‘Het is wel raar dat de buren het eigenlijk niet geloofden, dat hij weer kon zien.’
 In vers 8 blijkt, dat de buren twijfelen. Ze denken wel dat hij het echt is, vreemd,
want de rest van hem zal weinig veranderd zijn. Makkelijk te herkennen lijkt mij.
Anderen dachten dat hij het wel is en weer anderen zeiden dat hij die genezen was
op hem leek. De blindgeborene twijfelt zelf natuurlijk niet: ‘ik ben het’ zei hij.
gegaan is. Als ze vragen waar de Heer Jezus is, dan weet hij dat niet. Logisch.’
Dan wordt hij meegenomen naar de (religieuze) leiders van die dagen: de
farizeeën. In vers 14 wordt opgemerkt, dat het op een sjabbat gebeurd was.
Dan weet je het al: dit is foute boel.
zij betwijfelen direct of de Heer Jezus wel van God kwam, omdat Hij de
sjabbat (in hun ogen) niet hield. Zo zie je dat religie vaak betekent, dat je
heel veel dingen niet mag. Zelfs niet genezen op sabbat.
‘Ja je ziet dat het altijd hetzelfde liedje is. Je mag vooral heel veel niet als
je religieus/godsdienstig in een systeem gevangen zit. Beklemmend!’
Kijk, en die farizeeën waren er zo van overtuigd dat het gewoon niet zo kon zijn,
zij geloofden hem niet!
Hij wist 100% zeker dat hij altijd blind was geweest en nu weer kon zien.
En zij geloofden hem botweg niet. Zijn ouders moesten erbij gehaald worden
om het waarheidsgehalte van zijn verhaal te onderzoeken.
Wat een vernedering moet dat voor hem geweest zijn! Zo word je gekleineerd,
voor gek gezet, in de hoek gezet omdat zij twijfelden, en dus niet geloofden.
Het kón gewoon niet waar zijn, zo’n eenvoudig mens.
Die zou het beter weten dan zij, de geleerden?
‘Je merkt, dat zij hoog van zichzelf dachten. Het verhaal zet ook nog eens
de eenvoud van geloof tegenover het systeemdenken van de farizeeën neer.
De overeenkomsten met vandaag de dag zijn wel heel opmerkelijk!’
Â