Woord vandaag

‘Zeg, jij zei laatst dat wellicht álle Psalmen over Christus
spreken, en gisteren was dat Psalm 1, Psalm 2 ook?

‘Lees maar wat er in die Psalm staat: de volkeren spannen
samen tegen Jahweh en Zijn gezalfde. En in de vertaling
wordt dan gezegd: ‘Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne’. Dan
wordt weer duidelijk over Wie het gaat.’

‘Er staat ook in, dat Jahweh zal lachen.’

Wonderlijk genoeg wel. Dat zien we niet zo vaak in de Schrift.
Men wil de banden van zich afwerpen, die van God. De volkeren
willen zelf de touwtjes in handen hebben en al wat bindt aan God
doorsnijden. Wij leven in die tijd. Ook daaraan is te zien, dat we
snel op weg zijn, naar het einde van deze boze eon.

‘De volkeren spannen samen: de Verenigde Naties?’

Daar heeft het naar alle waarschijnlijk ook mee te maken, gelet op
de plannen die er liggen om het VN-hoofdkantoor uit New York te
verplaatsen naar Bagdad. En doorgaan naar Babel is maar een kleine
stap in dit kader. Maar waar het om gaat, is dat er een rijk zal ont-
staan van 10 koningen, een soort 10-statenbond. De leider daarvan
zal waarschijnlijk ‘meester zijn van een verbond met velen.’

‘De 10-statenbond is zich al aan het vormen?’

Er zijn aanwijzingen in die richting. Men wil in september de besprekingen
over een oplossing inzake Jeruzalem en de filistijnse staat voeren, en mo-
gelijk wordt een reeds bestaand akkoord dan in een wat gewijzigde vorm
aanvaard en ondertekend. Eind september wil men sowieso de filistijnse
staat -desnoods eenzijdig-  proclameren.

‘Dat is dan de aanzet tot het antichristelijke wereldrijk van de eindtijd?’

Dat zou zomaar kunnen. In elk geval voorzegt Psalm 2 deze zaak en er staat
ook bij, dat Jahweh erom zal lachen. De volkeren zijn, zo zegt Jesaja, niet
meer dan een stofje aan de weegschaal, in Gods ogen. Uiteindelijk staat er
ook, dat de Zoon er een einde gaat maken en ze stuk zal slaan als pottenbak-
kerswerk. Daarna zal Hij Zijn eigen koninkrijk over Israël en de volkeren
gaan oprichten!

Woord vandaag

‘Wat een prachtige dingen staan er toch in het woord van God!’

We zien steeds opnieuw, hoe tegen de donkere achtergrond van
zonde en kwaad de genade en de liefde van God heel erg helder
schijnen. Zoals tegen de donkere lucht in de nacht de sterren helder
stralen. Zoals een juweel op zwart fluweel des te beter tot uiting komt.

‘Deze gedachten gaan wel diep zeg.’

Het is wel de waarheid zoals die in de Schrift naar voren komt. Daarom
zouden wij luisteren naar die Schriften dan onze tijd te verdoen met
allerlei onnuttige zaken. Gelovigen kunnen wel een voorbeeld nemen
aan Maria die aan de voeten van de Heer zat, en luisterde naar Zijn woord.

‘Ja, ik weet uit ervaring, dat het fijne uren zijn als je die zo besteedt.’

Zeker weten. Het loont altijd de moeite om dat woord tot je te nemen.
Het woord van Zijn Vader was de grote drijfveer, de reden waarom Hij
de dingen deed en hoe Hij sprak. Dat blijkt uit een Psalm als Psalm 1.
Die man, die de Thora overdenkt dag en nacht is een de Heer zelf! Hij
was als een boom, geplant aan waterstromen, of verdelingen van water.
Hij zat niet in de kring van de spotters en liep niet op de weg van zon-
daars. Hij had de Thora lief met heel Zijn hart!

‘In feite kunnen wij nooit tippen aan die man.’

Wel strekken wij ons er met ons hele bestaan naar uit, Hem te kennen.
Paulus voegt daar aan toe: en de kracht van Zijn opstanding. Dat kan het
woord van Christus wel in ons uitwerken, en daarom zegt Paulus:

‘Laat het woord van Christus rijk in jullie inwonen, in alle wijsheid…’

Woord vandaag

‘Fijn dat we deze dagen weer bezig zijn met Gods genade.’

Net zoals die man die langs de kant van de weg lag, de weg van Jeruzalem
naar Jericho. Daar kwamen de Leviet en de priester langs en liepen aan
de andere kant van de weg voorbij. Zij waren niet in staat om de half dode
te redden. Zij niet. Je zou denken dat daarmee de gelijkenis voorbij was.

‘Ga door.’

Er kwam een Samaritaan voorbij, die met innerlijke ontferming bewogen was.
Die kwam bij hem en behandelde zijn wonden met olie en wijn, prachtig beeld
van het veelzijdige werk van de heilige geest. Genezend -door het woord- en
nieuw leven schenkend. De Samaritaan goot olie en wijn in de wonden. En Hij
tilde de zwaar gewonde man op en zette hem op zijn eigen rijdier. Wat een won-
derlijk beeld van de Heer zelf.

‘Het is een werkelijk prachtige gelijkenis, die ons veel zegt.’

De Heer maakt duidelijk wie de Naaste was van de man die in rovershanden ge-
vallen was. Het was de Barmhartige Samaritaan. Wat een genade en een barm-
hartigheid betoonde Hij aan de zwaar gehavende man die zichzelf absoluut
niet kón redden. Net zoals de Heer zelf genade schonk aan de moordenaar aan
het kruis!

‘Het is werkelijk geweldig, wat een genade, aan de hulpelozen!’

De Schriften staan vol met deze voorbeelden. Overstromende genade werd aan
Saulus betoond, op weg naar Damascus. Hij blies dreiging en moord. Meende
God welgevallig te werken, maar hij had genade nodig. Zijn eigen inspanningen,
hoe fanatiek ook, vertoonden een wrange vrucht. Hij leerde wat genade werke-
lijk betekent. De rest van zijn leven dankt hij God voor die rijkdom.

Tussenzin

Gelijkenissen werden door de Heer uitgesproken,
niets om iets bekend te maken aan iedereen, maar
om te verbergen. (Lucas 8:9-11)

Woord vandaag

‘Heerlijk dat we weer bezig zijn met het goede nieuws! Wat God
doet door Zijn Zoon. Geweldig!’

Het woord van God is zoeter dan honing. Het is zowel melk als
vast voedsel, honing. Melk voor de baby’s en kinderen in het ge-
loof en vast voedsel (honing) voor de gerijpten, volwassenen in
het geloof. Gods woord zegt ons alles over verleden, heden én de
grote toekomst voor Israël, de gemeente en de volkeren.

‘Wat een beloften zijn er, voor al die mensen, redding!

God is de redder van alle mensen. Dat is het evangelie dat Paulus
van de daken riep. Het werd hem niet in dank afgenomen. Ook van-
daag wordt het fel bestreden. Ondanks dat zal die strijd eens voorbij
zijn en zullen velen erkennen, dat zij ernaast zaten. Gods liefde te klein
gedacht. God is veel groter dan wij, en daarmee kunnen wij Zijn liefde
ook niet bevatten.

‘Maar er zijn toch verschrikkelijke zondaars vandaag de dag?’

Jawel, en het gericht komt. Alleen is er door het gericht heen genade.
Daarin kunnen wij God niet narekenen. Zijn genade is groter dan de onze.
Wij stellen allerlei voorwaarden, wanneer iemand nog wel of net niet meer
of helemaal niet meer gered kan worden. Zo niet de Heer aan het kruis. Hij
gaf redding, genade aan de moordenaar die daar ook hing.

‘Machtig he, die genade die zelfs aan het kruis aan een moordenaar gegeven
werd.’

Het is altijd wat je niet verwacht. De genade van God is veel meer dan wat wij
ooit kunnen geven. Wij vallen daarbij in het niet. We kunnen werken tot we
er bij neervallen, maar het brengt ons geen stap dichter bij God. God trekt
ons naar zich toe en daarbij ontvangen wij de genade die Hij geeft!