Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Want Deze is meer heerlijkheid
waardig geacht naast Mozes,
zoals die het toebereidt zo
veel meer eer heeft dan het huis
            Hebreeën 3:3

Mozes, met al zijn door God
gegeven vermogens, verbleekt
bij de Heer Jezus Christus. Ja,
Mozes ontving de Thora en zijn
naam is met de eerste 5 boeken
van de Schrift verbonden.
Toch is Degene van Wie Mozes
sprak veel groter en heerlijker
dan Mozes zelf. Johannes zegt:
Mozes gaf de wet; de genade
en waarheid zijn door Jezus
Christus geworden.
Zoals de Heer in Zijn wandelen
te midden van Zijn volk was. Zo
veel genade, zo veel waarheid.
Het is indrukwekkend te lezen
en toe te passen in je leven als
het gaat om Zijn gezindheid.
Dienen, Zijn genade doorgeven.

Jezus, Die trouw is aan
Hem,Die Hem gemaakt
heeft, zoals ook Mozes in
geheel zijn huis.
          Hebreeën 3:2

Mozes kreeg eerst 80 jaar
training. Eerst daarna, na het
hoeden van het vee in Midian
bij schoonvader en priester
Jetro, mocht hij Israël, ook
een kudde, gaan leiden. God
is geduldig; Hij werkt op Zijn
tijd Zijn plan uit. Zeker met
Mozes, die in die 40 jaar tot
zijn 120^e trouw was in heel
zijn huis.
Zo begon de Heer Jezus eerst
na 30 jaar voorbereiding aan
Zijn opdracht om de verloren
schapen van het huis Israël te
redden, Matt.15:24. Ook Hij
was -meer dan Mozes- trouw
in heel Zijn huis. Het geloof
van Jezus Christus is voor ons
ook beslissend geweest!

Jezus, Die trouw is aan
Hem,Die Hem gemaakt
heeft, zoals ook Mozes in
geheel zijn huis.
          Hebreeën 3:2

God, Zijn Vader, maakte Hem,
Jezus, trouw in Zijn huis.
Mozes was dat ook; de Zoon
is volkomen betrouwbaar,
als de ware Hogepriester in
het huis van God en in het
huis van Israël. Mozes was
een profeet; zijn broer werd
als eerste hogepriester van
het volk Israël aangesteld.
De grote Profeet als Mozes
(Deut.18:15) is de Heer Jezus
Christus. Waar Mozes zeker
trouw was, mocht hij Israël
niet het beloofde land binnen
brengen. Dat deed Jozua, die
op zich ook weer een type is
van Hem die komen zou.

Vanwaar, heilige broeders, de
deelhebbers van de ^ophemelse 
roeping, overdenkt de Apostel 
en Hogepriester van onze 
belijdenis, Jezus
                Hebreeën 3:1

De broeders uit Israël mogen
zich bewust worden van de
^ophemelse roeping. De aardse
roeping van Israël was en is
zeer bekend. Die kan hemels
van karakter zijn, omdat de
Messias Jezus uit hemel zal
afdalen op de Olijfberg en
grote zegen brengen, die van
het nieuwe verbond.
De aandacht wordt op Hem
gericht als de grote Apostel
(Afgevaardigde) van God.
‘Onze belijdenis’ is die van
het volk Israël; dat is eerst
het ‘Sjema’; de ene Elohim
is Jahweh. Eén God. En die
belijdenis is voor gelovigen
uit Israël helemaal vol, nu
zij de Heer Jezus Christus
als hun Messias erkennen.
De schrijver gaat nu meer
zeggen over de Zoon van
God, Die hun Hogepriester
is, naast Afgevaardigde en
Middelaar.