Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘Werkelijk, God doet wat Hij wil.’

God is liefde. Hij heeft eenieder onuitsprekelijk lief.
We beseffen dat steeds, wanneer we Hem noemen als
God, de Plaatser. Als het gaat om grote koningen en
kleine, zouden we steeds het woord uit Spreuken 21:1
herinneren:

het hart van de koning is in de hand van IEUE als verde-
lingen van water, waar het Hem behaagt, leidt Hij het

‘Ja, zo gezien hebben ze niets te vertellen.’

Dat geldt niet alleen voor Nebukadnezar, zoals we ge-
zien hebben. Het geldt óók voor een Kores, die we in
Jesaja 45:1 onder meer tegenkomen. Hij geloofde niet,
maar werd wel een messias, een gezalfde, genoemd.
Opmerkelijk genoeg werd voor hem door IEUE de weg
gebaand, en moest hij dat doen wat God wilde.

‘De absolute godheid van God.’

In Jesaja 45:1,2 lezen we:

zo zegt IEUE Alueim (HEER God) tot Zijn gezalfde, tot
Kores, van wie Ik de rechterhand vat om de volkeren
voor zijn aangezicht neer te werpen; en Ik zal de lenden
van koningen ontbinden om voor zijn aangezicht
deuren te openen en de poorten zullen niet gesloten
worden                                                           (vers 1)

Hoewel koning Kores niet geloofde in de God van
Israël, werd de weg voor hem gereedgemaakt. Door
God zelf. Hier lezen we het soevereine handelen van
God, die doet wat Hem behaagt.

‘We zijn volkomen in Gods hand, elke dag.’

God is veel groter en meer nabij dan wij vermoeden.
Zolang het om ons gevoel gaat, zeggen we dat God mis-
schien bestaat en dichtbij is. God onthult zich in Zijn woord,
daarom is het luisteren naar dat Woord belangrijk. Anders
blijven we steken in gevoel, en dat is geen vaste basis.

‘Hij leidt de wereldgeschiedenis.’

Waar mensen het Woord leren kennen, begrijpen, geloven,
gaan ze ontdekken dat dat zo is. En niet anders. Dat moest
ook een wereldleider als Nebukadnezar ervaren. Hij meende
dat hij zelf door zijn sterkte en macht het grote Babel had
gebouwd, terwijl Daniël anders had gesproken tegen hem.

‘Hij was 7 tijden bij de dieren in het veld.’

Daarna keerde zijn verstand in hem terug en loofde hij de
God van de hemelen. De God van Daniël, want in Hem had
hij nu de God die richt en rechtzet (betekenis van de naam
Daniël) ontmoet. En die God gaf hem het inzicht, door Zijn
geest, zodat Nebukadnezar eindelijk God de eer gaf die Hem
toekomt:

en ik zegende de Allerhoogste en roemde en verheerlijkte
ik Degene Die leeft voor de olam, omdat Zijn regering een
eonische regering is en Zijn koninkrijk van generatie op
generatie; ja alle bewoners van de aarde worden als
niets geacht; Hij doet naar Zijn wil met het heer van de
hemelen en de bewoners van de aarde: en niemand is er,
die Zijn hand kan weerhouden of tot Hem kan zeggen:
wat hebt U gedaan?                                    Daniël 4:34,35