Woord vandaag
en door een raam in een
tenen mand werd ik, door
de stadsmuur, en ik
ontsnapte aan zijn handen.
2 Korinthiërs 11:33
Paulus ontkwam op een
wonderlijke manier aan
het complot dat tegen zijn
leven gesmeed was. Dat is
betrekkelijk vroeg in zijn
loopbaan geweest. In de
Syrische stad Damascus is
het, dat hij betuigde uit de
Tenach, dat Jezus de Zoon
van God is. De Opgestane,
zoals dat ook in profetie en
typen was vastgelegd.
De Gezalfde van God wás
gekomen; daarmee bracht
hij de Joden in verwarring,
Handelingen 9:20-22.
Tot op vandaag menen zij,
dat de Messias nog moet
komen, en dat is ook zo.
Hun Messias Jezus zál ook
komen en verlossen.
Het zal wederkomst blijken
te zijn, dat uitzicht en die
verwachting geeft Vader.
Woord vandaag
In Damascus bewaarde de
landvoogd van Aretas, de
koning, de stad van de
Damasceners verzekerd;
hij wilde mij pakken
2 Korinthiërs 11:32
Paulus vermeldt hier weer
een situatie waarin hij in
gevaar was. Hoewel in de
gevangenis, toch bleek een
aanslag in voorbereiding te
zijn. De Heer zou hem ook
uit deze omstandigheid in
genade bergen.
Zie Handelingen 9:23-25.
Zo kon hij ervan getuigen,
later in zijn 2e Timotheüs-
brief, dat de Heer hem elke
keer gered had. Menigeen
zou overwogen hebben om
er maar mee te stoppen.
Paulus niet; hij ontving de
genade, de kracht om zijn
loopbaan volledig te lopen.
Ook de Heer Zelf deed dat.
Woord vandaag
De God en Vader van de
Heer Jezus, Die gezegend is
voor de eonen, neemt waar,
dat ik niet lieg.
2 Korinthiërs 11:31
De God en Vader van onze
Heer Jezus. De Heer was het,
Die de Vaders wil deed tot
het uiterste. Alle woorden die
Hij sprak waren van de Vader;
al wat Hij deed, deed Hij om
Zijn Vader te behagen. Dat is
in ootmoed wandelen; laat
die gezindheid ook in ons zijn.
Paulus wandelde ootmoedig;
hij was zich diep bewust van
de grote genade, die God in
zijn leven gebracht had. Dat
gaf hem ook de kracht om de
genade van het apostel zijn
te volbrengen. Het lijden; in
alles bleef hij in ootmoed de
Vader dienen. Daarom sprak
hij de waarheid tot gelovigen
in Korinthe en tot ons.
Woord vandaag
De God en Vader van de
Heer Jezus, Die gezegend is
voor de eonen, neemt waar,
dat ik niet lieg.
2 Korinthiërs 11:31
De God en Vader van de Heer
Jezus. Voor Zijn aangezicht
leefde en werkte Paulus als
de apostel van de natiën.
De leraar van de natiën in
geloof, kennis en waarheid
was het, die dit kon getuigen.
Dé God en dé Vader is het,
in Zijn handen was en is heel
ons leven. Deze is gezegend
voor (tijdens) de eonen. Het
echte zegen geven; dat was
altijd door een hogere aan
een lagere.
Melchizedek zegende Abram
(Gen.14:18-20).
De (hoge)priester kon zegen
over het volk Israël spreken
(Num.6:22-27).
De mens kan in dankgebed
uitspreken: Gezegend is de
God en Vader van onze Heer
Jezus Christus (Ef.1:3).
En dat is in grote dank voor
de ontvangen zegen:
Die ons zegent met iedere
geestelijke zegen te midden
van de hemelsen in Christus.