Woord vandaag

‘Goed om het begin te overdenken.’

God ondernam een groot werk, door de mens te scheppen.
Het doel was, dat de mens gevormd zou worden naar het
beeld van de Zoon van God. God was en is van a tot en met z
verantwoordelijk voor dit werk. Hij ondernam het en Hij zal
het ook afmaken. Hij laat niet los wat Zijn hand begon.

‘Er moest redding komen, toch?’

De mens zondigde door de zorg van Vader niet te achten.
De mens, die aan de dieren de namen had gegeven, over-
trad Gods aanwijzing, niet te eten van de boom van kennis.
De slang sprak, dat was de tegenstander (satan), die zo aan-
gemerkt wordt in Openbaring 20:2: de oude slang.

‘Dat was de reden dat redding moest komen.’

Ja, en de reden was daarvoor al ontstaan; God had de te-
genwerker geschapen. Die deed zijn werk en daarom moest
redding komen. God had echter het Lam tevoren gekend,
voordat hij de tegenwerker schiep en zonde in de wereld
kwam. Alles verliep exact volgens Gods voornemen. 

Woord vandaag

‘Wat de Heer deed, was beslissend.’

Toen het eerste mensenpaar op aarde verscheen, was dat in
een eenvoudige vorm. Met betrekking tot de geestelijke prin-
cipes misten zij wijsheid. Zij waren als schepselen in de oude
wereld gezet. In een mooie omgeving: de hof van weelde (dat
betekent ‘Eden’ eigenlijk). Daarbuiten was het niet zo aardig
en vriendelijk als vaak wordt voorgesteld.

‘De mens moest bewaren?’

En liefst uitbouwen en zo het koninkrijk van God oprichten
op aarde. Adam gold dan als eerste regent, eerste koning.
Dat ging al snel mis, helemaal volgens Gods voornemen. De
mens was ten opzichte van geestelijke machten zoals de te-
genwerker, eigenlijk naïef. Wat dat betreft stond de mens
nog in de kinderschoenen.

‘Er moest geestelijke groei komen.’

De eerste mensen leefden wel, maar misten heilige geest.
Zij hadden wel de levensadem van God ontvangen, maar
ontvingen geen speciale toedeling van geest, de heilige.
Adam en Eva hadden wel een gesprek met God, maar niet
continu diep contact met Hem, zoals de verzegeling met
heilige geest en de inwoning van de geest van God dat al-
leen mogelijk maakt. Na het zondigen kon gezegd worden
dat de mens dood was in misdaden (Efeziërs 2:1-4).
Redding kon alleen van Gods kant komen, de mens was
zelf niet bij machte zich te redden!

Woord vandaag

‘Wat een verschil tussen oud en nieuw.’

Dat liet de Heer tijdens Zijn leven op aarde al zien. Hij sprak
zoals nog nooit iemand had gesproken. Hij diende, terwijl Hij
alle recht had om te regeren. Maar, bewust ging Hij de weg
van verootmoediging. Daarom verdiende Hij het, om verheer-
lijkt te worden zoals daar op berg met Mozes en Elia.

‘Hij moest toch eerst sterven.’

Hij verdiende de dood niet. En de dood van het kruis al hele-
maal niet. Dat was een scherpe tegenstelling: Hij, die zonder
zonde was, werd gekruisigd als was Hij een misdadiger, een
rover. Zij werden gezamenlijk met Hem gekruisigd. En verdien-
den dat ook, zoals een van hen terecht opmerkte, hangend aan
het hout. Maar Hij niet.

‘Schril contrast.’

Overeenkomstig de wil van Vader ging Hij de diepe weg. Hij
kwam in de gelijkheid van het vlees van de zonde. Hij ging
rond en deed wat Vader wilde; Hij verdroeg de tegenspraak
van zondaren. Hij verviel nooit in de zonde van ongeloof, maar
wandelde in vol vertrouwen op Vader de loopbaan die Hij
moest lopen. Tot en met de dood van het kruis!

Woord vandaag

‘Vol betekenis, de verheerlijking?’

Wanneer je het leest in Mattheüs 17, zie je dat Hij wel licht
uitstraalde. Van Mozes en Elia wordt dat niet gezegd. Je kunt
daarin de grote waarheid zien:

het getuigenis van Jezus is de geest van de profetie

Zijn licht straalde af op Mozes en Elia. En zo ontvang je pas
echt licht op de Tenach (Thora en de Profeten) door Hem, die
de Christus, de Messias, de Gezalfde is.

‘Ja, fijn dat dat zo is.’

Zo legde Hij aan de Emmaüsgangers uit al wat in de Wet en de
Psalmen en de Profeten op Hem betrekking had. Hij gaf hen het
licht erop. Hij is Zelf het Licht van de wereld. En zo klinken de be-
kende woorden als muziek in de oren van de gelovige:

de wet werd door Mozes gegeven, de genade en de waarheid
zijn door Jezus Christus geworden

‘Daardoor meer heerlijkheid.’

Het schenken van genade gaat ver uit boven het opleggen van
de Thora. Het ene gaf een zekere heerlijkheid. Dat was echter
een verdwijnende, terwijl de bediening van de geest ging van
heerlijkheid tot heerlijkheid
. Het ene (de wet) leidde tot ergere

vorm van slavernij (onder de zonde); het andere leidt tot vrijheid.
De angst voor God verdwijnt; Hij betoont je genade.   

Woord vandaag

‘We gaan de weg die gegaan moet worden?’

De mens is, door God bedoeld. Iedereen is door Hem gewild
en gewenst. Zo kon de eerste mens in leven blijven, fysiek ster-
ker worden door het eten van de boom van leven. Dit was ech-
ter niet naar Gods plan. God bedoelde, dat Hij, de laatste Adam
moest komen. Daarvoor was nodig, dat zonde doordrong in de
mens(en).

‘En dat de Zoon van Adam moest komen.’

Tegen de donkere achtergrond van de zonde was Zijn leven
op aarde een groot getuigenis. Van de God, die Hij Zijn Vader
kon noemen. Hij was in heerlijkheid bij Vader:

de heerlijkheid die Ik had, eer de wereld was, bij U (Joh. 17:5)

En werd Mens op aarde. Hij verdiende het, om de eer te ont-
vangen van de anderen. Dat blijkt in feite, toen Hij veranderde.

‘Wanneer was dat dan?’

Op de berg van verheerlijking. Hij ontving daar eer van Mozes
en Elia, en werd voor het oog van de drie latere steunpilaren
van de Besnijdenis, verheerlijkt. Er ging sterk licht van Hem uit.
Veel sterker dan van Mozes en Elia. Je zou in een beeld kunnen
zeggen, dat Hij daar de Thora en de Profeten ontmoette.