Ík zelf echter, Paulus,
spreek jullie aan door de
zachtmoedigheid en
inschikkelijkheid van
de Christus
2 Korinthiërs 10:1
Paulus komt hier weer in zijn
autoriteit als apostel door
te schrijven:
Ik zelf echter, Paulus.
Na het fijne, vreugdevolle
deel 8:1-9:15 komt weer
een ernstig woord. Ook nu
hebben deze woorden voor
ons volle zeggingskracht.
Het is Christus Jezus, Die
door hem spreekt; hij zegt
dat: ik spreek jullie aan door
…de Christus.
Wij luisteren biddend naar
wat komt, zoals de profeten
van Tenach beefden als zij
het woord van Jahweh naar
zich toe kregen. Hoewel de
setting voor ons in genade
is; het is Gods woord.
Het aanspreken heeft hier
een sterk aanmoedigende
ondertoon, in liefde gezegd.
Dank echter aan de God voor
Zijn onbeschrijflijke geschenk!
2 Korinthiërs 9:15
Paulus gebruikt het woord dat
met ‘om niet’ verband houdt:
geschenk. Zijn geliefde Zoon is
het allergrootste geschenk. En
door Hem leven wij nu in grote
genade, overstijgende genade
(9:14). Alle dank voor alles is
aan God, de Vader. Hij zorgde
voor gevende harten, gulle en
werkende handen.
Woorden schieten tekort om te
beschrijven wat Vader geeft en
doet. Een fijne afsluiting van dit
wat langere gedeelte over de
schenking van de Macedoniërs
en Korinthiërs en anderen voor
de arme heiligen. Het is alles
Gods rijke genade.
en in hun smeekbede voor
jullie, verlangend jullie waar
te nemen, vanwege de
overstijgende genade van
God over jullie
2 Korinthiërs 9:14
De Macedoniërs hoorden
dat in Korinthe geloof was en
dat ook zij een bijdrage aan
het royale geschenk zouden
leveren. Zij baden ernstig voor
de Korinthiërs; het tekent de
band van liefde van God.
Hun verlangen was dat zij de
Korinthiërs konden treffen,
ontmoeten. Zij hoorden van
de overstijgende genade via
Paulus; die werkte ook heel
krachtig in Korinthe. Dat gaf
diepe vreugde en de band
tussen gelovigen onderling
onverbreekbaar.
Dat Paulus zó schrijft over
de gelovige Macedoniërs,
zegt veel over Gods kracht.
In deze derde studie wordt ingegaan
op het Zoonschap van God van Christus
voordat Hij Mens werd en hoe daaraan
herinnerd wordt.
Naluisteren: deel A en deel B
door de beproefdheid van
deze dienst, God
verheerlijkend over de
onderschikking van jullie
belijdenis voor het
evangelie van Christus,
en, in de edelmoedigheid
van de bijdrage voor hen
en voor allen
2 Korinthiërs 9:13
Veel wordt hier gezegd over
de gelovigen. Zij werden wel
beproefd; zij hadden weinig
en er werd een beroep op
hen gedaan. Zij gaven boven
hun vermogen. Paulus stelt
vast, dat zij God verheerlijkten
door onderschikking. Dat is
ook dé plaats voor ons: die
van onderschikking. Dat is
de houding waarin de mens
zich gelukkig weet, als die
zich zo opstelt.
De geest van God werkt in
de mens uit, dat die lief gaat
hebben en gaat geven.
Wat is nodig tot verandering?
Dat mensen het evangelie
van Christus horen, en leren
kennen. Zo leren zij de liefde
van God kennen; en kan de
liefde door Zijn geest in het
hart werken.
Copyright © All rights reserved.