Structuur? In de loop van de geschiedenis zie je dat jonge, frisse, bloeiende geloofsgemeenschappen na verloop van tijd verzanden in structuur. In kerkgeschiedenisboeken wordt dit gemeld. De jonge gemeentes kenden geen vaste structuur. In beginsel werden oudsten soms door de nog levende apostelen aangesteld. ‘Toen de apostelen gestorven waren, werd de situatie van meerdere opzieners in een plaatselijke gemeente onhoudbaar’, zo schrijven prof. Berkhof en prof. de Jong, ‘kort na het jaar 100 had men in Klein Azië en Syrië al 1 bisschop (Grieks: episkopos, opziener) als leider van elke gemeente. Langzaamaan heeft zich dat overal doorgezet….De oudsten gingen steeds meer een vast college vormen, dat de bisschop koos en bijstond. Het aantal ambten verminderde dus. Ook toen later de protestanten teruggrepen op bijbelse gegevens, herstelden zij die veelheid niet, maar lieten ze het bij predikant, ouderling en diaken.’ Tot zover uit een kerkgeschiedenisboek. We zien hier duidelijk geschetst, hoe snel de vorming van vaste colleges met 1 leider gestalte kreeg. Maar zo zag het er dus oorspronkelijk (toen de apostelen zelf nog leefden) niet uit! Het was eenvoudig: bij elkaar komen rondom Gods woord. Zo was het in het begin; allerlei huiskringen, bij elkaar komen bij een rivier (Lydia). Ergens in een bovenzaal spreekt Paulus tot middernacht. De Heer zit op een berg en spreekt. Mensen stellen huizen open voor het Woord, dat was toen en is er ook nu nog. Je huurt een gelegenheid, op persoonlijk initiatief. Je komt bijvoorbeeld op zondagmiddag bij elkaar in een bedrijfskantine van een broeder….geen last van dure gebouwen, stichtingen en noem maar op. Zo kan het vandaag de dag ook.
11 september 2009
Aardse bezittingen, kerkgebouwen, allerlei eigen gebouwen en ruimtes, het is allemaal vanzelfsprekend geworden in de christelijke (óók evangelische!) wereld. Aan deze dingen zit altijd een rechtspersoon vast. En dus een bestuur. Dan krijg je bestuurlijke perikelen. Dat heb je nu eenmaal, als je door je bezit wel op aardse dingen gericht móet zijn. ‘Bedenk de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn’ schrijft de apostel in zijn machtige Kolossenzenbrief. Dat is niet zweverig. Integendeel. Paulus kijkt alleen geestelijk tegen de dingen aan. Bij veranderingen moeten beslissingen vallen. In het bedrijfsleven wordt dan weleens bestuurlijk en fel ‘ze moeten slikken of stikken’ gezegd, als men om zekere redenen een bepaald besluit of grote verandering door wil drukken. Zo’n uitspraak lijkt ondenkbaar binnen kringen van echte gelovigen. Hoewel….. Zo ga je niet met elkaar om, toch? Maar het lijkt soms wel, dat als het om geld gaat, gelovigen ineens echte mensen van vlees en bloed blijken te zijn.
‘Deze dingen hoorden de farizeeën, die geldzuchtig, en zij hoonden Hem’, staat in Lucas 16:14 te lezen. De Heer Jezus sprak weleens over wat er in het hart van de mens zit (Mattheüs 15:18-20); Hij sloeg de bekende spijker op de bekende kop! Het woord van God heeft reinigende werking.
Vul eerst je hart met dat woord, en doe daarna wat in je hart is.
10 september 2009
‘Eeehhh, laat eerst maar eens wat zien, steek je handen uit de mouwen; ga het eerst maar eens in praktijk brengen!‘ ‘Word eerst eens echt actief, in plaats van.…’ Dit type uitspraken wordt in stelling gebracht tégen het doen van regelmatige (systematische) bijbelstudie. Een hele zaterdag studie? Ach….meewarig wordt er soms gekeken. Men gaat wellicht liever….. Maria had het goede deel gekozen, meen ik me te herinneren. Hosea riep iets over een volk, dat ten onder gaat door gebrek aan…… ‘WÃj deden in onze vakantie geen bijbelstudie; wij praatten met elkaar.’ Eutychus viel uit het raam, Paulus kon maar niet stoppen. Het leidde wel tot opstanding uit de doden, overigens….. De Heer zette zich neer om te spreken, en de mensen zaten te luisteren. Geloof komt door horen, je kunt alleen horen als er gesproken wordt. ‘Eeehh, de liturgie mag van mij best wel langer!’ ‘In de beperking toont zich de meester’; kennelijk was de apostel geen meester in het spreken, want het duurde bij hem regelmatig vrij lang…. ‘Verkondig het woord, dring erop aan, gelegen of ongelegen’…
9 september 2009
Weet u hoe men soms de beste toespraken wegveegt? Door te zeggen: ‘de toon beviel me niet’. Dat zouden de wetgeleerden ook gezegd kunnen hebben toen de Heer uitgesproken was in Mattheüs 23. ‘De toon van deze rabbi beviel ons niet’. Het was inhoudelijk de spijker op de kop! De Heer zelf, en Paulus? Die konden fel zijn zeg! Volgens mij bekommer-den zij zich niet al te veel om dit soort reacties over de toon en zo….. Zij waren dan ook niet (financieel) gebonden aan (grote) instituten dan wel geloofsbelijdenissen. Dan kun je heerlijk vrijuit spreken. Geen last van wettische achterbannen. Gewoon, zeggen wat geschreven staat. Niets minder dan dat. Dat is genoeg. Overvloedig veel zelfs. En je wordt niet afgeleid door belijdenissen. De enige toetssteen, die resteert, is de Schrift zelf. Het kan natuurlijk wel gebeuren, dat (net als bij Apollos) er zijn, die de weg van God nauwkeuriger (aan de hand van de Schrift) kunnen uitleggen. Dat werkt verdiepend en brengt nóg meer vreugde en blijdschap met zich mee! Wat mij betreft: laten er meer Priscilla’s en Aquila’s zijn!
8 september 2009
‘Ja, maar dat gaat niet zomaar niet!’ ‘Ja, maar dat is veel te gemakkelijk’!’ ‘Ja, maar wat moeten we dan?’ Kent u deze reacties? Ze komen regelmatig terug, waar het evangelie van genade gesproken wordt. Geen opgelegde wetten en dito regels? Onmogelijk! Wat dat betreft, is de apostel voor de heidenvolkeren toch wel de spreekwoordelijke luis in de calvinistische pels. Dié sprak en schreef van Gods genade. Nou en of! De hele brief aan de Galaten is specifiek aan het onderwerp wet/genade gewijd. Geen populaire brief in Bijbelstudie kringen, als je het mij vraagt. Een fors deel van de brief aan de Romeinen eveneens. Om over de brieven aan de Korintiërs maar te zwijgen. Het heeft er alles mee te maken, dat een gelovige al deel uitmaakt van een nieuwe schepping. De oude mens is voorbij, zie de nieuwe is gekomen. Die leeft uit heel andere basisprincipes. Die in het hart gelegd zijn. Door wie? God zelf. Zou toch mooi zijn, als de ware vrijheid van Gods genade bij steeds meer gemeenteleden gaat doordringen in het hart….
Weet u, wat er dan gaat gebeuren? Dan gaat men elkaar niet langer bijten en vereten en uit-gebreid de fouten van anderen bespreken en herinneren. In plaats daarvan gaat men de ander naar Galaten 6:1,2 helpen en dat in een geest van zachtmoedigheid.