Woord vandaag
De Heer Jezus Christus zij met
jouw geest. De genade zij
met jullie! Amen!
2 Timotheüs 4:22
Met de genade zij met jullie
sluit Paulus zijn laatste brief
af. Het is een bede voor de
hele tijd (het beheer van het
geheimenis, van de genade,
Efeziërs 3:2,9) die volgde.
ook nu geldt dit nog voluit.
Tot aan de bazuin van God.
Leven in genade, dagelijks
genieten van Gods gunst in
alle opzichten. Dat God een
geopende deur voor het
woord geve, om te spreken
van het geheimenis van de
Christus, zolang dat nog kan.
Bidt u met Paulus voor die
genade mee?
Totdat Hij komt!
Woord vandaag
De Heer Jezus Christus zij met
jouw geest. De genade zij
met jullie! Amen!
2 Timotheüs 4:22
Een bijzonder slot van deze
2e brief aan Timotheüs.
Wat kun je beter aan wens
en bede toevoegen?
Opmerkelijk is ook, dat de
apostel zegt: de Heer zij
met jouw geest. Daardoor
wordt het unieke geestelijke
karakter van dit beheer van
genade bevestigd. De geest
van de gelovige is verbonden
met de geest van Christus.
Hij woont door Zijn geest in
de gelovige. In een proces
gaat de gelovige groeien,
opdat niet langer het oude
ik te zien is, maar Christus.
Woord vandaag
Beijver je om voor de winter
te komen. Jou groet Eubulus,
Pudens, Linus, Claudia en alle
broeders
2 Timotheüs 4:21
Paulus noemt hier nog enige
getrouwen. Namen die we
alleen hier tegenkomen.
Eubulus, wel-raad.
We kennen boulè, raad, en
boulèma, bedoeling. Het is
naar Gods bedoeling dat er
weinigen zijn die dicht bij de
waarheid van God blijven.
Pudens, bescheiden, lijkt te
verwijzen naar ootmoed,
dé gezindheid van Christus
Jezus die tot eer van God is.
Linus, vlas, linnen, verwijst
mede naar de opstanding.
De discipelen vonden het
linnen in het graf van Jozef
waarin Hij gewikkeld was.
Claudia, mank, kreupel, is
verwijzing naar situatie van
het volk, dat nu nog Jakob
is, en hun Pniël komt nog.
Daarna zullen zij als zonen
van de Allerhoogste dienen
als koningen en priesters.
Woord vandaag
Erastus blijft in Korinte, maar
Trofimus, zwak zijnde, liet ik
achter in Milete.
2 Timotheüs 4:20
Erastus (geliefd), was een
stadsrentmeester (Rom.16:23)
waarschijnlijk in Korinthe.
Hij was een gelovige, en werd
samen met Timotheüs erop
uit gestuurd (Hand.19:22) om
gelovigen in Macedonië het
goede voedsel (het woord van
Gods genade) te geven.
Trofimus (voeding) de Efeziër,
werkte in het evangelie mee.
Als reisgenoot (Hand.20:4)
werd hij onderwerp van laster
en Paulus kon maar net ontzet
worden door soldaten.
Ook hij was medewerker om
mede gelovigen te voeden met
het uitstekende onderricht.
Hij was ziek en daarom had de
apostel hem achter gelaten in
Milete (genas hem niet).
Ook wij kunnen medewerkers
zijn door op z’n minst te bidden
voor een geopende deur voor
het woord (Kol.4:2-6)!