‘He, eigenlijk wel een mooi principe. Alleen geloven wat in de Schrift zelf staat. Ben je af van allerlei mensenwoorden en formuleringen.’
Zeker wel, ja. Laatst zei iemand in een gesprek, dat je er toch wel zelf aan moet werken. ‘Waar aan werken?’ Nou, als je christelijk bent opgegroeid, dat je zelf je aan de regels houdt en zo, belijdenis doet, en nog zo wat van die dingen. Maar op de opmerking, dat het dan toch uiteindelijk aan jou ligt dat je gered wordt, kwam niet echt een duidelijk antwoord. De collega begreep wel, dat het dan geen echte genade meer is.
Het gaat dan ook om geloof, het principe waardoor wij Gods zegeningen ontvangen.
Geloof sluit werken uit, welke dan ook. Geldt niet alleen voor de verplichtingen van het oude verbond, maar voor welke religieuze voorschriften dan ook. Paulus stelt die op één lijn in Galaten 4:8-11. Let erop dat hij daar de regels waaronder de Galaten vroeger leefden in religieus opzicht, gelijkschakelt met die van het Jodendom!
En het gaat in Galaten ook om de besnijdenis!
‘Ja best wel lastig om goed te begrijpen, dat God de dingen die Hij zelf instelde, nu als achterhaald beschouwt.’ Dat is voor veel gelovigen een valkuil. Je ziet o zo veel
groepen die toch nog iets van het Jodendom willen vasthouden, bijvoorbeeld een soort van sabbatsviering, maar dan op de zondag, of echt op zaterdag. Sommige Galaten dachten er kennelijk over de besnijdenis in te voeren. Paulus legt uit,
dat dat terugvoert naar de slavernij, waar de Galaten van verlost waren.
‘Staat dan in de vrijheid, waarmee Christus jullie vrij maakte, en wordt niet opnieuw door een juk van slavernij gebonden!’ (Galaten 5:1)
23 januari 2010
‘Oke oke, zelf met dat woord bezig zijn is belangrijk. Alleen vind ik het vaak moeilijk om er achter te komen wat nu wel en niet waar is.’
Dat is ook een hele moeilijke zaak. Een handvat kan zijn: geloof wat de Schrift zelf zegt. Als een mens in eigen woorden wil zeggen wat de Schrift bedoelt, zit die er
al heel snel naast. Belijdenisgeschriften en liederen brengen je vaak een verkeerd idee bij. Zal ik proberen te verhelderen met een voorbeeld.
Er is een lied (558), dat o.a. zingt naar aanleiding van Openbaring 5:
‘Heilig, heilig, Heer God almachtig….waardig is het bloed van het Lam….’
Toen we dat een keer zongen dacht ik ineens: staat dat er ook zo?
En ben het na gaan lezen in Openbaring 5:9. En wat staat daar?
‘Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; want Gij zijt geslacht en Gij hebt (hen) voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie’
Het is het antwoord op de vraag wie waardig is, niet wat waardig is.
Het Lam is waardig de boekrol te openen. Niet het bloed ervan.
‘Nou dat zullen sommigen wel muggenzifterij vinden. Of pietluttig.’
Dat zal best, maar waar het mij om gaat is, dat veel gelovigen als waarheid eerder de woorden van een lied vasthouden, dan de Schrift zelf. Gebeurt naar mijn mening ook
in kringen waar men dicht bij dat Woord wil zitten.
‘Zou het?’
Dat is volgens mij wel zo, ja. Mensen leerden vroeger soms hele hoofdstukken van de Schrift uit het hoofd opzeggen. Dat op zich is het niet, maar het kan je wel heel goed van pas komen in situaties dat je een stukje van het Woord paraat hebt.
Wat je gelooft, is dat terug te vinden in de woorden van de Schrift zelf?
Dan zit je goed. Je gelooft: God is de redder van alle mensen.
Dat gaat lijnrecht in tegen een heel aantal belijdenissen, maar het staat wel zo rechtstreeks in de Schrift! En dat is wérkelijk geweldig!
22 januari 2010
‘Wel schokkend eigenlijk, over die theologische universiteit.’
Ja. Hoe denk je dat dat zo gekomen is? Wie of wat zit daar achter?
‘Ik denk dat de duivel daar achter zit.’ Ja dat denk ik ook. De oude slang,
die stelde in de hof het woord van God al ter discussie. En wilde de mens daar-
mee wantrouwig maken tegenover God.
Hij heeft hen verblind. Hij doet zich wel voor als een engel, een boodschapper van het licht. Maar dat is vals licht, alleen erop uit het Woord van God krachteloos te maken.
De dogma’s en de belijdenisgeschriften zijn in de praktijk belangrijker dan het woord van God. Daarom was de reformatie zo belangrijk, en de vertalingen van het woord in het Engels en het Duits en later ook het Nederlands brachten de Bijbel weer daar waar die hoort: in de handen van de gelovige.
‘Ja het is soms moeilijk in de wirwar van meningen achter de waarheid te komen.’
Dat kan maar op één manier: terug naar het Woord zelf! En dan niet met elkaar over het Woord praten, maar luisteren naar wat de Schrift zelf zegt!
‘Dat kost wel moeite.’ Maar is die moeite wel waard. Iedereen kent tegenwoordig Engels en dan is bijvoorbeeld de Engelse concordante vertaling een heel mooi hulpmiddel om verder te komen. En het ISA Bijbelprogramma, gratis te downloaden
via internet. Je komt er echt mee verder, tot de grondtekst zelf.
En er zijn heel veel fijne studies en spreekbeurten te beluisteren via internet.
Ga je gang!
21 januari 2010
‘Dat was een stevige reactie gisteren. Het zit je hoog zeker.’
Ja. Kijk, als de Heer Jezus sprak, kwamen er drommen mensen op af. Ze wisten ergens dat Hij hun geestelijke honger kon stillen. Dat deed Hij door de woorden die Hij sprak, die zijn immers geest en leven (Johannes 6:63).
Je ziet ook in de praktijk, dat plaatsen waar niet het Woord gesproken wordt, de zaal of kerk leeg loopt. Maar plaatsen (ook vandaag) waar het Woord te horen is, daar komen gelovigen op af. Men weet dat er echt geestelijk voedsel te halen is. En daar komt men op af. Men is geïnteresseerd in de Schriften, en daarmee automatisch in de Heer zelf, die immers zelf het levende Woord Ãs.
Laatst hoorde ik van iemand die in een theologische universiteit had gestudeerd.
Die vertelde, dat in het hele eerste jaar niet één keer de Bijbel zelf open ging!
Men zou in het tweede jaar zich wel gaan bezighouden met een bijbelboek.
En dat is dan de plaats waar predikanten opgeleid worden.
Wat theoloog zus en theoloog zo gezegd heeft, en de dogmatiek, en de kerkgeschiedenis, is allemaal kennelijk belangrijker dan de Schriften zelf!
De betrokkene is maar wijselijk van die universiteit afgegaan en elders meer
bijbelgericht bezig gegaan. Terecht.
Men houdt zich met zóveel dingen bezig vaak, die men allemaal zó belangrijk vindt.
En men gaat voorbij aan het ene wat nodig is, wat Maria zo goed begrepen had
Lucas 10:42; zÃj had haar Naaste (Lucas 10:25-37) lief en luisterde naar Zijn woord!
Martha, een echt gelovige vrouw, was bezig met veel dienen, en intussen schoot het belangrijkste er bij in. Zo zijn er vandaag veel gelovigen bezig met van alles en nog wat. Maria had het goede deel gekozen. Zij luisterde naar de Meester.
20 januari 2010
‘Weet je, dat woord van Christus is inderdaad heel erg belangrijk.
In de praktijk ontdek ik, dat het er vaak bij inschiet, om met dat woord bezig te zijn.’
Ja. Begrijp me niet verkeerd, maar Israël, het volk waartegen gezegd wordt ‘Hoor, Israël, hoor’, juist zij kregen van de profeet Hosea (4:6) te horen: ‘Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis. Omdat gij de kennis verworpen heb, verwerp Ik u, dat gij geen priester meer voor Mij zult zijn; daar gij de onderwijzing van uw God vergeten hebt, zal ook Ik uw zonen vergeten’.
Zij hadden de priesterlijke functie om de onderwijzing (Torah) van JHWH door te geven. Maar de priesters van het volk zelf hoorden kennelijk niet langer naar de woorden van JHWH. Men was het woord vergeten, en wel zo, dat op zeker moment men een boekrol vond in de tempel. Daarin ging men lezen en dat leidde tot afbraak
van de gruwelen (afgoden) in het land, in elk geval wat de 10 stammen betreft.
Dat is altijd de volgorde: eerst de woorden tot je nemen, daarna gaat er iets gebeuren in je leven, dat kán dan niet uitblijven!
‘Ja dat is nogal wat, wat bij Israël gebeurde’.
Iemand verzuchtte eens: ‘de Bijbel is dé bestseller van de wereld; het meest verkochte boek, maar in de praktijk van zoveel christenen en gelovigen het minst gelezen boek!’ En ik denk ook dat dat zo is.
Men wil wel vaak praten over allerlei onderwerpen, zoals de ethiek, van wat moet je nou in die situatie doen en in die situatie. Zulke gespreksgroepen zijn vaak beter bezocht dan Bijbelstudie bijeenkomsten waarin het woord uitgelegd wordt en men zich echt in het woord zelf verdiept.
‘Nou nou, dat is nogal kritisch gereageerd.’
Wel in de praktijk te zien. Het woord van God is levend, krachtig en (inderdaad) een tweesnijdend scherp zwaard.
En: het evangélie is kracht van God tot redding. Dát zou gehoord worden door de gelovigen! Want dat geeft je kracht in je leven van elke dag. Zijn genade!