Woord vandaag

8 november 2017
‘Als mens niet veel te vertellen.’

God bepaalde waar je werd geboren,
in welk land/provincie/stad/dorp/fa-
milie/religie/godsdienst je terecht-
kwam. En er zijn geestelijke invloeden,
die op een mens inwerken. Zonder dat
die mens zich dat bewust is.
Farao had geen idee, dat God zelf zijn
hart versterkte.

‘En hoe is dat nu dan?’

Ondanks alle goede en geweldige in-
spanningen, gebed, inzet, et cetera
van zóveel mensen, zal de mensheid
niet massaal tot geloof dan wel beke-
ring komen. De Israëlieten zullen ern-
stig tot God gebeden hebben dat ze
verlost werden van de onderdrukking
in Egypte. Liefst zo snel mogelijk.

‘Dat gebeurde niet snel.’

God wachtte tot het juiste moment was
aangebroken in Zijn plan. Pas op het tijd-
stip, dat Zijn Naam verheerlijkt kon wor-
en, dat Hij Zijn kracht kon tonen aan de
Farao, aan Israël, aan de volkeren, en de
geestelijke machten en krachten, toen
werd Israël definitief verlost.

Woord vandaag

7 november 2017
‘Farao besefte niet Gods bedoeling.’

Wanneer God hem had gezegd, dat
Hij zijn hart zou verharden opdat Hij
later Zich aan hem zou verheerlijken,
dán zou Farao een soort robot gewor-
den zijn. Maar zo doet God dat met
niemand. Daardoor zijn de mensen
zich niet bewust van de verborgen in-
vloeden op hun gedachten en leven.

‘Ook wat je erfde, toch?’

Wie je bent als mens wordt voor een
groot deel bepaald door wat je van
je (voor)ouders meekreeg. Dat geldt
ook voor je opvoeding; hoe je ouders
dat deden, heeft zijn sporen nagela-
ten. God bepaalde tevoren wie je ou-
ders waren!

‘Maar ook je omgeving?’

Het werelddeel, het land, de provin-
cie, de stad of het dorp waar je op-
groeide. Je hebt het zelf niet kunnen
kiezen. En dan: ben je niet religieus
opgevoed of juist wel. En welke reli-
gie dan? Dit alles bepaalt óók wie of
wat je bent!

Woord vandaag

6 november 2017
‘God ontfermt Zich.’

En Hij verhardt wie Hij wil. In het ge-
val van Israël het hart van de Farao.

Zonder dat Farao zich daar iets van
bewust was, maakte God zowel Zijn
wil (Laat Mijn volk gaan) als Zijn be-
doeling
(Dat Ik in jou Mijn kracht zal

tonen en Mijn Naam verkondigd wor-
den over heel de aarde) bekend.

‘Farao moest wel weigeren.’

Om Gods bedoeling te bereiken, werk-
te God zelf in het hart van Farao. An-
ders zou hij te zwak geweest zijn en
het volk al na twee of drie plagen heb-
ben laten gaan. Doordat God zijn hart
versterkte, duurde het tot en met de
10e plaag.

‘Toen pas mocht het volk weg.’

Later ging Farao alsnog achter het
volk aan. Dat kon hij doen, omdat zijn
hart opnieuw verhard werd. Anders
zou het veel te zwak en verdrietig ge-
bleven zijn na de dood van zijn eerst-
geborene. Zo kon God én Farao én
diens legermacht op uiterst bijzonde-
re wijze overwinnen.

Woord vandaag

5 november 2017
‘Te moeilijk, Romeinen 9?’

Niet wanneer je erkent (gelooft), dat
God van begin tot eind in Zijn plan
geen fouten maakt. In Romeinen 9:17
lees je Gods kracht tegenover die van
een wereldleider, Farao:

want de Schrift zegt tegen de Farao:
juist hiertoe heb Ik jou verwekt: dat
Ik in jou Mijn kracht zou tonen, en dat
Mijn naam verkondigd zou worden
over heel de aarde
      

‘Dat is duidelijk getoond, ja.’

In het verband daarmee, de verheer-
lijking van Gods naam, klinkt:

dus Hij ontfermt Zich over wie Hij wil
en Hij verhardt wie Hij wil
         9:18

Wanneer het nodig is in Zijn plan; wat
tot verheerlijking van Zijn naam leidt,
verhardt Hij én ontfermt Hij Zich.

‘God is waarachtig. De mens niet.’

Farao’s hart werd door God verhard.
Zo kon Farao tegen de wil van God
in
gaan. God zei: laat Mijn volk gaan.
Farao zei: nee. Dat kon niet anders,
want God verhardde zijn hart. Farao
wist dat niet, maar had wel gehoord
wat Mozes in Exodus 9:14-16 tegen
hem zei: Gods bedoeling met wat in
Egypte gebeurde om het volk uit
te
laten trekken.

Woord vandaag

4 november 2017
‘De geschiedenis is van God.’

En tot eer van God. Het gevolg van de
uittocht en verharding van Farao’s hart
was de verheerlijking van God.
In Romeinen 9 komt Paulus op die ge-
schiedenis terug. Als aangetoond wordt
dat God niet onrechtvaardig is, verwijst
hij naar God en Mozes.

‘God ontfermt zich.’

Dat zegt Romeinen 9:15, ja:

want Hij zegt tegen Mozes: Ik zal Mij
ontfermen over wie Ik Mij ontferm
en zal barmhartig zijn voor Wie Ik
barmhartig ben

Onafhankelijk van gedrag van mensen.
Denk aan wat Romeinen 9:11
over
Jakob en Esau zegt. Voordat ze
 gebo-
ren waren, had God al bepaald
 wat
hun loopbaan zou zijn.

‘God heeft alle touwtjes in handen.’

Absoluut. In Romeinen 9:16 klinkt:

dus is het niet van degene die wil,
noch van degene die rent, maar van
God, die Zich ontfermt

De mens heeft niets in te brengen. Is
volledig afhankelijk van God. Alle po-
gingen iets bij de mens neer te leggen,
lopen stuk op Romeinen 9. Vandaar
dat je nauwelijks hoort spreken over
dit hoofdstuk.