‘Ik heb erover gedacht en gelezen. Het gaat natuurlijk om de rijkdom
van Gods genade!’
Ja. Bij Israël werd de vergeving verleend op basis van Gods medelij-
den, Zijn barmhartigheid. Het was op voorwaarde van goed gedrag.
Verkeerd gedrag achteraf leidde tot intrekken van de vergeving.
Het was dus tijdelijk, want het hing af van de bezitter van die verge-
ving (of kwijtschelding), en niet van God.
Maar hier in Efeziërs is de vergeving in overeenstemming met de
rijkdom van Zijn genade!! Dit moet je er steeds bij denken.
‘Dat is wat je leest: de rijkdom van Zijn genade.’
Deze geweldige toevoeging brengt het op het niveau van Efeziërs 1.
De heerlijkheid van Efeziërs is zóveel groter dan wat in het evan-
gelie van de Besnijdenis wordt verkondigd. Nu gaat het niet om
een kwijtschelding op voorwaarde dat de mens zich goed gedraagt.
Het gaat om de vergeving van de krenkingen in overeenstemming
met de rijkdom van Zijn genade! Wat geweldig is dat he.
‘Hoe langer je erover nadenkt, hoe scherper je het grote verschil
ziet.’
Het wordt geweldig zichtbaar in de resultaten van de beide evange-
liën. Bij Israël waren er velen die de prediking van de vergeving van
zonden aan de heidenen tegenhielden. Daarmee verspeelden zij de
vergeving van zonden die zij zelf ontvangen hadden sinds pinksteren.
Zij raakten hun eonisch leven in het komende koninkrijk kwijt.
Maar wij, die de vergeving van de krenkingen hebben, blijven niet
alleen in genade. Wij ontvangen de rijke geschenken van Zijn genade.
Alleen de leden van het lichaam van Christus zijn nauw met Hem ver-
bonden als Hij in de laatste eon Zijn hoogste heerlijkheid bereikt.
Wij waren de laatsten en zijn bestemd de eersten te zijn!