‘Het laatste stuk van Johannes 9 is best mooi. De blindgeborene heeft
maar een paar woorden van de Heer nodig. Hij gelooft!’
Ja, mooi he. Tekenend: zodra hij uit de synagoge geworpen is, komt Hij
de Heer tegen. En hij gelooft in Hem als de zoon van God!
De Heer spreekt dan van zijn komst, het is een gericht, dat tweeledig uitpakt:
zicht voor de blinden en blindheid voor de zienden. Dat is geestelijk bedoeld.
De blindgeborene kreeg zicht en dat letterlijk en geestelijk. Vooral dat laatste
is heel wezenlijk. Zo is hij een type van het volk, dat tot geloof komt, als zij uit
hun eigen leerhuis loskomen en Hém als hun Messias gaan aanvaarden.
‘En dat antwoord van de Heer aan de farizeeën? Hoe moet je dat zien?’
De Heer zegt, dat zij van zichzelf meenden te zien. Zij waren blind voor het
feit, dat zij zelf zondaren waren. Zij meenden rechtvaardig te zijn. Zoals
Paulus schrijft in Romeinen 9:31,32 dat zij (Israël) de gerechtigheid niet
uit geloof, maar uit werken van de wet zochten. Zij stootten zich aan de
steen des aanstoots, de Heer Jezus Christus. Zij bleven blind.
Dat blijkt allemaal, als de Heer zelf komt als het licht van de wereld (Jo-
hannes 9:5), dan blijkt de duisternis van het hart en de overleggingen die
mensen hebben.
Eens zal alle duisternis uit het heelal verdwenen zijn en zal iedereen Hem
kennen zoals Hij is, en zal God alles in allen zijn! Dát licht straalt uit de blijde
boodschap zoals Paulus die verkondigde!