Diep verankerd in de zielen van kerkgangers en evangelischen is bijvoor-beeld de leer van de drie-eenheid. Drie, en toch een. Alle drie op gelijke hoogte en toch een. Ik zal u niet vermoeien met de niet te begrijpen formuleringen van de drie-eenheidsleer. Het woord drie-eenheid komt niet in de Schrift voor. Mijn grootste (menselijke) leermeester, broeder A.E. Knoch, van de concordante vertaalmethode, heeft mij geleerd: ‘Als je, wat je gelooft, niet direct in de woorden van de Schrift zelf terug kunt vinden, moet je op zijn minst heel erg oppassen’. Door strikt de concordante methode in het vertalen te volgen, raakte hij de ene traditie na de andere kwijt. Want ze bleken geen grond in de Schrift te hebben! Dat gold ook voor de leer van de drie-eenheid. U begrijpt, dat hij daarom enorm verguisd werd in de kerkelijke en evangelische theologische wereld! De belijdenis, die de Joden op hun lippen hebben:
‘Hoor Israël, hoor! Jahweh uw Elohim is één’ is het uitgangspunt en grondslag om na te denken over het wezen van God. Er is één God. Dát zegt de Schrift. Paulus herhaalt dat in
1 Corinthiërs 8:6 ‘Want voor ons nochtans is er één God, de Vader….’
26 september 2009
‘Het gaat niet goed in deze wereld!’ ‘Het wordt allemaal te erg!’ ‘De regeringen moeten harder ingrijpen!’ ‘Het loopt allemaal uit de hand!’ Dit zijn uitspraken, die je sinds het zondigen van Adam en Eva kunt doen. Na verloop van tijd werd het zó erg, dat God een grote watervloed deed komen en de hele mensheid, behalve 8 mensen in de ark, moest omkomen in het water. Tot Golgotha en het open graf ging het zondigen van de mens gewoon door en leek God het maar te laten gaan. In Israël kwam de wet erbij (Romeinen 5:20), waardoor het nóg erger werd. In plaats van de zondaar te beteugelen, namen de zonden alleen maar toe en bleken het zelfs overtredngen van de regels te zijn waarmee de mens God krenkte in Zijn hart. Nu lijkt het erop, dat de boodschap van overstromende genade –puur menselijk gedacht- het zondigen aanmoedigt. Paulus maakt nóg iets bekend, in 2 Corinthiërs 5:14 en Romeinen 6:6 staat:
‘15 daar wij tot het inzicht gekomen zijn, dat één voor allen gestorven is. Dus zijn zij allen gestorven. en voor allen is Hij gestorven..‘
dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn; 7Â want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.
Die oude mens(heid) blijkt te zijn overleden! Zand erover, dus. En de gelovige wordt zich dat bewust, want ook dit is evangelie, goed nieuws! De oude mens is dood en begraven. Voor God. En dáár gaat het om. Jezus Christus nam die hele oude mensheid mee aan het kruis en het graf in! Toen Hij opgewekt werd, stond Hij als eersteling van de nieuwe mens-heid op uit dat graf! Paulus leert ons te rekenen zoals God rekent: zoals Christus nu dood is voor de zonde en leeft voor God, zo ook wij (Romeinen 6:10,11)! Tegen de Corinthiërs zegt hij: ‘opdat zij, die leven, niet langer voor zichzelf leven, maar voor Hem, die voor hen stierf en opgewekt werd’ (2 Corinthiërs 5:15). Geweldig he, deze blijde boodschap. Geen slavernij onder de zonde meer, maar leven voor God, om Hem (als slaaf) te dienen!
25 september 2009
Op 26 augustus 2009 heb ik reacties gevraagd op de vraag, of iemand een tekst kon geven waar het begrip ‘schuld’ in de Bijbel de rol speelt, die in het calvinistische kringen heeft gekregen. Er zijn geen reacties binnengekomen. Dat kan twee dingen betekenen: óf er is niemand, die de moeite genomen heeft een en ander uit te zoeken, óf er is wel gezocht, maar er werd niets over het begrip ‘schuld’ in de zin van ‘schuldig staan voor God’ gevonden. Laten we het op het laatste houden. Dat er –dus- geen schuld is, die op de mens drukt, kan voor veel gelovigen een bevrijdende gedachte zijn.
Toch kun je je schuldig voelen als je iets fout hebt gedaan. Dan gaat het om een schuld-gevoel. Is er dan sprake van schuld? Nee. Want de apostel stelt glashelder in Romeinen 5:20,21 ‘…en waar de zonde meer geworden is (toenam), is de genade veel meer overvloedig geweest (stroomt de genade over)…’  Wacht even, als ik het goed begrijp, is het evangelie hier, dat als er gezondigd wordt, de genade groter is? Dus als er meer gezondigd wordt, neemt de genade toe en stroomt zelfs over? Moet ik over nadenken. Eigenlijk een gevaarlijke leer. Want dan kun je je gang maar gaan, de genade is toch groter en maakt het allemaal niets meer uit. Deze conclusies typeren menselijk, vleselijk denken en doorredeneren (filosoferen). Bij Paulus is het goed, door te lezen en hoofdstuk 6 van Romeinen in zijn geheel erbij te betrekken. Eén gevolg van het werk van de Heer Jezus Christus op Golgotha en Zijn opwekking uit de dood is, dat Gods genade in deze tijd groter is dan welke zonden dan ook. Het andere gevolg staat in Romeinen 6 en 2 Corinthiërs 5.
Daarover morgen meer!
24 september 2009
Jaren van moeizame arbeid, vele dagen van ziekte, een lang voortslepend lijden in je leven. Het kan er zijn. Geestelijk lijden: je wordt niet begrepen, verguisd, om de dingen die je gelooft uit de Schriften, of om de dingen, die je (niet) doet met onbegrip van anderen (juist je mede-gelovigen). Je brengt het woord van God naar anderen en het lijkt steeds maar geen vrucht te zetten. Psychisch lijden: je hebt een psychische tekortkoming, last van depressies, die gewoon komen en niet te stoppen zijn, en die je extra kunnen neerdrukken, omdat misschien andere gelovigen vinden dat een depressie bij een gelovige eigenlijk niet kan. Lichamelijk lijden: dat kan in veel vormen zich voordoen, waardoor je ernstig beperkt bent. Of een langdurige ziekte, die je emotioneel en lichamelijk sloopt.
Paulus was, net als de Heer Jezus, een man die leed, terwijl hij het woord van God aan de mensen bracht. Hij deed dat in een reeks van jaren met moeizame arbeid, hoogtepunten en diepten. Juist hij schrijft zo apart over het lijden. Het zijn woorden, waar je steeds bij terug-keert, als een waterbron voor iemand in het Midden-Oosten. Ze zijn verkoelend, verfrissend, troostrijk, opbouwend en bemoedigend:
‘Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens, nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd. 17 Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eonisch gewicht van heerlijkheid, 18 daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is kortdurend, maar het onzichtbare is eonisch’. 2 Corinthiërs 4:16-18
Woorden om rustig tot je te laten doordringen. Paulus lijkt net alles om te draaien. Hij ervoer het lijden in zijn leven als ‘de lichte last van verdrukking van een ogenblik’; hij zag het in per-spectief. Want hem was duidelijk geworden, dat het iets bewerkt, namelijk een eonisch gewicht van heerlijkheid! En ik vergeet erbij te zetten: ‘een alles verre te boven gaand! Dat moet wel een heel grote heerlijkheid zijn, die in ontvangst genomen gaat worden door hen, die lijden. Ik moet bijna met Paulus concluderen: hoe dieper het lijden, hoe groter de heerlijkheid, die komt! Laten we voorzichtig zijn, met onze mening over anderen. Weten wij, welk lijden bij die ander speelt?
23 september 2009
‘God heeft alles gedaan, de Heer Jezus stierf aan het kruis voor jouw zonden, stond op uit dood; aan jou de vraag: ‘wat doe JIJ ermee?’….wijs je dit aanbod af, dan zal God jou voor eeuwig afwijzen. Neem je dit aan, dan ben je voor tijd en eeuwigheid gered’.
U bent vast wel, net als ik, in evangelisatie samenkomsten geweest, al dan niet met een tentdoek (wel toepasselijk, Paulus was tentenmaker) boven je hoofd. Daar klinken dit soort woorden als hierboven te lezen. Het zinnetje ‘dan zal God jou voor eeuwig afwijzen’ klinkt vermoedelijk niet (meer) hardop in dit soort bijeenkomsten. Het komt zo hard over.
En dat is het ook. Keihard. Meedogenloos zelfs.
Uiteindelijk ligt het aan de mens, of hij gered wordt of niet, in de gedachten van heel veel mensen, die het evangelie willen brengen aan ongelovigen. Zij zullen dat weliswaar pro-beren te ontkennen, maar kunnen daar niet onderuit. De mens moet kiezen. Dat is alles-beslissend.
Als we Paulus erop naslaan, vinden we opmerkelijke uitspraken. In zijn eerste brief aan Timotheüs schrijft Hij: ‘Dit is een betrouwbaar woord, en alle aanneming waard, dat Christus Jezus in de wereld kwam om zondaren te redden’. (1 Timotheüs 1:13) Verderop in deze brief schrijft hij: ‘God wil, dat alle mensen gered worden en tot erkentenis van de waarheid komen’ (1 Timotheüs 2:4). Nog verder: ‘God is de redder van alle mensen, in het bijzonder van de gelovigen’ (1 Timotheüs 4:10).
Deze woorden laten er geen misverstand over bestaan, dat God zelf en Christus Jezus de mens redden. En dat is maar goed ook. En wel zo zeker.
Stel je eens voor, dat het van de mens af zou hangen. Wanneer heeft iemand Hem dan echt aangenomen? Hoeveel geloof wordt gevraagd?
Gelukkig is er één God, die liefde is en uit Hem is alles voortgekomen. Omdat alles uit Hem is gekomen, moet ook alles weer tot Hem terugkeren! Ook al die mensen, die in de poel des vuurs (de tweede dood) geworpen worden volgens Openbaring 20:10-15? Ja! Want Gods liefde is sterker dan de dood, en het staat in 1 Corinthiërs 15:20-28.