Woord vandaag
Van wie nu heeft Hij veertig
jaar gewalgd? Juist niet van
hen die gezondigd hebben,
van wie de lijken gevallen
zijn in de wildernis?
Hebreeën 3:1
Tegenspreken, murmureren;
het zijn uitingen van ongeloof.
Men had geen vertrouwen in
Jahweh. Hij zou hen brengen
in het beloofde land. Daar zijn
onder meer de Amorieten, en
de Kanaänieten et cetera. Daar
was men bang voor. Wat is de
mens zonder God? Niets. Een
bang, vreesachtig hart en alles
doen om zekerheid te hebben.
Zo vertrouwden velen in Israël
tijdens de woestijnreis niet op
Jahweh, men wilde terug naar
de vleespotten van Egypte (een
beeld van ‘de wereld’).
Om de zonde van ongeloof zijn
velen tijdens de reis gesneuveld.
Jahweh walgde van hun gedrag.
Het was tegelijk demonstratie
en voorbeeld voor ons, op wie
de einden van de eonen zijn
gekomen (1Kor.10:11). Laat wie
meent te staan uitkijken dat hij
niet valt!
Woord vandaag
Want sommigen hebben Hem
gehoord en zijn verbitterd,
maar dat zijn niet allen die uit
Egypte gekomen zijn door Mozes
Hebreeën 3:16
De zonen van Israël hoorden
Zijn stem, en waren verschrikt
bij de berg Sinaï. Daar waren
duisternis, donderslagen en
bliksem. En zij ontvingen en
hoorden de woorden van
Jahweh. Via Mozes en Jozua
vernamen zij de uitspraken die
zo kostbaar en bepalend waren.
Nu de Heer Jezus is gekomen,
sprak, leed, gekruisigd is en
op de derde dag opgewekt
uit de dood, is het voor de
Hebreeën zaak daarbij te
blijven. Ook zij verwachtten
in te gaan in het beloofde.
Dat geldt ook ons als leden
van het lichaam van Christus.
Wij hebben de toekomst te
midden van de ophemelsen.
Anders dan Israël zien wij uit
naar de bediening voor de
hemelse machten, krachten.
Op Zijn tijd zal de bazuin van
God klinken!
Woord vandaag
wanneer gezegd wordt:
“Heden, ingeval jullie Zijn
stem horen, zouden jullie
niet jullie harten verharden
als in de verbittering.”
Hebreeën 3:15
De stem hoorden de Hebreeën
in de Handelingentijd door deze
brief. Er lagen en liggen erg rijke
beloften voor Israël. Gelovigen
leven daarop en zien uit naar
de grote vervulling als Messias
Jezus komt. Hoewel het langer
duurt en het lijkt alsof ze niet
tijdens hun leven vervulling
ervan zien, de roep is daar om
op te zien naar God, naar de
Zoon. Verbittering in ongeloof
is akelig en ziek makend. Het
leven in geloof op wat God zegt
blijft verwachtingsvol en heeft
steeds nieuwe krachten in zich.
‘Heer, U komt op Uw tijd, schenk
ons kracht om te volharden!’
Woord vandaag
Want wij zijn deelhebbers
geworden van de Christus,
mits wij het begin van onze
aanneming tot aan de
voltooiing bevestigd,
vasthouden
Hebreeën 3:14
In Handelingen lezen wij het
antwoord op de vraag: Heer,
zult U in deze tijd voor Israël
het koninkrijk herstellen (1:6)?
Veel Israëlieten geloofden en
bekeerden zich, lieten zich in
water dopen en heilige geest
kwam op hen. Zij werden zo
deelhebbers van de Messias
Jezus. Zij waren kinderen van
God geworden (Joh.1:12).
Het koninkrijk had echt door
kunnen breken, als dat alles
was doorgezet. Het hele volk,
inclusief de leiders, zou dan
wedergeboren worden.
Dat gebeurde evenwel niet.
Herhaald geeft Handelingen
te kennen, dat verharding (of
vereelting) optrad: ongeloof.
Omdat de vestiging van het
aardse koninkrijk uitbleef,
vielen sommigen terug in het
oude judaïsme. De Hebreeën
moesten volharden, daartoe
roept de schrijver op, naar de
woorden van de Heer Jezus
in Mattheüs 24:13:
Maar wie volharden zal tot het
einde, die zal gered worden.