Woord vandaag

‘God laat het zien door de geschiedenis.’

Daarin wordt zichtbaar, dat Israël, Zijn oogappel, niet
tot eer van God kon leven. Hij is het, die alles in Zijn
hand heeft. En het tekortschieten van Zijn volk was
een demonstratie, een voorbeeld. Dat zegt de eerste
Korintebrief (10:6,11):

deze gebeurtenissen zijn ons tot voorbeeld geschied

dit is hun overkomen tot voorbeeld voor ons

‘God onderwijst ons ermee.’

Dat zeer zeker. Ook zij hebben dat moeten leren, en
nog. Pas in de komende 1000 jaren (en daarna) zal
het voor hen duidelijk worden. De beloften door de
profeten zijn:

..huis van Israël….later, dan zul je naar Mij luisteren
en mijn heilige Naam niet meer ontheiligen met
jouw offergaven en jouw afgoden
    (Ezechiël 20:39)

‘Dat is de belofte die IEUE gaf.’

Zoals daar zoveel zijn, door de profeten van Israël
gegeven, zoals gegeven aan de aartsvaders Ab-
raham, Izaäk, Jakob en Jozef. En door de aller-
grootste van allemaal: de Heer Jezus Christus.
De geest van God zal komen en het volk geest
geven, zodat zij wandelen tot eer van IEUE!

Woord vandaag

‘God werkt het alles uit.’

In het leven van mensen is God het, die werkt. Dat zien
we in de geschiedenis van de mensen. Aan Zijn geliefde
volk Israël gaf Hij Zijn woorden. Zij zeiden, heel duidelijk
te horen:

Al wat IEUE (Ik ben) gesproken heeft, zullen wij doen
                                                        (Exodus 19:8; 24:3,7)

En namen verplichtingen op zich, die de kracht van een
ziels mens (Adam werd een levende ziel, Genesis 2:7)
niet kan volbrengen.

‘De mens heeft de geest van God nodig.’

Israël bedacht zich op dat moment niet, dat de kracht
om zo te kunnen leven, alleen van IEUE, hun God, kon
komen, en niet van hen zelf. Zij dachten dat in eigen
kracht te kunnen. Achteraf kunnen we vaststellen, in
geloof, dat zij niet erkenden, dat hun God het is, die in
de mens zowel het willen als het werken voor Zijn wel-
behagen bewerkt (Filippenzen 2:12,13).

‘We kunnen dat zien door geloof in Zijn woord.’

Het lijkt misschien makkelijk, een tekst uit de Bijbel
erbij te halen. Toch kunnen we zo zien, hoe het kwam
dat Israël faalde, dat de volkeren tekortschieten. Dat
elk mens niet de eer aan God kan geven. Het heeft te
maken met Gods kracht. De mens wordt door Vader
onderwezen: tot eer van Hem leven, kan alleen door
Zijn vermogen.

Woord vandaag

‘De mens moest ervaring met zonde hebben?’

Dat is het. Dat leidde tot vervreemding van God, en was
opgenomen in Zijn plan. Zowel voor God als voor de mens
een weg die lijden veroorzaakte. Maar alleen zo kon geleerd
worden: door middel van tegenstellingen. Zonde leidde tot
vervreemding van en vijandschap tegen God. En zo kon God
laten zien, wie Hij is: liefde, vol genade.

‘Zonder zonde geen kennis van genade.’

Dat is waar het God onder meer om te doen was. Hij bracht
in feite door de zonde van Adam het lijden en de dood in de
wereld. Maar ook Zijn vertroosting, mededogen (liefde) en
Zijn leven. Opstanding is er alleen uit de dood. Daarom moest
de mens eerst zondigen en sterven. God kan Zijn grote kracht
op die manier tonen.

‘Na vervreemding kun je werkelijk vrienden zijn.’

God kan Zijn weergaloos diepe liefde betonen aan vijanden.
Van daaruit in evangelieprediking, ook in die van het koninkrijk,
klinkt: bidt voor je vijanden, en heb je vijanden lief. In de mens
zelf is dat vermogen niet aanwezig. Een mens kan niet uit zich-
zelf op die manier met vijanden omgaan.

‘Ja, en vanuit God wel?’

Wanneer je zelf beseft als gelovige dat je een doelmisser (zon-
daar) was en een vijand van God, dan weet je het verschil.
Zijn liefde, genade, het werkt in je hart. Door heilige geest in
je wordt het van binnen anders. Dan kun je wel je vijand lief-
hebben en voor die ander bidden. Dat is bovenmenselijk. Het
is die liefde van God, die in je is uitgegoten door heilige geest.

Woord vandaag

‘Alles was in de hof zoals het plan was?’

Dat kunnen we rustig zo zeggen, ja. De mens was door
God gemaakt tot een levende ziel. Daarmee getuigt de
heilige geest, dat de mens niet geestelijk ingesteld was.
De ziel, het zielse, de gevoelens, wat oren en ogen kun-
nen waarnemen, wat handen en voeten kunnen aanra-
ken, dat overheerste.

‘En het woord dan?’

God had tot Adam gezegd dat zij alle bomen in die
weelderige tuin mochten aanraken. En van alles eten,
behalve van de boom van kennis. Men noemt dat altijd
een ‘proefgebod’. Alsof God hen op de proef stelde en
afwachtte wat zou gebeuren. Dat is in het licht van Zijn
voorkennis niet vol te houden.

‘Het Lam was al bekend.’

God had al voorzien in dat Lam, dat gegeven zou wor-
den voor de zonde van de wereld (Johannes 1:29).
Het was tevoren gekend (1 Petrus 1:19,20). Zo kunnen
we beter begrijpen waarom God het zo deed met de
eerste mensen. Hij had ze zwak-ziels gemaakt, zodat de
vrouw de slang niet kon weerstaan (1 Timotheüs 2:14).

‘Het was geen proef?’

Nee, God had Christus als Lam al voor de zonde. De zonde
moest via de tegenwerker binnendringen in het hemelse
bereik. Daarna ook bij de mensen. Wanneer de mens niet
had gezondigd, zouden God en Zijn Christus alleen gekend
worden in hun scheppende kracht en de daarmee verbon-
den wijsheid. Maar hun liefde, genade en gerechtigheid
hadden dan nooit gekend kunnen worden!