Woord vandaag

‘De zevende bazuin is dus duidelijk een heel andere
dan de laatste bazuin van 1 Corinthiërs 15.’

Ja en dat zal blijken uit de volgende ‘geciteerd’, dat
binnenkort geplaatst wordt. De verschillen zijn gewoon
terug te voeren op de verschillende omstandigheden en
groepen die het betreft. Bij 1 Corinthiërs 15 gaat het om
het lichaam van Christus wanneer een bijzonder gehei-
menis onthuld wordt. Er staat: Hij zal bazuinen. Dat be-
tekent, dat de Heer zelf zal blazen.

‘Ja, bij Israël in Openbaring bazuint er steeds een bood-
schapper (engel).’

Dat komt, omdat er het in Openbaring om gerichten gaat,
en in Corinthiërs om een genade-moment. Omdat het om
Zijn lichaam gaat, wat Hem zo dierbaar is. En bij Israël
komt er eerst gericht en dan gaat het koninkrijk op aarde
voor hen aanbreken. Israël gaat door de grote verdrukking
op aarde, dat blijkt uit Daniël en Mattheüs 24:15. In die
gedeeltes draait het om het uitverkoren volk, en niet om
het lichaam van Christus.

‘Ja het kan ook niet anders, als je de Schriften bestudeert.’

Het is duidelijk, dat bij ‘de grote verdrukking’ steeds over
Israël wordt gesproken, bijvoorbeeld in Jeremia 30, waar
het gaat over ‘de benauwdheid van Jakob‘. De grote ver-
drukking, die
vindt plaats in de tweede helft van de 70e
jaarweek van Daniël 9:24-27. En die jaarweken waren be-
stemd voor ‘uw volk en uw heilige stad’, daar valt de ge-
meente die het lichaam van Christus is, helemaal buiten.

‘Is duidelijk zo. De gemeente kan nooit door de grote ver-
drukking gaan, steeds gaat het dan om Israël.’

De grote verzoendag was op Golgotha. De leden van het
lichaam van Christus zijn al verzoend, zij hebben Hem,
de Verzoener al ontmoet en weten zich verzoend met
God en zijn nabij Zijn hart. Daarom zal Hij hen tot Zich
roepen vóór Hij met Israël in het gericht gaat, want de
grote verdrukking is de verontwaardiging (toorn) over
Jakob, en daarna redding als hun Messias Jezus Zijn
voeten op de Olijfberg zet!

 

 

 

 

Woord vandaag

‘He, wel fijn dat stukje in ‘geciteerd’ over de verschillen
in bazuinen.’

Ja, er bestaat oneindig veel verwarring over die bazuinen,
omdat men de tekstverbanden vergeet. In het ene gaat
het om waarheden voor het lichaam van Christus, in het
andere om Israël en de volkeren. Als Paulus in zijn brieven
spreekt over ‘bazuin’ en ‘bazuinen’, dan gebruikt hij een
bekend gegeven uit de inzettingen voor Israël. Als leraar
van de natiën spreekt hij tot het lichaam van Christus.

‘En uit Numeri 10:9 blijkt, dat het bazuingeschal ook moest
klinken bij een oorlog die Israël voerde.’

Ja, dus niet alleen bij de feesten van Jahweh. Maar bij Paulus
gaat het specifiek om Zijn (voor de wereld verborgen) komst
in de lucht voor het lichaam van Christus. Dan zullen wij
levenden veranderd worden bij de laatste bazuin(stoot) en
de doden niet voorgaan, zoals dat bij Israël wel het geval is
als zij het aardse koninkrijk binnentrekken. Dan zal pas later
de opstanding van de rechtvaardigen plaatsvinden.

‘En in 1 Thessalonicenzen 4 wordt juist gezegd dat wij alle
maal gezamenlijk tegelijk weggerukt worden van de aarde.’

In een volgend stukje ‘geciteerd’ zal het vervolg aan de
orde komen van wat broeder Knoch erover schreef. Dat is
erg verhelderend, zeldzaam nauwkeurig als hij was. Eigen-
lijk ken ik geen uitlegger die zó diepgaand en zó nauwgezet
te werk is gegaan. Zonder een mens op een voetstuk te wil-
len plaatsen, overigens. Maar gewoon het tekstverband te
volgen verduidelijkt veel. Eerst de directe tekstomgeving
en daarna wat er verderop in de brief/brieven staat.

‘Ja dat heeft voor mij veel duidelijkheid gebracht. Veel
‘studies’ plukken overal lukraak teksten weg.’

Precies. Men brengt ‘studies’ waarin men vooral het eigen
denkbeeld of de eigen theologie wil benadrukken. Of hun
eigen gedachten over wat de gelovigen moeten doen naar
voren brengen. Gelukkig hebben wij de mogelijkheid alles
te toetsen aan de Schrift zelf, wat er geschreven staat.
Dan blijven de brieven van dé apostel van de natiën over-
eind staan als dat wat mensen uitroept tot het lichaam van
Christus!

Woord vandaag

‘Petrus zegt ook iets over het verdraaien van de brieven van
zijn geliefde broeder Paulus.’

Ja, dat schrijft hij in 2 Petrus 3. Juist als het gaat om de dingen
van de laatste dagen en de eindtijd, verwijst hij naar de brieven
die zijn geliefde broeder schreef. Als het gaat om het wereldwijde
heil en hoe de laatste fasen van Gods plan verlopen, wijst hij
naar de leraar van de natiën, die schreef ‘met de hem gegeven
wijsheid’. En zoals sommigen erg graag naar Petrus willen luis-
teren (liever dan naar zijn geliefde broeder), zouden zij dat zeer
zeker hier in 2 Petrus 3 doen en de bladzijden met die brieven
waar Petrus naar verwijst, opslaan.

‘En de woorden laten staan zoals ze er staan en die nauwgezet
bestuderen.’

Zonder ze te verdraaien, want als men dat doet, slaat men de wijze
raad van Petrus in de wind (van hun eigen leer), tot hun eigen
schade. En ze laten zich tegelijkertijd gebruiken door de tegenwer-
ker, die maar al te graag gebruik maakt van hun spitsvondigheden
om de gelovigen in verwarring te brengen. Geen genade meer, de
werken moeten erbij komen anders ben je geen echte gelovige.
Geen geloof meer, maar geloof + werken, in weerwil van de krach-
tige uitspraken in de brieven van Paulus.

‘Ja maar zo houd je helemáál geen evangelie meer over!’

Precies. Als je echter de woorden van de brieven van de apostel
nauwgezet volgt, heb je een machtige boodschap, die zo doordrong-
en is van Gods genade, dat je er altijd een diepe vreugde van hebt.
Een diepe vreugde in je hart, die niemand je kan afnemen. Zodra
je er een boodschap van noodzakelijke werken aan toevoegt, wordt
die vreugde door dat zuurdeeg sterk verminderd, of glijdt uit je hart
weg. Galaten 4 en 5 spreken daarover. Laat dat evangelie van de gena-
de van Christus Jezus ons hart beheersen!

Woord vandaag

‘Het woord ‘beseffen’ is heel belangrijk in Efeziërs 3:17?’

Dat gebed is mede daarop gericht. Het betekent letterlijk:
neer-vatten of neer-pakken. Het gaat erom, dat geheimenis
van Efeziërs te gaan beseffen, geestelijk te vatten, te pakken
en zó dat je het kunt vasthouden. Daartoe is de mens niet in
staat. Daarvoor is de krachtige inwerking van Gods heilige
geest voor nodig, waarmee wij verzegeld zijn.

‘In hoofdstuk 1 was het gebed ook al om een geest van wijsheid
en onthulling.

Zo blijkt uit Efeziërs, dat het geestelijk verstaan en beseffen
enorm
belangrijk is als het gaat om de waarheden voor deze tijd,
die zo afwijken van wat tot dan toe was onthuld in het evangelie
van de besnijdenis. Dat is dan ook aanleiding tot de welhaast ein-
deloze ver
warring (heen en weer geslingerd door allerlei wind van
leer), die de christenheid (vooral de ‘evangelische’) beheerst.

‘Ja, het is diep treurig, dat men bepaalde, duidelijk Schriftuurlijke
lijnen niet volgt, maar mengt.’

Het gevolg is dan, dat je gedwongen wordt de brieven van Paulus
inhoudelijk los te laten en uit te leggen naar jouw theologische
vooronderstellingen. Je moet zijn brieven dan aanpassen en model-
leren
en plooien om ze overeen te laten stemmen met dé boodschap
die
voor de Besnijdenis bestemd is.

‘Je kunt aan de duidelijke uitspraken in zijn brieven een eigen
draai geven. Dat gebeurt.’

Zo is het. En men zaait daarmee alom verwarring. Dat is exact
wat de tegenstander bedoelt. Gelovigen die in verwarring zijn
en niet meer weten waar ze het moeten zoeken. Overal wordt
meerdere uitleg aan gegeven. En of dat ook zo is? We zouden
toetsen aan de Schrift en dat wat er echt staat, wat er wél staat,
vasthouden en God daarop vertrouwen!

 

 


Woord vandaag

‘Geweldig, dat wij zo begenadigd zijn in de Geliefde.’

Bijzonder, dat wij zoiets kunnen lezen in Efeziërs. Het is een
machtige brief, met hoogten en diepten die wij nauwelijks
kunnen bevatten. Vandaar dat het gebed in 3:14-21 daarom
draait. Het gaat om bijzondere kracht in heel dit gedeelte.
Allereerst: ‘..in kracht standvastig gemaakt te worden door
Zijn geest in de innerlijke mens’….(vers 16), daarna: ….’jullie
…uitermate sterk zullen zijn…’ (vers 17). En dat is allemaal
‘in overeenstemming met de rijkdom van Zijn heerlijkheid’
(vers 16) en ‘in liefde geworteld en gefundeerd’ (vers 17).

‘Ja, dat is nogal wat he.’

En het is alles bedoeld: ‘om gezamenlijk met al de heiligen te
beseffen wat de breedte en lengte en diepte en hoogte
is (en
daarnaast te kennen de kennis overstijgende liefde van de
Christus), opdat jullie compleet gemaakt worden tot het vol-
ledige complement van God’ (vers 18,19).
Dit zijn zulke bijzondere woorden, dat wij maar nauwelijks
een idee hebben van wat dit allemaal inhoudt.

‘Het gaat erom, dat wij hier als gelovigen iets van beseffen.
Maar wat houdt dat woord ‘beseffen’ in?’

Wij zijn enorm bevoorrecht, dat wij wat zicht hebben gekre-
gen op de boodschap van Efeziërs. Heel oppervlakkig gezien
zou Efeziërs bekendmaken wat de eenheid in de ekklesia, het
lichaam van Christus inhoudt en dat Jood en heiden één zijn
in dat lichaam van de Messias. Puur vanuit de kant van Israël
benaderd zou het dan om niet meer gaan dan een eenheid af
te kondigen van die beide groepen, en dat de scheiding die het
judaïsme aanbracht, in Christus weggedaan is.

‘Nou, als je de brief leest, gaat het wel om meer dan dat.’

Sterker nog, daar gaat het niet eens om in deze brief. Wat dan
gedacht wordt, is een eenheid in het vlees om het aardse konin-
krijk binnen te lopen. In Efeziërs gaat het daar niet om! Dat
alles wordt in allerlei andere delen van de Schrift duidelijk ge-
maakt, in de oudtestamentische profeten bijvoorbeeld.
In Efeziërs zijn diepere geestelijke waarheden aan de orde. Van-
daar het gebed, dat de gelovigen dat zullen gaan beseffen, omdat
het geestelijk verstaan moet worden.
Daar is Zijn kracht voor nodig!