Woord vandaag

‘Het grote plan van eonen. Wie kon dat bedenken?’

Alleen God zelf. In heel de Schrift zien we het terug in de uitdrukking-
en als ‘de eonen van de eonen’, dat vertaald wordt met ‘in alle eeuw-
igheden’ of ‘in alle eeuwigheid’ en dat soort pogingen om het vooral
op eindeloze eeuwigheid te laten lijken – wat het niet is.
Door Paulus heen maakt Christus Jezus bekend, dat er een plan van
eonen is (Efeziërs 3:10,11). De enige tekst die dat duidelijk uitspreekt.
Maar voor de gelovige is dat voldoende.

‘Ik ben er na al die jaren nog steeds bijzonder blij mee.’

Er zijn er, die het na jaren als een soort afgesleten munt weggooien.
Althans, voor hun pesoonlijk geloofsleven dan. Ze discussiëren liever
tot ze er bij neervallen, dan dat ze gewoon geloven wat staat geschre-
ven. Het verschil is: met discussiëren blijf jij met je eigen mening
overeind, terwijl je in geloof buigt –al is het innerlijk- voor de Schrif-
ten. Mensen –ook gelovigen- horen weleens liever hun eigen stem
dan Gods woord. Dat kostbare tijd van Gods woord zomaar ingele-
verd wordt voor het horen van de eigen stem, leidde ook bij Israël
tot de klacht via de profeet: ‘Mijn volk gaat ten onder door gebrek
aan kennis.’

‘Dat is toch het Hebreeuwse woord da-ath?’

Het begrip ‘kennis’ is niet een verstandelijk weten van allerlei feiten,
maar een omgang hebben met God, door naar Zijn woord te horen
en dat als de waarheid voor het hart en het leven te accepteren. Dat
wil zeggen: ook het eigen leven schikken naar en aanpassen aan dat
woord van God. Want het woord van God is levend en krachtig en
scherp snijdender dan een tweesnijdend scherp zwaard. Het dringt
heel diep in de mens door, het verdeelt wat ziel(s) en geest(elijk) is.

‘Fijn, de bekende woorden uit Hebreeën 4:12’

Dat is ook een van de redenen dat mensen liever hun eigen stem dan
die van Gods woord horen. Want dan worden ze niet in hun hart aan-
gesproken. Met hun eigen geluid overstemmen ze dat van de geest
van God. Zij kunnen niet het geestelijke met geestelijke dingen van
Gods woord vergelijken, omdat zij ziels zijn. Dat zegt Paulus tegen de
Korintiërs, die onderling hopeloos verdeeld waren. De tegenstander
had daar grote ‘successen’ geboekt.
Tegen die achtergrond maakt Paulus toch dat geweldige hoofdstuk
over de opstanding en de levendmaking bekend!

Woord vandaag

‘Wat een heerlijke zekerheid, dat wij heilig en smetteloos en onbe-
schuldigbaar zijn.’

Ja geweldig, je hoort ook de fijne woorden uit Romeinen 8 door-
klinken, dat er geen veroordeling is voor hen die in Christus Jezus
zijn. Hij ziet ons in Christus Jezus altijd zo aan. Geen enkele macht
van duisternis kan dat ongedaan maken. Wij zelf ook niet. Wij zijn
van Hem en verzegeld met de geest van de belofte, de heilige. We
zijn bijzonder gezegend met iedere geestelijke zegen te midden van
de hemelingen in Christus.

‘Wat een rijkdom, het is gewoon geweldig.’

In Kolossenzen 1 lezen we, dat we blijven bij het geloof, gefundeerd
en bestendig en niet verplaatst van de verwachting van het evange-
lie. Hier is ‘het geloof’: geloven dat wat Paulus verkondigt als evan-
gelie. Het ‘gefundeerd en bestendig’ wijst op het blijvend vaste van
dat geloof. Bovendien wordt het erbij gezegd: ‘de verwachting van
het evangelie’. Dat is de heerlijke verwachting van de roeping die
God geeft aan de uitgeroepen gemeente, het lichaam van Christus.

‘Het is een hele bijzondere verwachting, ja.’

Deze verwachting zal alles wat wij maar kunnen bedenken, vér over-
treffen. Geen ander evangelie geeft zo’n uitzicht dan het evangelie
dat door de apostel Paulus gebracht wordt, de woorden zijn van zijn
Heer, Christus Jezus. We zijn geweldig bevoorrecht dat wij in deze
tijd weer zo’n zicht daarop hebben gekregen. In de loop van de ge-
schiedenis van de afgelopen 2000 jaar zijn er steeds delen van de
waarheid voor de gelovigen naar boven gekomen, maar nu, in deze
tijd, zien wij het totale plan van God én de belangrijke plaats die
het lichaam van Christus daarin heeft! 

Woord vandaag

‘Bijzonder hoe Kolossenzen 1 spreekt.’

Dit wordt dan ook door de tegenstander(s) fel bestreden. De verzoening
mag in hun ogen niet voor allen zijn, in de zin dat allen in wederzijdse ver-
zoening met God komen. Maar door de mooie verzen 15-17 wordt in feite
al neergelegd, dat God tot dat grote doel zál komen met al Zijn schepselen.
Als God het al in de Zoon van Zijn liefde schiep, dan kan het niet anders,
dan dat het al óók –door haat, zonde en duisternis heen- eens werkelijk
tot God moet terugkeren. Onderweg laat God het niet los, net zo min als
Hij Zijn geliefde Zoon loslaat.

‘Wat geweldig is dat!’

De liefde van God blijkt uiteindelijk sterker dan alle haat, vijandschap en
onvriendelijkheid van de mensen en de geesten. In Kolossenzen 1 wor-
den beide genoemd; namelijk ‘de zichtbare en de onzichtbare’. En Hij die
het Beeld van de onzichtbare God wordt genoemd, blijkt dé verbinding
te zijn tussen die onzichtbare en zichtbare werelden. Hij, die de hoogste
geschapen Soeverein was, de Eerstgeborene van heel de schepping, blijkt
later voor de zichtbare schepselen óók de Soeverein te zijn als Eerstgebo-
rene uit de doden!

‘Dat is wat! Wat een centrale positie is aan de Zoon gegeven!’

Dat is wat hier uniek in heel de Schrift door Christus Jezus onthuld wordt.
Je leest deze dingen nergens anders. Het heeft alles met Gods liefde te
maken, want Hij is hier in Kolossenzen 1: de Zoon van Zijn liefde, ook al
een uitdrukking die wij in de Schrift nergens anders tegenkomen.
Laat het dan voor ons duidelijk zijn, dat wij onlosmakelijk met God ver-
bonden zijn in de Zoon van Zijn liefde. God ziet ons te allen tijde in Hem.
Daarom schrijft de apostel enkele verzen verder, dat Hij het Hoofd van
het lichaam, de uitgeroepen gemeente, is. Hij stelt ons nu al ‘heilig en
smetteloos en onbeschuldigbaar’ voor Zijn aangezicht!

Woord vandaag

‘Wat een groots evangelie kon Paulus brengen. Ongelooflijk.’

Als je het gelooft ben je een gelukkig mens. Niet dat je dan geen lij-
den en verdrukkingen hebt, maar je hebt er zo’n geweldige verwach-
ting door gekregen. Het uitzicht op een totaal verzoend universum
is iets dat al het andere overstijgt. God wordt er zo groot door, groter
kan niet. Zijn liefde, die allen blijkt te hebben bereikt!

‘Ja wat een geweldig uitzicht, veel gelovigen hebben dat niet.’

Door tradities van mensen en satanische theologie is het juiste zicht
op God verduisterd. Dat gebeurde al bij Eva en Adam, die licht had-
den van Gods woord, dat door de oude slang ter discussie werd ge-
steld. Dat gebeurt steeds op plaatsen waar de waarheid wordt ver-
kondigd. Na verloop van tijd worden de waarheden in discussie ge-
bracht, zo van: ‘het zal misschien niet waar zijn.’ Of: ‘is het ook dat
God gezegd heeft?’

‘De oude slang is een meester is het omkeren en verdraaien.’

Dat deed hij bij Eva al. Die tuinde erin en geloofde de leugen van de
slang, namelijk de verbetering van het ik door het ik. Opklimmen tot
zelf God zijn, ze werd in een waan gebracht en dacht dat het wel goed
zou zijn als ze toch van de boom van kennis van goed en kwaad zou
eten. Ze zou toenemen in kennis. En daardoor opklimmen tot een ho-
ger niveau en vergat gemakshalve in haar verblind zijn wat God ge-
zegd had
. Dat is in de kern de reden voor de toestand van de mens-

heid vandaag. Zij missen de waarheid van het woord van God.

‘Kolossenzen geeft antwoorden.’

Het is ongelooflijk hoe Paulus in enkele verzen heel het plan van God
in een notendop presenteert. Hij voegt een geweldig diepe dimensie
toe aan wat al bekend was. Dat God de schepper van alles is, is voor
elke gelovige het grote uitgangspunt. Paulus zegt, dat het al geschapen
is in de Zoon van Zijn liefde. En dat niet alleen, alles is ook door Hem
en tot Hem in geschapen
. Dat is een machtig gegeven!

‘Wat onbekend was, was dat alles verzoend zal worden.’

Dat was onbekend in de Hebreeuwse Schrift, daarom lezen we dat in
het licht van de Griekse Schrift en niet andersom. Kolossenzen 1:20
zegt, dat het al wederzijds met God verzoend zal worden, door Hem,
de Zoon van Zijn liefde.
Een ongelooflijk uitzicht op de totale overwin-

ning door de Zoon. Dat wordt uiteraard door de slang fel bestreden
en de afgelopen 2000 jaar zagen we een hele serie trucs om deze
waarheid in ongerechtigheid onder te kunnen houden. De beste trucs
werden in het theologische denken toegepast. Verkeerde redenering-
en, foutieve vertalingen van Gods woord, tradities et cetera wierpen
een donkere schaduw over wie God is. Maar nu het evangelie van ge-
nade en verzoening voor allen weer naar voren komt, wil de tegen-
stander uit alle macht dat weer verhinderen en terugdringen.

‘Maar wel geweldig dat wij dat kunnen zien.’

Zeker wel, het is de waarheid van Gods woord. Dat woord werd op es-
sentiële punten veranderd door inferieure vertalingen. Door de con-
cordante methode van vertalen wordt bedrog in vertalen uitgesloten.
De lezer wordt naar het juiste woord geleid. Daardoor is de ware bood-
schap van de Schrift naar boven gekomen. De verzoening van heel de
kosmos, alle schepselen, door de Zoon. Dat geeft uitzicht op de uitkomst
van Gods plan: God alles in allen!

Woord vandaag

‘Nou, dat Kolossenzen is wel geweldig hoor.’

Het is een bijzonder gedeelte, dat eerste hoofdstuk. De Zoon van Zijn
liefde wordt niet alleen de Eerstgeborene van heel de schepping ge-
noemd, maar ook de Eerstgeborene uit de doden. Hij is in alles de eer-
ste geworden. Hij vóór alles en alles heeft zijn samenhang in Hem.
Heel bijzonder, dat de Zoon dus de eerste, de hoogste en boven alles
is. En Hij is het Hoofd van de uitgeroepen gemeente, het lichaam van
Christus. Zó is dus ons Hoofd!

‘Ja, en dan te bedenken dat wij nauw met Hem verbonden zijn.’

Die hoge plaats is dus ook voor de uitgeroepen gemeente die Zijn li-
chaam is. Wij met Hem op de hoogste zetel van het universum. Je
kunt je dat nauwelijks voorstellen. Hier op aarde overkomt ons van
alles en zijn we in vernedering en lijden en verdrukkingen. Toch zegt
de Schrift dit bijzondere van ons. Hij is gegeven als Hoofd boven alles
aan de uitgeroepen gemeente. Efeziërs zegt ook, dat wij Zijn comple-
ment zijn; wij maken Hem zelfs compleet!

‘Dat is iets om te beseffen, het maakt je van binnen blij.’

Wij waren ooit in duisternis, maar dit overweldigende licht is wat
ons pad hier op aarde verlicht. Hij gaat voorop en Hij wandelt mee,
Hij is juist heel erg betrokken bij de leden van Zijn lichaam. Nooit
zal Hij daar iets van kunnen missen. Hij heeft ons lief als Zijn eigen
letterlijke lichaam! Laten we dat diep in ons hart opnemen en deze
dingen overwegen in ons binnenste, opdat dat innerlijk van dag tot
dag vernieuwd wordt. Bij God gaat gelukkig nooit iets mis!

‘Merkwaardig dat wij kennelijk zo belangrijk voor Hem zijn.’

Bedenk, dat de Zoon van Zijn liefde voor God veruit de belangrijkste
is. Daar zijn wij bijgekomen, want wij zijn zeer nauw met Hem
verbonden: eigenlijk kan de Zoon niet los van ons gezien worden.
Als we de Schrift nauwgezet lezen, ontdekken we gaandeweg, dat
God het eigenlijk altijd over Zijn Zoon heeft. Het draait om Hem,
en met Hem zijn wij dus ook essentieel als het gaat om de verdere
afwikkeling van Zijn liefdesplan van eonen!