Woord vandaag

‘Vandaag hemelvaartsdag.’

Dat kwam na Christus’ opstanding uit de dood. Hij werd niet al-
leen opgewekt, maar ook verheerlijkt. Dat zeggen de schrijvers,
die de Griekse Schrift optekenden. De Hebreeënbrief begint met
vast te stellen, dat Hij verheerlijkt is aan Gods rechterhand.
Dat deed Hij nadat Hij de reiniging van zonden tot stand had ge-
bracht. Zijn werk aan het kruis en Zijn opgewekt zijn uit de dood
staan daar garant voor.

‘Dat is de betekenis van hemelvaart?’

Zijn aardse werk zat er –voorlopig- op. Nu werd Hij verheerlijkt,
zoals de Tenach dat had aangekondigd. Petrus zegt ook, dat de
profeten spraken van het lijden van de Messias Jezus én van de
heerlijkheid daarna
. De betekenis van Zijn hemelvaart is, dat Hij

opgevaren is naar de Vader en dat Hij gezet is boven alle mach-
ten en krachten. Zowel geestelijk als menselijk.

‘Dat lijkt bij christenen onbekend.’

Dat is het helaas vaak ook. Men weet wel dat Hij is weggegaan
van de aarde. Maar heeft geen idee wat Hij nu, vandaag, doet.
Dat houdt in: de reiniging en heiliging van de gemeente die Zijn
lichaam is. Zijn verborgen hemelvaart is nóg onbekender, die
vond plaats op de dag van Zijn opstanding. Maria mocht Hem
niet aanraken. Later anderen wel, omdat Hij toen al bij Vader
geweest was.
En die verborgen hemelvaart was een type van

onze hemelvaart bij de bazuin van God! We kijken ernaar uit!

Woord vandaag

‘Zijn opstanding uit de dood veranderde alles.’

Voor de schepping wel. Mensen hebben daardoor hoop,
licht en uitzicht. Toen was de tegenwerker bezig alle geloof
in Zijn opstanding te vernietigen. En werd direct een gerucht
verspreid dat de discipelen Hem hadden weggenomen. Hij
ontmoette Maria en de discipelen. Als bewijs van Zijn opwek-
king uit de dood. Hij was geen geest, Hij had vlees, gebeente.

‘Bewijs genoeg. Hij heeft het werk gedaan.’

Het is volbracht heeft geklonken als stem van de verwach-
ting. Voor alle mensen. Hij stierf voor allen. Aan de voet van
het kruis komen wij tot inzicht. We verstaand dieper Wie
Hij is, Jezus Christus. We gaan iets van de liefde van God be-
grijpen. In het licht van dat kruis van Golgotha gaan we ook
dieper begrijpen wie wij zelf zijn. We hebben Hem nodig.

‘Het kruis is centraal in Paulus’ brieven.’

Dat is het, en we kunnen er niet omheen. Hij heeft daar diep
geleden. Hij stierf. Voor allen. Maar óók voor Zijn God en Va-
der. Die liet Hem die loopbaan lopen. Tot en met de dood van
het kruis
. Dat toont de schande en diepe vernedering die Hij
onderging. Voor ons, voor de hemelse machten en krachten,
ook zij die meenden hiermee van Hem af te zijn. Integendeel!

‘Vader wekte Hem op.’

Daarna is het leven en alleen dat. Daaruit mogen wij leven, elke
dag weer. Leven door de geest van God. Daar draait het om, na
die heerlijke derde dag. Iedereen was verward en verwonderd.
Hij lééft, en spreekt ons aan. Troostend en bemoedigend, we
hoeven niet alleen door het leven. Hij gaat mee, geeft alle kracht
die nodig is. Dat geeft innerlijk vrede en rust. 

Woord vandaag

‘Dat God Zijn volk niet loslaat. Mooi.’

Zo houdt Hij ook ons vast. Te midden van deze tijden, waarin
zo veel op de mens losgelaten wordt, is dat voor de gelovige
een heerlijke gedachte. Hij draagt, waar wij het soms moei-
lijk kunnen hebben. Hij houdt in diepste zin het volk vast.
Ook al zegt de profeet met het oog op deze tijd: Lo-ammi. 
Israël blijft Zijn oogappel en Hij zal het nooit echt verlaten.

‘God is trouw, geweldig.’

Zeker, en dat beseffen we ook in deze tijd waar zoveel aan de
hand is. Het boek Openbaring spreekt over soms bijzonder
ernstige gerichten. Wij kijken naar Hem, die ons liefheeft en
hebben goede moed. In nood, lijden en verdrukkingen kun-
nen we opzien naar Hem. Hij doet het niet verkeerd, God
maakt geen fouten.

‘Niets kan ons van Zijn liefde scheiden?’

Zo zegt de apostel het in Romeinen 8. Hij draagt je waar je
zelf niet kan. Steeds vaker besef je dat je het zelf niet kunt
en dan doet Hij het: kracht geven in alle omstandigheden.
Paulus strekte zich ernaar uit, de opstandingskracht van
Christus in zijn leven te ervaren. Want Hij geeft dat ook!

Woord vandaag

‘Wonderlijk hoe God handelt.’

Hij houdt Zijn volk vast. De volkeren zullen tekeer gaan
tegen Israël in de eindtijd. Dat is een gericht van God, dat
zij moeten uitvoeren. Zij zijn het instrument. God is het,
Die daarna het gericht op de volkeren zal brengen, om hun
antisemitisme. Dat heeft weerslag in Mattheüs 25:31-46.

‘Dat is toch voor de 1000 jaren?’

Zeker, en de grote witte troon na de 1000 jaar. Die jaren
zijn letterlijke jaren zoals wij die nu ook kennen. Net zoals
het Israël dat Gods volk is, letterlijk Israël is. Niet een gees-
telijk Israël of iets dergelijks. Hoewel Israël nu Lo-ammi (niet
Mijn volk) is, is dat slechts tijdelijk. De beloften via de aarts-
vaders zijn blijven staan.

‘God houdt Zijn woord.’

Hij kan niet liegen. Wat Hij beloofd heeft met een eed, dat
doet Hij. Dat kan duizenden jaren duren, maar uiteindelijk
zal het toch gebeuren. Hij doet wat Hij zegt. Geweldig is dat.
Hij is trouw, Zichzelf (ver)loochenen kan Hij niet. Daarom kun-
nen we altijd op die trouwe God en Vader aan. Hij zal dragen
tot aan de bazuin, je kunt altijd omhoog kijken!

Woord vandaag

‘We zijn op weg naar iets moois.’

Dat gaat binnenkort (…..) gebeuren. Het is maar vanuit
welk gezichtspunt je kijkt. Wanneer een mensenleven
voorbij is, kijkt de mens erop terug. En dan komen de
woorden van Spreuken naar voren. Het leven is slechts
een zucht. Een ademhaling.

‘Het is een bijzondere tijd nu.’

Alles groeit naar het toppunt van deze boze eon. En wij
kunnen toch als gelovigen zeggen, dat we op weg zijn naar
iets moois. De bazuin van God zal klinken voordat de dag
van de Heer komt. Met die komst van de dag van IEUE
(Ik ben) komen gerichten. Eerst op het huis van God, dat
is Israël.

‘Daarna op de volkeren?’

Zij zullen Israël verdrukken en vervolgen in de 70e jaarweek
van Daniël 9:24-27. Als reactie daarop zal God de volkeren
richten, omdat ze Zijn oogappel geraakt hebben. Israël is
en blijft Gods volk. En Hij blijft trouw aan de beloften die
Hij heeft gedaan aan Abram, Izaak, Jakob en nageslacht.
Dat blijkt in Openbaring uit de 144000 die bewaard worden
en de menigte die niemand tellen kan.