Genade voor jullie en vrede
van God, onze Vader, en van
de Heer Jezus Christus.
1Thes.1:1b
De genade (rechtvaardiging om
niet) en de vrede (verzoening);
óók van de Heer Jezus Christus.
Hij is Kurios, Heer: wij zijn slaven
en geroepen Hem te dienen. ‘In
Zijn dienst’ is ons voorrecht in
alle opzichten, aspecten van ons
bestaan. En Hij is onze Redder:
Jezus, de Naam die wij eerbiedig
uitspreken, is: Jahweh-Redder.
Dat klonk doorheen heel Tenach
én de ‘evangeliën’. Paulus zegt
ook, dat Hij in de wereld kwam
om zondaren te redden. Petrus
zegt in Handelingen dat het de
Naam waardoor redding is.
Hij is dé Christus, Gezalfde, en
bekrachtigd, als ware Profeet,
Hogepriester en Koning. En dat
zijn Zijn aardse heerlijkheden;
de hemelse lezen wij verder in
Paulus’ brieven.