Geciteerd

Een wachtende schepping
Al wat in Eden verloren ging -en meer- zal teruggevonden worden door
het offer van Golgotha. Het ging in de eerdere onthullingen om wijsheid
en scheppende kracht. Maar de zonde riep een overstijgende volheid
aan heerlijkheid naar voren.
Wijsheid die ontelbare gunsten (genade) draagt, kracht die gekleed is
in het gewaad van liefde, dát is de enorm verheven ontvouwing waar
de schepping reikhalzend naar verlangt.

Vladimir Gelesnof,  UR LXVIII, blz.247

 

Woord vandaag

‘Jezus is dus wel God, maar relatief?’

Ja, en daarom staat Hij niet op dezelfde hoog-
te als Zijn Vader. Die is wel absoluut God, de
Allerhoogste. De heilige geest is de geest die
heiligt,
en gaat van God uit. Maar is zelf geen
God zoals de Vader. En: Jezus werd door de
Vader gezon
den.

‘Ja, zo is het duidelijk.’

We zouden de Schrift laten staan. Als het gaat
om de relatie tussen de Vader en de Zoon. De
Zoon is gezonden, de Vader is de Zender:

Dit is het werk van God: dat jullie geloven in
Hem, die Hij gezonden heeft
      Johannes 6:29

Van de menigte die Hem volgde, geloofden
niet allen. Zo lezen we de vraag in vers 30:

welk teken doet U dan, opdat wij zien en U ge-
loven? Wat voor werk doet U?

‘De Vader staat boven de Zoon.’

Het wordt zichtbaar voor je als je de Schrift
volgt. Even verder (vers 37) wordt gezegd:

alles wat de Vader Mij geeft, zal tot Mij komen;
en wie tot Mij komt, zal Ik beslist niet uitwerpen

Dus wie tot Jezus komt, wordt door Vader ge-
geven! Zo is de Zoon volkomen afhankelijk van
wat Vader geeft (vers 44):

niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader,
Die Mij gezonden heeft, hem trekt

Woord vandaag

‘Johannes 1, ja, maar is Jezus God?’

Dat blijkt in elk geval niet uit Johannes 1.
Daar wordt duidelijk, dat de God die spreekt,
Zijn woord geeft en dat heeft
onder de men-
sen vervulling gekregen in 
Jezus, Die te mid-
den van Zijn volk was. 
Zo werd het woord,
de belofte, zichtbaar 
en tastbaar.

‘Toch kun je wel stellen dat Jezus God is?’

Nee en ja. Nee, omdat Hij niet absoluut God
is en dat ook nooit kon en zal zijn. Ja, omdat
Hij wel relatief gezien God was en is. Lastige
tekst voor theologen is Johannes 1:18

niemand heeft ooit God gezien; de enig voort-
gebrachte (gegenereerde) God, die nbin de
boezem (borst) van de Vader is, Die ontvouwt
Hem

En in de vertalingen staat steeds Zoon, maar
de concordante vertaling volgt de wijziging
door de tweede corrector van de Sinaïticus
(oudste meest complete handschrift van de
Schrift), die een nog oudere tekst kende dan
wij overgeleverd hebben gekregen.

‘Dan lees je, dat Jezus God is.’

Jawel, maar Hij is de enig voortgebrachte God,
en kan dus nooit absoluut God zijn, zoals Zijn
Vader dat wél is. Zo gezien blijft het ook waar,
dat er één God is, de Vader, uit Wie het al is en
tot Wie wij zijn, en één Heer, Jezus Christus,
door Wie het al is, en wij door Hem.
   

Woord vandaag

‘Alles is door het woord geworden.’

Dat is wat Johannes 1:3 zegt. God sprak
en zo kwam het tot stand. Hij gaf Zijn
woord aan Zijn volk Israël. Zo konden
zij iets van Hem vernemen. God zelf, die
geest is, kan niet waargenomen worden.
Via Zijn Zoon spreekt Hij.

‘Dat zegt Hebreeën 1:1 ook.’

God spréékt, dat is op zich al geweldig,
want de stomme afgoden doen dat niet.
Het woord van God is betrouwbaar en
Zijn Zoon zorgt voor de communicatie
met de schepselen. Op die manier komt
het woord tot ons.

‘God sprak op verschillende manieren.’

Via zieners, profeten, hemelse boodschap-
pers en mensen van God 
werd het woord
hoorbaar. Ook vandaag
wordt het woord
doorgegeven aan de 
mensen. Door onder
meer evangelisten en leraren. God zal dat
steeds geven, tot aan de bazuin. Daarna
zullen sprekers uit Israël dat voortzetten.

Woord vandaag

‘Opmerkelijke verschillen in Johannes 1.’

Ja wat mij onder meer de ogen opende,
was het verschil tussen bij en naartoe.
De tekst geeft aan, dat de functie van het
woord van God is, dat het woord
de luis-
teraar richt op God. De beweging
is: naar
God toe
. De woordverkondiging
zou dat
ook doen: richten op God, die
liefde is.

‘Ja natuurlijk, dat is logisch.’

Bovendien is bij een ander Grieks voor-
zetsel dan wat in NBG-Johannes 1:1 staat.
De tekst leest pros, dat naartoe betekent.
We lezen daarna: God was het woord.

Dat is de woordvolgorde in de grondtekst.
Het is een stijlfiguur, een vorm 
van beeld-
spraak, metafoor.

‘Dat is wat lastiger voor mij te begrijpen.’

Het is een vergelijking. Wat Johannes aan-
geeft, is dat God in de ‘gestalte’ van 
het
woord naar de mens toe kwam. Dat 
gespro-
kene was de uitdrukking van God en 
sprak
uit Wie God is. En dat woord, de 
beloften en
profetieën van Tenach (OT), 
werd later con-
creet en zichtbaar in de 
vervulling: de Heer
Jezus Christus, die 
als Mens dat liet zien.