Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

De Koning nu van de eonen, 
de onverderfelijke, onzichtbare, 
alleen wijze God zij eer en 
heerlijkheid voor de eonen 
van de eonen! Amen!
    1 Timotheüs 1:17

God is onverderfelijk, dat is: in
Hem kan nooit verderf komen.
Hij is en blijft altijd Dezelfde.
In de schepping is voortdurend
sprake van verderf dat tot dood
leidt. Ook wij als gelovigen zijn
nu nog verderfelijk, stervend.
Maar we hebben de geweldige
verzekering, dat wij wel degelijk
onverderfelijkheid aandoen. Uit
Gods hand ontvangen wij dat
op de dag van de laatste bazuin-
stoot (1 Kor.15:52,53).
Wat een genade en heerlijkheid!
Vader, dank U wel.

De Koning nu van de eonen, de 
onverderfelijke, onzichtbare, 
alleen wijze God zij eer en 
heerlijkheid voor de eonen 
van de eonen! Amen!
    1 Timotheüs 1:17

Wat een groot statement van de
apostel. Dit zou Timotheüs met
zich meenemen en uitdragen.
Dit hoor je maar zo weinig. Men
spreekt vaker en liever over wat
de mens is en doet.
God is de Koning van de eonen,
Hij beheerst alle tijden. Niets kan
Hem weerstaan. Niets ontsnapt
aan Zijn liefdevolle aandacht. Hij
verkondigt vanaf het begin het
einde. Voor Hem buigt te Zijner
tijd elke knie en alle tongen gaan
Hem lofprijs brengen, Jezus als
Heer belijden. En dat van harte,
ongedwongen, vrucht van Zijn
dood en opstanding.

Maar daarom werd mij
barmhartigheid bewezen, opdat 
in mij, de eerste, Jezus Christus 
al Zijn geduld zou betonen tot 
voorbeeld voor hen die op het
punt staan om te vertrouwen 
op Hem tot in eonisch leven
    1 Timotheüs 1:16

Opnieuw contrast: Saulus was
het, die eerst bestreed dat Jezus,
de Zoon van God, kwam om Zijn
volk Israël te redden. En hij werd
geroepen om te gaan zeggen, dat
Christus Jezus alle zondaren redt.
Niet alleen Israël, maar allen!
En wat wij in onszelf waren, wordt
vervangen door wat wij nu in de
Zoon Christus Jezus zijn.
Ons oude ik verdwijnt: niet meer
ik, maar Christus leeft in mij.
Wij horen bij al die mensen die
nu op Hem vertrouwen tot in
eonisch leven. De komende twee
eonen (de 1000 jaren en nieuwe
hemelen en nieuwe aarde), dan
zijn wij levend. Terwijl er zeer
velen in de dood zijn. Is dat niet
reden om Vader te danken?

Maar daarom werd mij
barmhartigheid bewezen, opdat 
in mij, de eerste, Jezus Christus 
al Zijn geduld zou betonen tot 
voorbeeld voor hen die op het
punt staan om te vertrouwen 
op Hem tot in eonisch leven
    1 Timotheüs 1:16

Ook hier hetzelfde patroon als
in vers 12-14. Eerst (vers 12) en
laatst (vers 14) wordt de Heer
genoemd en in het midden
(vers 13) het oude ik van de
apostel. Nu is redding een feit.
Zo ook vers 15,16:

1. Christus Jezus kwam in de
wereld om zondaren te redden:
   2. Van wie ik de eerste ben
   3. Maar daarom werd mij
       barmhartigheid bewezen
       opdat in mij, de eerste,
4. Jezus Christus al Zijn geduld
zou tonen tot voorbeeld.

Zo zien we ook in de structuur
van dit deel de Heer als Redder
van de zondigende Saulus.
Dit is voorbeeld voor allen die
later geloven: de Heer redt de
zondaren.
Wat een genade! Vader, dank
U dat U dit zo in Uw liefde doet.

Betrouwbaar is het woord en 
alle verwelkoming waardig, dat 
Christus Jezus in de wereld kwam 
om zondaars te redden, van wie 
ík de voornaamste ben    
1 Timotheüs 1:15

De apostel was zich bewust van
zijn verleden. Hij was lasteraar,
vervolger en mishandelaar van
de gemeente van God (vers 13).
Ondanks dat was hij toch vanaf
de moederschoot afgezonderd.
En hij noemt zich: voornaamste
van alle zondaren.
Dat doel missende leven was in
Gods plan nodig, zodat Saulus
de redding en genade van God
heel diep zou waarderen.
Als deze dan zó gered werd door
Christus Jezus, in overstromend
licht en genade, dan kan en zal
God iedereen redden.
Eenvoudig gedacht, maar wij zijn
kleine, van onszelf onwaardige
mensen. De grote, genadige God
heeft een groot hart van liefde
waar iedereen in past.