen in een geschil. In een gemeente zullen die er vast wel zijn.

‘Heerlijk, als het zo zou kunnen gaan in een geloofsgroep.’

Het zou prachtig zijn, ja. En dan gaan we ook kijken naar het tweede:
een woord op de juiste tijd gesproken, kan geweldige uitwerking heb-
ben. Dat ervoeren de profeten van Israël en later de apostelen. Zij wer-
den door heilige geest geleid om te spreken, en dat gebeurde op de tijd
die door de Vader bepaald was.
Gelovigen hebben soms het in zich, om op precies het juiste moment
het goede te spreken. Daar hebben zij wijsheid in. Dat is wat God geeft.
Laten wij danken als er woorden van genade gesproken worden in
lastige situaties. Het is nodig, in deze tijden, dat er zulke gelovigen zijn!

Woord vandaag

‘Vandaag gaan we Gehazi verlaten en weer verder met Spreuken?’

Laten we dan met de deur in huis vallen:

Plannen falen, als er geen overleg is,
maar door de veelheid van raadgevers komt het tot stand.

Het eerste deel van de Spreuk is in het dagelijks leven maar al te
waar: als je ergens onbezonnen aan begint, dan kun je best plan-
nen in je hoofd bedenken, maar dat gaat m dan niet worden. Het
woord ‘falen’ heeft te maken met ‘breken’ (PR, vergelijk: Peres).

Ja, daar ben ik ook wel eens tegenaan gelopen, snel iets doen, maar
niet over nagedacht, dat liep goed mis.’

En het woord ‘overleg’ heeft ook iets van ‘verborgen’ in zich; het kan
wat mij betreft ook op gebed wijzen, want dat is ook een vorm van
overleg; je legt het aan Vader voor en maakt je geen zorgen, want je
kunt bidden met dank (Filippenzen 4:4-7). En de Heer Jezus zei, dat
als je bidt, dat meestal in het verborgene (in de binnenkamer) doet.

‘En het tweede deel van de Spreuk?’

Het is bij plannen maken goed om diverse deskundigen of vrienden
of anderen te raadplegen; zij denken aan dingen waar jij nog niet aan
had gedacht, of ze bekijken het net even van een andere kant. Zo werkt
dat in het lichaam van Christus ook. Je hebt elkaar nodig, ook om te
overleggen, en er lopen vast wel mensen met wijsheid van God rond,
die je kunnen wijzen op belangrijke kanten van wat je wil.
De Heer Jezus zelf overlegde steeds met Vader welke kant Hij op moest,
bijvoorbeeld toen Hij Zijn discipelen ging kiezen.

Romeinen studie 2012

In Romeinen 15 staan sterk en zwak nog steeds in het middelpunt.
Op 24 januari 2012 ging de bijbelstudie over dit onderwerp
en nog meer. Klik hier voor deel 1, hier voor deel 2, en hier voor de
presentatie. Let op: Het is aan te bevelen deze studies deel 1 en 2
eerst te downloaden op uw computer en dan te beluisteren. Bij direct
online luisteren kan de kwaliteit een stuk minder zijn.


Woord vandaag

‘Zeg, die Gehazi, is daar nog meer over te zeggen?’

Hij is het type van de gelovige die de ogen gericht hebben op de dingen
rondom hen, de wereld, het zichtbare. De meer op het vlees ingestelde.
Paulus had veel moeite met de Corinthiërs, omdat die nog vleselijk wa-
ren; zij waren gericht op het aardse, op het nu. Hij noemt hen ‘nog vle-
selijk’; zij wandelden ‘naar de mens’, want zij waren o.a. verdeeld.

‘Gehazi was op aardse schatten uit en wilde er handig van profiteren.’

Hij moest er ‘een leugentje om bestwil’ op loslaten. Daarmee verzamel-
de hij wat zilver (twee talenten) en wisselklederen (twee stuks), in totaal
4, en dat is het getal van deze wereld, de vergankelijkheid, volgens de
Schrift. Gehazi was daarmee erg gericht op ‘hier en nu’.

‘Zo worden de trekken van de vleselijke gelovige erg zichtbaar, ja.’

Bij Gehazi moesten de ogen geopend worden om de beschermende leger-
macht van Jahweh te zien. Veel gelovigen ontbreekt het helaas aan gees-
telijk zicht, ook in deze tijd. Men is gericht op het ondermaanse en denkt
weinig aan de dingen die boven zijn.
Elisa zelf kende Gehazi en hij was met de knecht in de geest meegegaan.
Dat was het einde van Gehazi als knecht en als teken van het verderf in
zijn denken en wegen werd hij …. melaats.

Woord vandaag

‘Zeg, die boodschap van gisteren, Naäman, sprak mij aan.’

Het is een aansprekende geschiedenis. Je denkt: een mooi verhaal, zo’n
Syrische legeroverste, die genezen werd van melaatsheid, maar er zit vaak
zoveel meer in. Dat is het woord van God. En Elisa sprak dat he. De mensen
kwamen naar hem toe, hij als de man van God, de profeet in Samaria. Je
leest maar weinig dat Elisa zelf op pad is. Er was later nog iemand die thuis
bleef zitten en op wie de mensen af kwamen.

‘Was dat de Heer Jezus in Bethanië?’

Nee, Paulus. Die huurde een eigen woning in Rome, het centrum en de
hoofdstad van het toenmalige Romeinse Rijk. Hij was gevangen, maar toch
kon hij thuis het woord van God uitdragen. Hij stond iedereen te woord en
ze kwamen naar hem toe. Zo in feite vandaag  nog steeds, hij spreekt een
evangelie waar iedereen, ongeacht wie het is, kan deelnemen in genade.

‘Maar hoe zat het nu met die knecht Gehazi?’

Die wilde er toch nog even een slaatje uit slaan. Hij is eigenlijk model of beeld
voor hen, die winst willen maken uit het woord van God. Paulus wijst op dat
soort mensen in 2 Corinthiërs 2:17. Zij houden misschien wel genezingsdien-
sten waar zij veel geld aan overhouden. Vaak worden collectes in zulke bijeen-
komsten uitgekiend gepland en vooral op een manier aangekondigd waardoor
de aanwezigen veel geld geven.

‘Het evangelie is juist om niet, toch, genade?’

Daarom werkte Paulus zelf om te leven. Zo was hij helemaal vrij en kon het
genade-evangelie ook om niet brengen. Ook in zijn tijd waren er kennelijk
al mensen die het als handelswaar beschouwden en zo er zelf flink ‘beter’ van
werden. Gehazi is daar een type van. Wilde er toch even handig aan verdienen.
Hij had er niet mee gerekend, dat Elisa hem helemaal door had!