God echter is bij machte alle
genade over te laten vloeien
naarbinnen in jullie, opdat, in
alles altijd alle tevredenheid
hebbend, jullie overvloeien in
ieder goed werk
2 Korinthiërs 9:8
In één vers veel gezegd; God
is de Bron van alle genade.
Dit is de onverdiende gunst,
vanuit het grote hart van God,
dat in liefde klopt voor allen.
De overvloeiende genade van
God is hier benoemd. Later
werkt Paulus in Romeinen 5
dit verder uit. Het zal zonder
twijfel te maken hebben met
de verzoening. In hoofdstuk 5
vers 14-21 kwam dat als het
hart van de brief naar voren.
Als gelovigen leven wij in de
overstromende genade van
God, die heerst in deze tijd.
Zo gaat ons hart ook van Zijn
genade overvloeien.