Daar de kinderen dan
deelgenomen hebben aan
bloed en vlees, heeft ook
Hij zeer nabij deelgehad
aan hetzelfde, opdat Hij
door de dood hem die de
macht heeft van de dood,
dat is de tegenwerker,
buiten werking zou stellen
Hebreeën 2:14
De dood van de Heer;
Hebreeën spreekt één keer
in 12:2 over het kruis, één
keer over kruisigen in 6:6.
Het bewerkte niet alleen de
reiniging van zonden (1:3),
maar ook het toekomstige
buiten werking stellen van
de tegenwerker. Deze heeft
nog wel de macht van de
dood en jaagt nog steeds
daarmee zeer velen schrik
aan. Nu de Zoon van God
Zelf door de dood heen is
gegaan, hoeft een gelovige
geen angst voor de dood
meer te hebben. In de dood
is geen bewust bestaan, en
als de overledene de ogen
opent in de opstanding, is
het: oneindige heerlijkheid
in Christus’ aanwezigheid.