Woord vandaag

‘Ja we hebben het nu al een tijdje over al die profetieën.
Er zijn veel boeken over vol geschreven, er zijn veel visies
en meningen. Hoe vind je daarin je weg?’

Een heel belangrijk gegeven is, dat Israël nu een als Joodse
staat in het Midden-Oosten aanwezig is. Dat is door de profeet
Ezechiël gezien in zijn bekende visioen, het dal van dorre
doodsbeenderen, hoofdstuk 37. Het staat in een paar teksten
in een langer gedeelte waar het gaat om de geest die moet
gaan werken. Pas later gaat de geest werken in dat dode lichaam
en komt het tot leven. Wij zitten nu nog in de fase, dat het dode
lichaam, de huidige Joodse staat, daar is.

‘Maar wanneer gaat die geest dan werken?
Wanneer gaat het volk dan echt herleven?’

Dat zal pas gebeuren, nadat men de verkeerde heeft aanvaard.
In de volgorde van de gebeurtenissen is er onderscheid tussen
Israël en de gemeente, het lichaam van Christus. Wij leven nu
nog in de tijd, dat leden van dat lichaam geroepen worden.
Het is juist al heel bijzonder, dat wij in onze dagen sinds 1948
officieel daar een Joodse staat in het land Israël zien.

‘Is dat echt zo bijzonder dan?’

Ja, want het is vervulling van Bijbelse profetie! Het is tastbaar
onder ons aanwezig. We zijn er zó aan gewend geraakt, dat we
het als vanzelfsprekend aannemen. Maar vergis je niet, God
heeft grote beloften aan dat volk gegeven, en zal die vervullen!

Woord vandaag

‘Dat wij leven in de eindtijd volgens het profetisch woord, is
duidelijk. Het lijkt erop, dat er in het Midden-Oosten van alles
gaat gebeuren. het broeit daar.’

Er zijn natuurlijk al lange tijd veel spanningen. Het draait alles
om dat ene kleine landje Israël. De landen rondom Israël zijn
de ‘bijbelse’ landen, om het zo maar te zeggen. Het hele profetische
scenario ligt klaar. Alleen is er heel veel verwarring rond ook
bekende begrippen.

‘Zoals?’

Nou, neem een begrip als (H)armageddon. Men denkt, dat daar,
in het dal van Megiddo de grote eindstrijd zal plaatsvinden. Velen
denken daarbij zelfs dat dan de hele wereld zo’n beetje zal vergaan.

‘Is dat niet zo, dan?’

Nee, als je gewoon Openbaring leest, zie je dat bij (H)armageddon
de legers zich zullen verzamelen, maar het is zelf niet de plaats waar
de grote eindstrijd (van deze eon) zal plaatsvinden. De legers zullen
vandaar optrekken en de strijd zal uiteraard draaien om Jeruzalem.

‘Mensen schrikken soms als je dat woord alleen al noemt.’

Ja, en als je het woord ‘antichrist’ in de mond neemt, ook. Dat komt
op mij zo over, dat men wel weet dat die zal komen, maar stel je voor
dat hij nu écht ergens op de wereld rondloopt. Dan komt het érg dicht
bij. Of misschien zijn mensen het wachten op de bazuin van God een
beetje beu geworden. Maar, het punt is, dat elke dag er weer een dichter
bij dat moment is.

‘Je kunt de dingen wat beter relativeren, lijkt mij, als je beseft dat dat
er aan zit te komen. Ik merk ook in mijn omgeving, dat gelovigen zich
soms ontzettend druk kunnen maken over niet zo erg belangrijke
dingen.’

Precies, waar het wérkelijk om gaat, is dat wij als gelovigen kunnen staan
en standhouden in deze tijd van grote verwarring en verwatering. Alleen
het Woord zelf houdt stand, de waarheid van God maakt je vrij!

Woord vandaag

‘Maar, men heeft toch vaak uitgerekend wanneer de Heer terugkeert, en het is
nooit uitgekomen.’

Omdat mensen hun eigen interpretatie kozen en verkeerd rekenden. Je moet
wel echt op het juiste moment beginnen als het bijvoorbeeld over de 69 weken
van Daniel 9 gaat. Problematisch blijft de verandering in kalender(s). Daardoor
is het bijna onmogelijk de datum vast te stellen. Maar, in 2 Petrus staat ook,
dat wij er goed aan doen op het profetisch woord acht te slaan.

‘Ja maar mensen zeggen dat er zoveel gezegd is, dat er veel visies op Israel zijn,
en daarom hoeft het niet meer zo. Het zou de mensen onrustig maken’.

Mensen kunnen ook in een valse gerustheid zijn. Waarom heeft God ons dan
Zijn woord gegeven? Om Zich te openbaren, toch?
Kijk, men citeert halve teksten om hun eigen punt te kunnen scoren, gisteren
noemde je het voorbeeld uit Deuteronomium 29:29 ‘de verborgen dingen zijn
voor de Here, onze God’. Maar dat is de helft van de tekst! Er staat ook bij: ‘maar
de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen altijd’.
En al wat in de Schrift staat, is openbaring van God! Ook de profetieen!

‘Ja, klopt, er werd ook daar een halve tekst aangehaald.’

En de tekst uit 1 Corinthiers 2 werd ook half geciteerd. Want er staat ook bij:
‘want ons heeft God het geopenbaard door Zijn geest’. We zien, dat God openbaart! Daarom loont het absoluut de moeite de profetieen te onderzoeken, opdat wij de tijd onderkennen waarin wij zijn. Als je bijvoorbeeld in de Bijbel de uitdrukking ‘de dag des Heren’ opzoekt overal waar die voorkomt, wordt duidelijk wat er dan precies gaat gebeuren. Je leest welke (natuur)verschijnselen er zijn bij het komen van die dag.

‘Mensen schrikken er toch voor terug.’

Misschien omdat het tijd kost en er gedacht wordt dat het te moeilijk is.
Het loont zeer zeker de moeite, en je kunt in elk geval de dingen beter
plaatsen als er over gesproken wordt.
De tijd waarin je leeft onderkennen, is van groot belang.
En: het gaat in de profetieen om Hem, die komt: onze Heer Jezus Christus!

Woord vandaag

‘Ja, die toekomst he. Veel gelovige mensen vinden dat een moeilijk onderwerp.
Met name de profetieen, daarvan zijn al veel uitleggingen geweest, zodat men
zich er niet aan wil branden.’

Zeker. En wat kom jij dan tegen?

‘Nou, men heeft het dan over die tekst uit Deuteronomium dat de verborgen
dingen voor de Heer onze God zijn, men noemt dan direct erbij: wat geen oog
heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen
wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. Daar bij wordt dan gezegd
dat je je maar beter niet zo met de toekomst moet bezig houden, want dat kun-
nen wij toch niet weten.’

Het lijkt erop, dat men vrij willekeurig teksten bij elkaar zet om hun punt te
kunnen scoren. Men zegt in die lijn, dat er al vaak gerekend is en het is nooit
uitgekomen, dus kan het nog wel 100 jaar duren voordat Jezus Christus terug-
keert. En er zijn verschrikkelijk veel uitleggingen van Openbaring.

‘Dat is zo. Mensen schrikken ervoor terug. Veel kerkelijke mensen denken, dat
Jezus ooit wel een keer terug zal komen, maar liever niet bij hun leven. Dat
vinden zij bedreigend, men denkt dan aan de schapen en de bokken en zo.’

Paulus was kennelijk een andere mening toegedaan, als het om het profetisch
woord gaat. Hij schrijft aan de Thessalonicenzen, dat hij hen over de tijden en
gelegenheden niet nader hoeft te informeren, omdat zij zeer goed wisten, dat
dag van de Heer zou komen zo als een dief in de nacht. Ook in zijn tweede brief
aan hen wijst hij die gelovigen op wat hij al eerder erover had gezegd. Je kunt
er zeker van zijn, dat Paulus in zijn prediking en in zijn Schriftstudies goed
aandacht heeft besteed aan het profetisch woord.

‘Men deinst er vandaag de dag voor terug. Het lijkt wel, alsof men de vingers er
niet aan wil branden. Daarbij kom je echt van alles op het internet tegen.’

Petrus schrijft, dat het profetisch woord (enkelvoud) zeer vast is en dat het
schijnt als licht in een duistere plaats. Mensen hebben door de heilige geest
gedreven gesproken over de komende dingen, en vooral: Jezus Christus keert
terug! Hij gaat komen!