Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

 Ik wil echter dat jullie inderdaad 
wijzen zijn aangaande het goede, 
zonder arglist echter aangaande 
het kwade
     Romeinen 16:19^b

Het goede is in dit verband het
navolgen van de apostel en zijn
evangelie. Het kwade is luisteren
naar de afwijkers met hun vleierij
en mooie praatjes.
Ongehuichelde liefde hecht aan
wat goed is (Rom.12:9).
Laat elk de ander behagen, ten
goede, tot opbouw (Rom.15:2).
Christus behaagde zichzelf niet,
maar Zijn Vader, tot wat goed is
voor de ander. Tot opbouw en
goed is het evangelie van genade.
Dagelijks actief alles doen wat op
je weg komt, in genade van God.
Hij zal de kracht geven die nodig
is om je weg te gaan in wat Hij
goed acht. Ja, Vader werkt alles
samen ten goede, in ons leven!

Want jullie gehoorzaamheid 
reikt tot allen. Over jullie dan 
verheug ik me
      Romeinen 16:19^a

De gehoorzaamheid hier is die
van het geloof (Rom.1:5; 16:26).
Niet die van de wet.
Gehoorzaamheid is gebaseerd
op de erkenning: rechtvaardig
zijn is een genadegeschenk aan
ons door de gehoorzaamheid
van Christus (Rom.5:17,18). Dit
is passend, het is het evangelie
dat Paulus verkondigt.
Wij weten, dat het goede geen
woning maakt in ons, dat is: in
ons vlees (Rom.7:18). Wat we
wel goed doen is door heilige
geest van God gewerkt. We zijn
in alles van Hem afhankelijk.
Het werkt zo: je hoort evangelie
van genade, en in je hart komt
iets op van: ‘dat wil ik, nu leven
tot eer van Hem’. En later: ‘ja
Heer, als U die weg wijst, wil ik
die gaan in afhankelijkheid van
U, in onderschikking aan U.’

want zodanigen 
slaven niet voor onze Heer, 
Christus, maar voor hun eigen 
onderlijf, en door mooipraterij 
en vleierij misleiden zij 
de harten van de argelozen
      Romeinen 16:18

Het mijdt hen (vs. 17) houdt
niet in: totaal niet omgaan
met, maar: niet luisteren. Het
gaat immers om degenen, die
allerlei zeggen (hoe mooi het
ook kan lijken); het is naast
het onderwijs dat jullie geleerd
hebben.
De woorden die zij spreken zijn
gevaarlijk, want zij misleiden
de harten van de argelozen.
Dat is het punt en ze kunnen
zich laten zien als waren zij de
boodschappers van licht, maar
het is ernaast (2 Cor.11:13-15).
De gevolgen van misleiding zijn
voor het geestelijk welzijn van
gelovigen desastreus.
Vreugde, blijdschap in het hart
kwijt; zorgen, angsten, vrees
krijgen de overhand. Het grote,
diepe vertrouwen op Vader en
Zoon vermindert. De woorden
van God worden betwijfeld.
Onzekerheid over eigen redding
(en die van allen) omdat werken
in plaats van de genade van God
prominent worden in prediking
en onderricht.
Laten wij blijven bij de paulinische
boodschap, waarin het kruis en de
opstanding van Christus centraal
staan; ja, Hij Zelf het middelpunt is.

Ik spreek jullie echter aan, 
broeders, hen op te merken 
die onenigheden en strikken 
maken, naast het onderwijs 
dat jullie geleerd hebben, 
en mijdt hen, want zodanigen 
slaven niet voor onze Heer, 
Christus, maar voor hun eigen 
onderlijf, en door mooipraterij 
en vleierij misleiden zij 
de harten van de argelozen
      Romeinen 16:17,18

De ernst hiervan klinkt in:
..broeders.. Kennelijk spreekt de
apostel hier de broeders aan, die
onder meer onderricht gaven in
Rome. Wat gebeurde, is duidelijk
en zagen we afgelopen 2 dagen.
Het ..mijdt hen.. kan liefdeloos
lijken, maar is juist bedoeld voor
de gezondheid van de gelovigen.
Blijven bij wat Paulus’ onderricht
is, is nodig. Paulus was slaaf van
Christus Jezus, en hier lezen we
slaven voor hun eigen onderlijf.
Zij leven niet uit de gevolgen van
het kruis van Christus (Fil.3:17-19).
Het gaat hen om genot, materieel
winst maken, eigen werken, en al
wat daarmee samenhangt.
Zij kunnen dan wel in hun uitleg
en boodschappen mooi praten en
zelfs de toehoorders vleien; maar
dat is gericht op de ziel.
Laten wij blijven bij de paulinische
boodschap, waarin het kruis en de
opstanding van Christus centraal
staan; ja, Hij Zelf het middelpunt is.

Ik spreek jullie echter aan, 
broeders, hen op te merken 
die onenigheden en strikken 
maken, naast het onderwijs 
dat jullie geleerd hebben, en 
mijdt hen
         Romeinen 16:17

Wat men beweerde, bleek een
valstrik waar de gelovigen in
verstrikt raakten.
Hoe kon dat gebeuren? Het is
subtiel: allerlei werd gezegd,
niet tegen het onderwijs van
Paulus in, maar naast wat hij
leerde. Men liet ogenschijnlijk
staan wat al gezegd was en
werd, maar ging daarnaast iets
anders (aanvullend) zeggen.
Wanneer we losraken van het
heerlijke goede nieuws, dan
zullen de zorgen, twijfels en
vreesachtigheid ons denken
en hart gaan beheersen. Zie
Romeinen 1:18-3:20 voor een
beschrijving van het oude;
wij hebben echter het leven
van Christus in ons door de
geest, en danken in vreugde
en vrede van hart de Vader!