Woord vandaag

‘Vandaag weer een Spreuk, lijkt mij weer boeiend!’

Ja het is vers 21 van Spreuken 4:

laat ze niet wijken van je ogen,
bewaar ze in het binnenste van je hart.

Hier wordt het oog direct verbonden met het hart van de mens.
Naar het Hebreeuws is oog tegelijkertijd de bron. De letter ayin
is zowel ‘oog’ als ‘bron’ en de letter heeft ook de vorm van een oog-
holte of een bron. Door het oog komen de meest indringende in-
drukken naarbinnen. Dat wist Salomo en hij raadde zijn zoon dan
ook aan die woorden van hem, van Jahweh te lezen.

‘Het oog is de meest directe toegang tot je hart?’

Jawel, dat wist de tegenstander die Eva’s oog richtte op de vrucht
van de boom van kennis van goed en kwaad, nadat hij haar eerst
door zijn tong van de wijs had gebracht. Zij zag de vrucht dat die
begeerlijk was en zij nam en at en nam Adam mee. Als slimme
‘verkoper’ had de slang gezien hoe je de mens moet benaderen!

‘Ja, zo werkt het bij de mens! Daarom houden wij ons oog op het
Woord gericht!

Het woord bewaren is ook bewaken in het Hebreeuws. Het is het
bekende woord ‘sjamar’ waar ook ‘Samaria’, de hoofdstad van het
10-stammen rijk, van afgeleid is. We zouden die woorden bewaren
en ook bewaken in ons hart. Letterlijk staat er voor ‘in het binnen-
ste’: in het midden, en dat duidt op de plaats van heerschappij.

‘Als je dat weet, wordt het des te sterker, deze Spreuk!’

Het woord van God is altijd doortrokken van Zijn genade en hoe later
in de tijd de onthullingen, doe meer genade erin zit, want Gods hart
wordt eerst helemaal zichtbaar door de woorden die Christus Jezus
spreekt door de brieven voor het lichaam van Christus. Vooral die
woorden zouden wij in onze ogen houden en bewaren en bewaken in
ons hart, zoals tegen Timotheüs gezegd wordt:

O Timotheüs, bewaar het jouw toevertrouwde….. (1 Timotheüs 6:20)

Woord vandaag

‘We hebben nu een bekende tekst in zicht.’

Dat is vers 20 van dit boeiende Spreuken 4, ja.

mijn zoon, sla acht op mijn woorden,
neig je oor tot wat ik zeg.

Is wat Salomo tegen zijn zoon zegt. De woorden niet vergeten
en steeds weer het oor aan die woorden lenen. Talloze mensen-
woorden worden elke dag uitgesproken. Daarboven staan de woor-
den die Salomo tegen zijn zoon zegt en dat geldt vanzelfsprekend
voor de woorden die God tegen ons als Zijn zonen spreekt.

‘In hogere zin is dit God die tegen Zijn Zoon Jezus Christus spreekt?’

Ja! Dat geldt steeds, als dit soort uitspraken in de Schrift staan, Het
gaat in eerste instantie dan om God, die tegen Zijn Zoon spreekt. En
we merken op, dat het ook gaat om God die tegen Zijn zoon Israël
spreekt. Zo zien we dat in dat zoonschap en zoon-zijn allerlei zonen
van Hem bedoeld worden. Samen met de Heer zelf, Israël, zijn wij
bedoeld en zullen wij Hem dienen.

‘En dat dienen bestaat allereerst uit het oor neigen tot Zijn uitspraken?’

Als we kijken naar Maria en Martha wel. Martha was wel een goede ge-
lovige, maar Maria bleek niettemin het goede deel gekozen te hebben.

Het dienen van Hem in praktisch opzicht kan nooit belangrijker wor-
den dan het luisteren naar Zijn woord. Eerst en bovenal dat laatste, en
van daaruit kun je Hem praktisch optimaal dienen.

‘Ja, bij Israël staat het ‘Sjema’ ook bovenaan: ‘Hoor, Israël, hoor….’

Ja en dan is dat wat zij vergaten te doen. Zij hoorden op zeker mo-
ment de Thora niet meer en weken af van Jahweh en namen Zijn
woord niet in acht. Het leidde tot een lange en droevige geschiede-
nis van afgoderij en ballingschap. die erop volgde. Toch is Jahweh
trouw aan Zijn beloften en zal doen wat Hij met een eed gezworen
heeft! Ook voor ons zijn het bijzonder rijke beloften, die allemaal
waar gaat maken! Luister daarnaar en leef!

Woord vandaag

‘Mooi gisteren, dat toekomstperspectief voor Israël.’

Onder leiding van haar Messias Jezus Christus. Ja dat is een machtig
perspectief, dat we overal in de Schriften tegenkomen. We zijn men-
sen die het voorrecht hebben dit al te zien. Ook dat is genade.

de weg van goddelozen is als de donkerheid
zij weten niet waarover zij struikelen zullen

Zegt Spreuken 4:19. In scherp contrast met het vorige vers. De tsaddiqim,
de rechtvaardigen tegenover de goddeloze (slechte). Licht, heel veel licht,
tegenover duisternis. In licht wandelen betekent: je nergens aan stoten
en geen moeite met het pad wat je bewandelt. Dat gold zeer voor de Heer
toen Hij op aarde was en nóg meer in Zijn opstanding. Hij kwam uit duize-
lingwekkend veel licht en werd mens. Na Zijn opstanding en verheerlij-
king en verhoging aan de rechterhand van Vader bewoont Hij nu een
ontoegankelijk licht!

‘De mens wandelt in duisternis als hij het licht van Gods woord ontbeert.’

Absoluut, en dat zal dan leiden tot struikelen en vallen. Dat struikelen
deed Israël (Romeinen 11:11) en zie wat God daaruit tevoorschijn brengt?
De redding gaat naar de gojim, de heidenen, de natiën, en is tot uitroeping
van de gelovigen van het lichaam van Christus. Dat wil zeggen, dat de duis-
ternis en donkerheid over het volk van God moest komen, zodat zij een
periode doorbrengen waarin Jahweh Zijn aangezicht voor hen verbergt.

‘Het is heel wat, dat wij zo overzicht en inzicht kunnen hebben.’

Zo zal ook in de (nabije) toekomst de goddeloze wereldmacht krijgen als
hij zich als de wetteloze van geen enkele wet iets aantrekt. We zien in het
Midden-Oosten de onrust al ruim een jaar bezig, als het gaat om omval-
lende regimes. Het lijkt zelfs in Saudi-Arabië onrustig te worden, en t
och
weten wij, dat alles in Gods hand is!