Woord vandaag
Hebreeërs zijn zij? Ik ook!
Israëlieten zijn zij? Ik ook!
Zaad van Abraham zijn zij?
Ik ook!
2 Korinthiërs 11:22
Paulus was zelf afkomstig
uit de stam Benjamin, die
later bij Juda kwam.
Dat was zo, want Jeruzalem,
waar de tempel zou staan,
moest ook bij Juda horen.
Zo zou Juda altijd een lamp
(via Benjamin) hebben, zie
1Kon.11:36. Maar, Paulus
achtte al wat hij kon roemen
op vlees als verwerkt; het is
de kennis van Christus Jezus
de Heer, die alles te boven
gaat. Dáár roemde hij in en
strekte zich uit naar het nu
al vol leven in de kracht van
Zijn opstanding.
Woord vandaag
Hebreeërs zijn zij? Ik ook!
Israëlieten zijn zij? Ik ook!
Zaad van Abraham zijn zij?
Ik ook!
2 Korinthiërs 11:22
Kennelijk waren de sprekers
die men zo hoog plaatste,
uit het volk Israël. Ook in de
brief aan Titus memoreerde
Paulus deze, zie Titus 1:7-11,
waar hij de betrouwbaren
scherp tegenover anderen
zet. Opmerkelijk genoeg zegt
hij daar (vers 10): allermeest
die uit de besnijdenis. Het is
goed voor te stellen, dat zij
roemden op hun vleselijke
komaf. Vandaar dat Paulus
noemt waar hij zelf op kon
roemen. En geeft aan, dat er
geen verschil is in die zin. De
nadrukkelijke geestelijke lijn
is, dat hij als de apostel van
alle natiën dé leraar is, ook
voor de Korinthiërs.
Woord vandaag
Naar oneer zeg ik dit, alsof
wij zwak geweest zijn.
Waarin echter iemand ook
maar durft (in onbezonnen-
heid zeg ik dit), ook ík durf
2 Korinthiërs 11:21
In verhouding tot de ‘sterke’
predikers, die de gelovigen
in wezen beroofden, zegt
Paulus dit. Zijn medewerkers
en hijzelf; zij stelden zich in
liefde en ootmoed op.
Dat kon het stempel ‘zwak’
meekrijgen. Toch durfde de
apostel wel; maar dat in de
kracht van de geest van God.
2 Timotheüs 1:7: God geeft
een geest van kracht, liefde,
bezonnenheid.
Zo gezien had Paulus wél
moed en durf om hen in
Gods genade te ontmoeten.