‘Is het eigenlijk nog wel van deze tijd om lang met dat woord van God
bezig te zijn?’
De vraag heeft het antwoord al in zich. Altijd en steeds weer is men
erop uit, het woord van God te willen ontzenuwen, terug te dringen
et cetera. De Joodse schriftgeleerden hadden door hun overleveringen
(tradities zoals de Talmoed) het woord van God krachteloos gemaakt.
De Heer liep daar regelmatig tegenaan.
‘Je vindt nog maar weinig plaatsen, zo lijkt het, waar het woord van
God nog klinkt en waar men er dieper op ingaat.’
Echte, fundamentele bestudering van de Schriften door gelovigen ge-
zamenlijk? Daar is afnemende belangstelling voor, als je het grote ge-
heel van de christenheid bekijkt. Watchman Nee zei eens, dat gelovigen
‘mensen van het Boek’ zouden zijn. Ook hij constateerde -in China- dat
men niet altijd mee wilde gaan met het woord van God.
‘He, ‘mensen van het Boek’ zou een mooi herkenningsteken kunnen zijn
van gelovigen. Vergroeid met Gods woord.’
Paulus was op het laatst bezig met de Schriften; hij vroeg, toen hij oud
geworden was en gevangen zat, in het bijzonder de perkamenten. Die
perkamenten waren dierenhuiden, die gereedgemaakt waren om schrift
op te zetten. Voor Paulus natuurlijk dé Schrift! Hij vroeg niets bijzonders,
een reismantel, boekrollen en de perkamenten in het bijzonder! Daarmee
wordt helder, dat bij Paulus aan het einde van zijn loopbaan nog steeds de
Schriften centraal stonden!
‘Wat een geweldig voorbeeld voor ons. Hij roept ons toch op om zijn na-
volgers te zijn?’
Jawel, bij veel mensen zie je na verloop van tijd, dat hun houding afzakt
als het ware van Filadelfia naar Laodicea. Twee gemeentes die in Open-
baring 2 en 3 genoemd worden en waarvan iets gezegd wordt. Je kunt je
er niet van af maken door te zeggen dat het daar gaat om Joodse gemeen-
tes. Dat is bekend, maar heel de Schrift (dus ook Openbaring) is nuttig, om
ons te leren en op te voeden in de gerechtigheid!