‘Merkwaardig toch, dat zoveel mensen dan gebukt gaan onder
allerlei belijdenissen en tradities.
Had God dat niet kunnen voorkomen?’
Dat had Hij natuurlijk best kunnen doen.
Toch moet het zo zijn. Gods plan was, dat de god van deze eon, de
tegenstander, het denken van mensen kon verblinden en ze vast
kan houden in de soms ergste tradities. Dat lijkt vreemd, maar als
wij de Schriftuurlijke waarheid erkennen, dat Hij de schepper van
het kwaad is (Jesaja 45:6-8), dan kunnen wij hiermee rekenen.
Hier zien we weer een stukje tegenstelling naar voren komen:
Mensen leven hun leven vaak in angst voor de dood. En uiteindelijk
sterven zij ook. Maar wat zal het een geweldige bevrijding zijn, als
eens de dood tenietgedaan is en allen léven in onsterfelijkheid hebben!
Nu is er nog sterven, lijden en dood, maar God geeft leven en heerlijk-
heid! En dat niet aan enkele uitverkorenen, maar aan allen uiteindelijk!
‘Ja het is heel fijn als je iets van deze dingen mag gaan begrijpen.’
Ook dat geeft God, Hij bewerkt álles in overeenstemming met de raad
van Zijn wil.
‘Ja, dat hoor ik je wel vaker zeggen. Maar maakt dat de mensen niet tot
robots? En waar is je vrijheid dan, als alles toch al vastligt bij God?’
Je zegt het goed, het ligt vast bij God! Bij ons is er van alles enigszins
onzeker. Maar niet bij God! Wat er morgen gebeurt, is in Zijn hand.
Ook al roepen een heleboel mensen dat het enorm uit de hand loopt!
Het loopt Hém nooit uit de hand.
Juist door Gods genade leef je in vrijheid, je bent niet langer gebonden,
je hebt je handen vrij om Hem te dienen!