In Hebreeën lezen wij twaalf keer
‘beter’ en deze keer werden de
laatste 5 besproken. Het woord
op-hemels komt zes keer voor
in deze bijzondere brief.
Naluisteren: HIER
Beter!
Woord vandaag
ons onophoudelijk herinnerend
jullie werk van het geloof en de
moeite van de liefde en de
volharding van de verwachting
van onze Heer Jezus Christus,
voor onze God en Vader
1 Thessalonicenzen 1:3
Wat geeft goede smaak, veel
extra’s aan het werk van het
geloof?
De moeite van de liefde.
Dat maakt het werk lichter.
De hoge, belangeloze liefde
van God doet onvermoeibaar
doorgaan in ons werk.
Wat God op onze weg brengt?
Dat weten wij niet, het is voor
ieder weer anders.
Kan die liefde zoveel energie
geven? Ja, want het is de geest
van God; dat is de geest van
Zijn liefde, die bekrachtigt tot
dienstwerk.
In wezen is dat de vrucht van
de geest: Zijn liefde omvat de
andere aspecten zoals geduld,
inhouding, zachtmoedigheid,
et cetera.
Woord vandaag
ons onophoudelijk herinnerend
jullie werk van het geloof en de
moeite van de liefde en de
volharding van de verwachting
van onze Heer Jezus Christus,
voor onze God en Vader
1 Thessalonicenzen 1:3
Gebed en dank in Paulus’ hart
voor dit alles. Hij was maar kort
in Thessaloniki geweest; maar
Silas en Timotheüs bleven daar
wat langer tot opbouw.
Wij zien: het geloof, de liefde en
de verwachting. Dé aspecten in
dit beheer van de genade van
God, die blijven totdat de Heer
ons wegroept.
Hier is de waarheid genoemd,
dat geloof wel degelijk werken
met zich meebrengt. Alle critici
verstommen nu, want wat de
Vader ons te doen geeft, kan in
tijden heel veel zijn. Toch blijft
het dan de genade van God die
met ons is, dat is de kracht van
Zijn opstanding!
God geve, dat wij in dit besef
druk bezig zijn in het werk van
de Heer.
Woord vandaag
Want tot wie van de
boodschappers heeft
hij eens gezegd
‘Mijn Zoon ben jij, Ík heb
jou heden voortgebracht’?
en weer
‘Ik zal voor Hem tot Vader
zijn, en Hij zal voor Mij tot
Zoon zijn’?
Hebreeën 1:5
De citaten, Psalm 2:7 ‘Mijn
zoon ben jij, Ik heb jou heden
voortgebracht’ en:
‘Ik zal voor hem tot Vader zijn
en Hij zal voor Mij tot Zoon
zijn’ (2Sam.7:14; 1Kron.17:13)
verwijzen in wezen naar de
Messias Jezus Christus.
Het tweede wijst eerst naar
Salomo. Die was in zichzelf
een groot type van Christus.
Zoals altijd verwijzen zulke
bijzondere woorden naar
Hem Die kwam; dé Zoon in
Wie de Vader welbehagen
heeft.
Al de leden van het lichaam
van Christus horen bij Hem;
wij genieten daarom ook van
het welbehagen van Vader.
Dank U wel, ons leven is te
allen tijde in Uw hand.