‘Geweldig hoor, dat evangelie van onze redding. Het kan ook niet
anders dan zo zijn.’
Het is de heerlijke waarheid, dat God door Zijn geliefde zoon allen redt.
Tegen die reddingskracht kunnen machten, krachten en mensen zich
verzetten, maar dat is slechts tijdelijk. De kracht van het evangelie is
groter dan het hardste hart. Liefde zal uiteindelijke alle harten richten
op God en dat zal vanzelfsprekend tot eer van Hem zijn.
‘Het is eenvoudig, als je het zo hoort.’
Uiteindelijk is niemand bestand tegen de kracht van Gods geest. In feite
is het eenvoudige optelsom: God is liefde én Hij is almachtig, dus redt Hij
alle mensen! Daar is werkelijk geen kruid tegen gewassen. Ook onkruid
niet. Men zegt weleens dat onkruid niet vergaat, maar uiteindelijk vergaat
dat wel. Nu bedoel ik natuurlijk, dat onkruid een beeld van kwaad en zonde
is.
‘Velen willen er niet aan. Nog steeds niet. Heb jij ook dat gesprek tussen Wim
Hoogendijk en dominee Gijs Lammerts van Bueren gehoord?’
Heb ik beluisterd. Gijs LvB wilde er niet aan. Hij wil er niet aan, dat Stalin
en Hitler uiteindelijk ook gered zijn in het bloed van Christus. Dat zou vol-
gens hem onrechtvaardig zijn tegenover de slachtoffers van hun regimes.
Deze reden vervalt onmiddellijk als blijkt dat Hitler zich 2 minuten voor
zijn dood bekeerd heeft, zei Wim Hoogendijk, die wees op de moordenaar
aan het kruis, die ook gered werd. Dat zou dan volgens de stelling van LvB
onrechtvaardig zijn.
U kunt -dat is het beste- het hele debat volgen: klik hier.
Hij liet het dubbele einddoel (hemel en hel) voor wat het is.
Dat is de paradox die we (volgens dr. Jan Hoek) zouden moeten laten staan.
Paulus kende die tegenstrijdigheid niet. Het licht van Christus Jezus had bij
hem alles op de juiste plaats gezet. Dat was nodig, terwijl hij een grondige
scholing had ontvangen aan de voeten van Gamaliël, een invloedrijk rabbi
van zijn dagen.
‘Opmerkelijk, dat Paulus een soort herscholing nodig had, terwijl hij al gepokt
en gemazeld was in het judaïsme.’
Uit zijn leven bleek, dat Saulus geen genade kende. Hij vervolgde de gelovigen
als hartstochtelijk ijveraar voor zijn voorvaderlijke overleveringen (mondelinge
Thora, Talmoed). Dat wekte allemaal geen liefde en genade bij hem.
Gods liefde en Zijn genade gingen pas werken bij hem toen Christus Jezus hem
ontmoet had. Dat licht verdreef de duisternis uit het hart van Saulus!