Woord vandaag

‘Er wordt me wat meer duidelijk. Fijn.’

Het ene (1 Thessalonicenzen 4) is de bazuin
van
God, dat helemaal de redding van het
lichaam
van Christus beschrijft. Het andere
(2 Thessalo
nicenzen 1) beschrijft de latere
onthulling met 
gerichten, die de komst van
de dag van IEUE in 
zullen luiden.

‘De gemeente wordt even genoemd.’

Ja, in vers 7 en 8, dat we gisteren ook aan-
haal
den, gaat het om de onthulling van de Heer
Jezus
. Heel even noemt Paulus dan met een
mooie aanduiding de bazuin van God. Hij geeft
dan aan: en aan jullie, die verdrukt worden ver-
lichting met ons
.

‘Dat is 1 Thessalonicenzen 4:15-18?’

Die verlichting houdt in, dat alle leden van
het lichaam van Christus weggerukt worden
van de aarde, vóór de onthulling van de Heer
Jezus
zoals beschreven in Openbaring.

Degenen die de gelovigen verdrukken en
vervolgen zullen dan de gerichten van God
ondergaan, die over de aarde komen.

Woord vandaag

‘Het vervolg na 1:4 is moeilijk, vind ik.’

Dat is zo. 1:5-9 is een lange tussenzin, en in vers
7  gaat het om de onthulling van Jezus Christus.
Daar waar het boek Openbaring over spreekt.
Vers 7 geeft aan, dat het Gods rechtvaardigheid is,
dat Hij verdrukking vergeldt aan degenen die de
ware gelovigen verdrukt hebben. Maar ook de-
genen die dat in de toekomst nog zullen doen.

‘Het is een lastig gedeelte om te lezen.’

In vers 6,7 staat:

wanneer het namelijk rechtvaardig is bij God om
verdrukking te vergelden aan wie jullie verdruk-
ken (en aan jullie, die verdrukt worden verlichting
met ons)

Paulus zegt iets over het komende gericht, ofwel
wat hij in de eerste brief (1:10 en 5:9,10) de ver-
ontwaardiging
noemt. En dat zal zijn (vers 7,8):

in de onthulling van de Heer Jezus van de hemel
met boodschappers van Zijn kracht, wraak oefe-
nend over hen die God niet waarnemen en over
hen die het evangelie van onze Heer Jezus Christus
niet gehoorzaam zijn

‘Dit gaat over Openbaring?’

De beschrijving is helemaal wat gebeurt bij de
onthulling van Hem. Een totaal andere gebeur-
tenis dan wat Paulus beschrijft in 1 Thessaloni-
cenzen 4:15-18. De twee beschrijvingen naast
elkaar gelezen, laten grote verschillen zien.
Het gaat dan ook om twee totaal verschillende
gebeurtenissen!

Woord vandaag

‘Geweldig he, dat wij zo’n toekomst hebben.’

We spreken regelmatig over deze dingen, om-
dat het bemoedigt en verheldert. Paulus had
de Thessalonicenzen van onder meer Daniël op
de hoogte gebracht. Daarom was het voor hem
verbazend, dat de Thessalonicenzen verontrust
waren over de toekomst.

‘Er waren veel vragen?’

Zeker, en dat leidde tot schrijven van wel twee
brieven. Met uitvoerige verklaring hoe het zit.
Zij zouden zeker niet door de grote verdrukking
gaan (2e helft 70e jaarweek van Daniël 9:24-27).
Geheel in tegenstelling van wat toen (en nu nog)
beweerd werd over die laatste jaarweek.

‘Veel christenen denken dat ze erdoor moeten.’

Dat wordt onder meer gedacht naar aanleiding
een stukje uit 2 Thessalonicenzen 1. Daar is
de tekst vanuit een bepaalde gedachte weer-
gegeven. Het is een wat langere zin. In de ncv
(zie binnenkort op ncv.ebenhaezer.nl) wordt de
tekst zo ge
lezen:

zo dat wij zelf in jullie roemen in de uitgeroepen
gemeenten van God over jullie volharding en ge-
loof in al jullie vervolgingen en verdrukkingen, die
jullie verdragen
          2 Thessalonicenzen 1:4

Zij stonden onder grote druk, het woord van
God was van hen uitgegaan in een groot gebied.
Dat leidde tot reacties van de tegenwerkende
machten en krachten. Vandaar de vervolgingen
en verdrukkingen!

Woord vandaag

‘Het is nogal wat, enerverende tijden.’

Dat is nu al, met alle onrust en aanslagen in
de wereld. Het gaat nog veel erger worden.
De Thessalonicenzen waren door Paulus op
hoogte van wat gaat gebeuren. Ook Daniël
was onderdeel van zijn spreekbeurten daar.
Het allerbelangrijkste van 1 Thessalonicen-
zen: de onthulling van de bazuin van God.

‘Zij wisten meer.’

Dat de komst van de dag van IEUE ineens
zou zijn. Met daarin de totale ineenstorting.
In de tweede brief gaat hij in op vragen die
toch waren ontstaan. Zij waren kennelijk in
de war gebracht door berichten van sommi-
gen. Dat het anders zou lopen, dat zij wel
door de (grote) verdrukking zouden gaan.

‘Zij wisten toch van eerdere redding?’

Paulus had hen al gezegd, dat zij gered zou-
de worden door Jezus, de Zoon van God,
uit het komen van de verontwaardiging (van
God), 1 Thessalonicenzen 1:10.
En dat zij niet gesteld waren tot verontwaar-
diging, maar tot redding
, 1 Thessalonicenzen

5:9,10. De bazuin van God, dát is redding!

Woord vandaag

‘De totale ineenstorting?’

Het Griekse woord wijst in die richting, ja.
Een algehele ruïnering van het bestaande.
Dat zal heel plotseling gebeuren. Te denk-
en valt aan de stopzetting van het gedurige
(ritueel, offerdienst of iets dergelijks). De
profeet Daniël spreekt van een verwoesten-
de gruwel
, waar de Heer Jezus ook op wijst

in Mattheüs 24:15.

‘Dat is toch de aanbidding van het beest?’

In Jeruzalem zal het gaan om het beeld van
beest, net als in de rest van de wereld. De
wetteloze (dat is niet de paus) zal zich dan
in de tempel van God (dat gebouw waarin
de drie religies bidden en samenkomen)
zetten en zich als god laten aanbidden.

‘Dat gebeurt op de helft van de jaarweek.’

Vanaf dat moment zal dat gebeuren en zal
42 maanden duren. Ieder die hem niet aan-
bidt zal gedood worden (Openbaring 13:15).
Het lichaam van Christus gaat dat niet mee-
maken. De bazuin van God zal eerder klin-
ken, voordat dit alles gebeurt op aarde.