Woord vandaag

‘Wat een roeping hebben wij, steeds goed dat je bewust te zijn.’

We zijn bijzonder gezegend in Christus Jezus. Het tweede samenvattende
woord is, dat in de geest de natiën zijn: gezamenlijk-lichaam. Het lichaam
van Christus bestaat uit twee groepen, die op gelijk niveau, zonder onder-
scheid, leden zijn. Geestelijk gezien is het verschil tussen Israël en de vol-
keren weggevallen. Dit wordt uiteengezet in Efeziërs 1:20-2:10, waar zicht-
baar is, dat Christus het Hoofd is en dat Hij als Hoofd boven alles gegeven
is aan het lichaam. Daarom komt in dit gedeelte ook naar voren, dat alle
leden gezamenlijk met Hem gezet zijn te midden van de hemelingen.

‘Nou, het is heel wat. Waar hoor je dit? Nergens toch!’

Het is vrijwel onbekend in de christenheid. Het zou ons diep dankbaar stem-
men, dat wij deze dingen kunnen zien en er iets van kunnen begrijpen. Dat
is ook het gebed van de apostel in Efeziërs 3:14-21, dat wij in staat zijn te
vatten wat de dimensies van dit geheimenis zijn. De unieke plaats die het
gezamenlijk-lichaam met Christus Jezus in het universum heeft, is een van
de wonderlijkste aspecten van het evangelie van de verlaten apostel.
Hier draait Efeziërs in feite om. Het is een diepe, geweldige geestelijke
waarheid die ons hart verlicht en onze handen en voeten in Zijn richting
doet bewegen. Velen vinden Efeziërs echter te moeilijk. Omdat het soms
dramatisch slecht vertaald is en omdat mensen liever horen wat ze wel of
niet moeten doen.

‘Het kost wel tijd ja, die Efezebrief. Maar het is de moeite waard.’

We zijn uitermate gezegend, in genade, voor genade, om niet. We kunnen
er niets voor doen. God kiest uit, Hij zet ons in Zijn richting, Hij bewerkt het
willen en het werken in ons. We zouden in ootmoed onze weg gaan. Hij
heeft ons uitgekozen voor de nederwerping van wereld. Ons was genade
geschonken in Christus Jezus vóór eonische tijden. Wat een ongelooflijke
heerlijkheid! God, de Redder van alle mensen, zet ons in in Zijn plan tot red-
ding van het universum: hemelingen en mensen!

Woord vandaag

‘Het is wel vast voedsel dat wij tot ons nemen door deze brief.’

Het is niet eenvoudig. Maar door er lang bij stil te staan, gaat er meer dui-
delijk worden. De sleutel ligt, als we het over deze samenvatting van het
Efeze-geheimenis hebben, bij in de geest. Dan zijn het niet langer de aard-
se, vleselijke zegeningen, maar hemelse. In 1:3 klonk al: geestelijke zegen.
Aan het einde van Efeziërs 2 komt het in de geest twee keer terug. Dan als
tegenstelling tot twee keer het in het vlees in Efeziërs 2:11-13. En nu in
Efeziërs 3:6 draait het mede om in de geest. De natiën zijn in de geest drie
keer gezamenlijk- met de gelovigen uit Israël.

‘Dat is iets om goed vast te houden: in de geest en geestelijke zegen.’

Dat maakt het tot een unieke boodschap. Geen uiterlijk vertoon, alles is
in de geest en geestelijk. Dat maakt het voor gelovigen nogal eens lastig,
omdat de mens van zichzelf uit gericht is op het zichtbare en tastbare.
Als er dan sprake is van onzichtbare, hemelse, geestelijke zegeningen,
wordt het moeilijk. Men is bij wijze van spreken liever in Jeruzalem op
aarde, want daar kun je zien en voelen en meemaken en ervaren, alles
op het zichtbare gericht, het zielse eigenlijk. Terwijl de Joodse staat die
er nu is, een ongelovig geheel is!

‘Ja, de verschillen zijn heel duidelijk. Toch bestaat er onder veel gelovigen
inderdaad een hang om naar het beloofde land te trekken.’

Als we werkelijk ons geestelijk thuis zoeken, zouden we in het gebied
rondtrekken waar Efeze ligt, en Kolosse en Laodicea. Daar werden de
brieven van Paulus gelezen met een hemelse roeping voor de gelovigen.
En dan nog niet echt thuis, want alleen boven is ons werkelijk thuis.
Daar zou het centrum van ons verlangen liggen: Christus, de kracht van
God en de wijsheid van God. Hij zou ons denken beheersen en ons doen
en laten leiden! In de geest zijn wij gezamenlijk-lotgenieters van een lot-
deel dat God ons heeft toegeloot in Christus Jezus, te midden van de
hemelingen!