Ook op dinsdag 6 december 2011 kwam Romeinen 14 aan de orde,
nu de verzen 19 tot en met 21. Wat jagen wij na als gelovigen?
Dezelfde dingen als de wereld? En hoe gaat dat onderling, met sterk
en zwak? Eten en drinken, hoe ga je daarmee om?
De liefde van God doordringt dit hoofdstuk; luister hier voor en hier
na de pauze en klik hier voor de powerpoint.
Woord vandaag
‘Tsja, mooi hoor, dat geduld van God, het is een uiting van Zijn liefde!’
Als we toch in 1 Corinthiërs 13 bezig zijn, de volgende is: de liefde is goeder-
tieren, of mild. Dat is wel heel treffend in een wereld waarin o zo weinig
mildheid is. Waarom is God zo mild? Hij is het toonbeeld van mildheid.
Kijk maar eens naar wie je in jezelf bent. Dan zul je gelijk erkennen, dat
God in mildheid met je handelt. Er zit in dit woord ook iets van: bruikbaar
zijn. Voor Hem!
‘Weet je, dit klinkt als een verademing, het doet warm aan, die liefde van God.’
Het geweldige is, dat je iemand was die onbruikbaar was voor God, maar door
Zijn genade ben je nu bruikbaar voor Hem, in Zijn dienst. Prachtig, toch? En
in Zijn mildheid gebruikt Hij ons als een schouwspel nu en in de komende eo-
nen (Efeziërs 2:6,7). Ook in Efeziërs 2:7 gebruikt Paulus dit woord: mildheid.
Hij spreekt daar over de overstijgende rijkdom van Gods genade in Zijn mild-
heid over ons in Christus Jezus. Dat laat Hij aan de hemelingen zien!
‘Weer zo’n aspect van de liefde van God, waar je lang bij stil kunt staan.’
Als die liefde van God in ons doorwerkt, zullen wij ook mild naar de ander toe
zijn, juist diegene die misschien zijn stekels tegen ons of jou opzet. Kan zomaar
zijn in je gezin, op school, op je werk, in het verkeer, op de universiteit, je oplei-
ding: overal is het goed Zijn mildheid door je heen te laten werken. In plaats
van stekels mildheid. Welwillend zijn naar de ander, juist als die ander dat niet
verwacht. Dat werkt iets uit.
‘De praktijk is vaak weerbarstig.’
Mensen zijn vaak niet makkelijk. Geen van allen zijn wij dat. Maar door Gods
genade en liefde is er van binnen toch iets veranderd bij ons. En dat is wat God
geeft om ons te gebruiken om iets aan de ander duidelijk te maken. Niet dat
dat onze prestatie is, nee, het is Zijn krachtige hand op ons leven. Onesimus
was een een weggelopen slaaf, maar later toch bruikbaar, zo werkt God!
Geciteerd
Als u rechts op ‘geciteerd’ klikt, ziet u een citaat dat op 1 december 2011
nog is toegevoegd.
Woord vandaag
‘Mooi om te zien in de afgelopen dagen, dat alles van God uitgaat. Hij begon
met Zijn plan, Zijn schepping, en gaf dat alles uniek vorm.’
Het is ook de liefde die bij God vandaan komt. Hij heeft jou en mij met liefde
gemaakt, gevormd tot wie je nu bent. Hij is onze Vader, en wij zijn zonen.
Daarmee zijn wij volledig geaccepteerd door onze hemelse Vader en dat is
uiteindelijk het enige dat echt telt. Wij mensen zoeken nogal eens bevestiging
bij anderen, in het bijzonder bij andere gelovigen. Maar wij zijn al bevestigd
door God, nota bene!
‘Het is geweldig als je bedenkt, die grote God voor wie de volkeren als een stofje
aan de weegschaal zijn, dat wij Zijn zonen zijn!’
Dan kun je misschien hunkeren naar erkenning van anderen, terwijl je allang
door Vader zelf erkend bent. Geen enkele verhindering om bij Hem te komen.
Ook al zou je graag zien dat anderen je erkennen, heb geduld. Dan zijn we gelijk
weer terug in 1 Corinthiërs 13:4: ‘de liefde is geduldig’. God heeft met ons onein-
dig geduld. Hij brengt ons stapje voor stapje verder in geestelijk opzicht. Steeds
ontdek je achteraf, dat Vader je verder heeft verdiept, je hebt Hem door alle er-
varingen en bijbelstudies heen, beter leren kennen.
‘Maar o, o, o wat kunnen wij als gelovigen toch ongeduldig zijn, naar elkaar toe.’
Dat zouden wij beseffen: God werkt met eenieder Zijn plan uit, en gaat met ieder
Zijn bijzondere weg. Soms laat Hij dingen in ons leven zitten, waar wij misschien
helemaal niet blij mee zijn, maar het is Zijn weg met ons, een stukje geduld gaan
leren, misschien. Hij heeft met heel Zijn schepping heel erg veel geduld en draagt
met veel geduld de vaten of instrumenten van verontwaardiging, zegt Paulus in
Romeinen 9:22. De liefde is geduldig!
‘Als we dus navolgers van God willen zijn, als geliefde kinderen, betekent dat heel
concreet: geduld hebben met anderen?’
Dat is het. het is de wandel in de liefde van God, die ons leidt in geduld hebben en
dus vaak oefenen. Maar Hij leidt ons door Zijn geest. Die geeft vermogen tot geduld.
En dat geldt ook voor de ontvouwing van Zijn plan in deze tijd: wij willen misschien
graag dat de bazuin klinkt, alleen God heeft nog geduld met deze wereld, totdat het
genoeg is en bijvoorbeeld de maat van de zonden van de ‘Amorieten’ vol is. Daar-
over heeft de apostel het in Romeinen 9:22!
Woord vandaag
‘Het is geweldig, dat wij door Zijn woord Hem leren kennen. God is liefde,
en dat liet en laat Hij steeds weer zien.’
Paulus is eigenlijk de apostel van Gods liefde. Meestal betitelt men Johannes
zo, maar Paulus laat de diepte van Gods liefde als geen ander zien. Als je bij-
voorbeeld in 1 Corinthiërs 13 leest, dan ontdek je dat alleen Hij, Christus Jezus,
daar volledig aan voldoet. Wij mensen halen deze hoge waarden niet, normaal
gesproken. Zijn geest werkt in ons als gelovigen, en dat kan er de oorzaak van
zijn, dat we iets van die agape, van die liefde van God in ons leven terugzien.
‘Soms is het onder gelovigen een beschamende vertoning, dan gaat men in de
wereld nog weleens beter met elkaar om.’
Paulus geeft aan, dat als je je hele leven filantroop bent, en heel veel van je bezit
weggeeft om aan de armen uit te delen, maar het is niet door Gods liefde, dan is
het….niets. Zoiets kan namelijk heel zelfgericht zijn. Je geeft, opdat de mensen
jou zullen waarderen en jou op een voetstuk gaan zetten, zo van: ‘kijk die en die
eens, die geeft veel geld aan de armen’. De Heer Jezus zei van de arme weduwe
die haar laatste geldstukje in de offerkist wierp, dat zij meer gegeven had dan de
anderen die heel opzichtig veel geld gaven.
‘Het gaat om het hart wat er achter zit?’
Precies. Als het niet door Gods liefde gedreven wordt, stelt het niets voor. Zelfs
al zou je je lichaam overgeven, dan nog stelt het niets voor als het niet door de
agape gedreven wordt. God is zelf het ultieme voorbeeld van geven. Hij gaf Zijn
eigen Zoon, vanuit belangeloze liefde. Daardoor werd aan heel de schepping zicht-
baar hoeveel God er voor over had om de schepping te redden en om Zijn liefde,
gerechtigheid en heerlijkheid te tonen.
‘Het is de onbegrijpelijke liefde, die zo diep gaat, dat zelfs iedereen gered wordt!’
‘In een liefdeloze wereld klinkt het evangelie, dat spreekt van Gods liefde, door
Zijn geliefde Zoon heen. Paulus werd gedrongen door de liefde van Christus, en
geeft aan, dat Eén voor allen stierf, en dat dus allen stierven. En zij die leven, die
in en met Hem opgewekt zijn, leven voortaan niet meer zichzelf, maar door en
voor Hem! Dat is het antwoord, dat God wekt in de gelovige! Hij had ons eerst lief,
en door Zijn geest in ons hebben wij Hem lief gekregen, en dienen Hem.