Woord vandaag

‘Ja mooi, de algenoegzaamheid van God. Hij boven alles.’

De eonen (Grieks: aionen) zijn bedoeld om het plan van God
uit te voeren. Vader doet dat door Christus Jezus. Die is, zo
hebben we gezien, de Eerstgeborene van heel de schepping.
En in Hem is het al geschapen, wat in de hemelen en wat op
de aarde is, het zichtbare en het onzichtbare. Vooral die on-
zichtbare zijn voor ons van groot belang.

‘Waarom?’

Omdat dit de geestelijke machten en krachten betreft. Dit
zijn de onzichtbare, omdat geest per definitie voor ons als
mens onzichtbaar is. De Heer Jezus gaf zelf de geïnspireerde
illustratie uit de natuur, de wind. Je ziet en hoort dat niet,
maar je ziet en hoort wel de uitwerking ervan. Zo, zegt de
Heer in Johannes 3:8, is het ook met de geest.

‘Er zijn heel wat geestelijke machten.’

Er zijn er heel wat, die toebehoren aan de hemelen. We wil-
len enige tijd ‘kijken’ naar de hemelse, geestelijke machten.
Wat Gods woord daarvan zegt. Daarom zullen we nu niet aan-
dacht besteden aan de demonen, omdat die meer met de aar-
de verbonden lijken te zijn.
Ten eerste is ons uitgangspunt Kolossenzen. Hierboven kwam
1:16 heel even naar voren, waar de bron van die geestelijke
machten vermeld wordt.

‘Vader heeft deze in de Zoon geschapen.’

Dat doet ons verwonderd staan. Aan het begin, vroeg in de eer-
ste eon, schiep God niet de hemelen en de aarde, maar geeste-
lijke machten en krachten. De zonen van de Onderschikkers.
Dit zijn waarschijnlijk geen hemelse boodschappers, maar de
wat hogere in rangorde. Want dat laatste is te midden van de
hemelsen aanwezig, een hiërarchie, of rangorde.

Woord vandaag

‘De mens heeft Vader voor alles nodig.’

Abram besefte dat uiteindelijk, toen hij wachtte totdat AL
(Onderschikker) Zijn belofte ging vervullen. God wachtte
totdat Abram en Saraï naar de mens gesproken geen nage-
slacht meer konden verwekken. Waar de menselijke energie
is uitgeput, tekortkomt, blijkt dat God zich kan laten zien als:
de Algenoegzame.

‘Het duurt soms lang voor gelovigen dat erkennen.’

Gelovigen menen dat ze allerlei dingen voor de Heer moeten
doen. Punt is: het dienen van de Heer kan slechts door Hem
gebeuren. In de brief aan de Filippenzen, die over de dienst
aan God en Christus Jezus gaat, zegt daar iets over. Abram

moest dit leren kennen, dat Vader alles bewerkt.

‘We zijn gezegend wanneer we dit gaan zien.’

In Filippenzen laat Paulus zien, dat voor de wandel en het
dienen geldt, dat niet de mens (het vlees) het is, maar God.
Het dienen gaat alleen door Hem. Het is uiteindelijk zo:

werkt je redding met vrees en beven uit, want God is het,
Die in jullie zowel het willen als het werken voor Zijn wel-
behagen bewerkt
                                         Filippenzen 2:12b, 13

Dit is de algenoegzaamheid van God in Filippenzen. 

Woord vandaag

‘Het vlees werkt, de geest draagt vrucht.’

Dat is een principe. De mens kan enorme inspanningen ver-
richten, maar zal ontdekken dat het tevergeefs is. De ijdelheid
van de menselijke werken blijkt. Wanneer een mens dat in gaat
zien, gaat hij misschien op zoek naar ‘iets hogers’. De onderwij-
zing die Vader geeft, is dat het vlees van de mens nutteloos is,
als het gaat om redding en toekomst.

‘Je klinkt wat somber.’

Kijkend naar wat de mens presteert, valt niet zo veel te melden.
De mensheid moest wachten op de Mens bij uitstek: de Heer Je-
zus Christus. Die is door Vader gezonden om het grote werk te
doen tot redding van de wereld. Dat laat zien, dat het alles moet
komen van de Vader en de Zoon. De Zoon onderging de uiteinde-
lijke ware besnijdenis op Golgotha.

‘Daar werd het vlees afgesneden.’

Daarom moest Abram in Genesis 17 de besnijdenis uitvoeren. Dat
was een type van en heenwijzing naar de kruisging en dood van de
Here Jezus Christus. Net zoals Abram een klein stukje vlees moest
afsnijden, zo werd uiteindelijk al het menselijke vlees afgesneden
op Golgotha. Het onderwijst ons, dat het vlees afgesneden moet
worden
. Het laat zien, dat dé Onderschikker de Algenoegzame is.

Woord vandaag

‘Saraï wilde samen met Abram IEUE helpen.’

Door Hagar in te zetten, zodat er toch een zoon kwam. Maar
dat was niet de zoon die beloofd was. IEUE had beloofd dat
Abram en Saraï een zoon zouden krijgen. Zij wachtten niet,
maar ongeduldig volgden zij de weg van het vlees. De geest
van God heeft als vrucht: geduld (Galaten 5:22,23). Daar waar
de mens in ongeduld eigen oplossingen zoekt, werkt vlees.

‘Het duurde na Ismaël nog eens 14 jaar.’

God heeft de tijd aan Zijn kant, Hij wacht totdat de menselijke
mogelijkheden uitgeput zijn. Dan blijkt het doen van de mens
geen rol meer te spelen. Dan is het moment daar, dat Vader
kan laten zien dat alleen Hij algenoegzaam is. Het hangt alles
van Hem af. De menselijke ijver en inspanning heeft geen re-
sultaat. Ismaël bezorgt veel overlast, als gevolg van het werken
van het vlees. En zo is het vandaag nog steeds.

‘God is bij machte veel meer te doen dan wij bidden.’

Hij is werkelijk de enige ware Plaatser in het universum. Hij is
Degene die al Zijn welbehagen zal doen. Hij vervult al Zijn belof-
ten
. Niemand kan Zijn werk tegenhouden. Daarom wachtte Hij

tot Abram 100 en Saraï 90 was. Toen konden zij naar de mens
gesproken geen nageslacht meer krijgen. Toen kwam toch Isaäk.
En daarvoor stelde God iets in, dat we nog steeds kennen in de
wereld en wat ware gelovigen soms –vreemd genoeg- nog laten
doen.

‘De besnijdenis.’

Genesis 17 is het moment waarop IEUE wachtte. En nu kon Hij
Zich onthullen in de titel Al-Sjaddai: Onderschikker-algenoeg-
zaam. Vaak vertaald met: God, de Almachtige. Abram moest
zich (laten) besnijden. Dat was een teken van het feit, dat het
vlees van de mens keihard kan werken, maar net zo hard te kort
komt. Daarom moest een stukje vlees afgesneden worden.

Woord vandaag

‘Na strijd met Lots herders, en om Lot zelf – geen nageslacht.’

Tijd is een belangrijke factor. God heeft de tijd aan Zijn kant.
Doordat het langer duurde sloop iets menselijks in Abrams ge-
dachten. Twijfel begon in hem te knagen. Zou IEUE Zijn belofte
vervullen? Of moest Abram als mens iets doen? Hele logische
vragen, ook voor een gelovige als Abram. En gelovigen vandaag
worstelen nog steeds met dit soort vragen. Zou Vader Zijn belof-
ten wel vervullen? Gaat die bazuin wel klinken? Het duurt lang!

‘Ja, dat hoor je weleens, men gaat soms verschuiven.’

Abram dacht misschien wat velen denken, dat God degenen
helpt die zelf iets doen. Een voorwaarde: als ik iets doe, dan
zal God mij wel helpen of zegenen. Saraï zei tegen Abram dat
hij dan de slavin Hagar ook tot vrouw moest nemen en zo zou
zij dan nageslacht voor Saraï dragen. Zij dacht met Abram
IEUE
te helpen. Maar dat was niet wat IEUE beloofd had. Hij
zou uit Saraï en Abram nageslacht geven. Zo was de belofte.

‘Zo heeft Vader ook 1 Thessalonicenzen 4:13-18 beloofd.’

Tijd werkt altijd in Gods voordeel. Ook bij die belofte. Sinds
dat we voor het eerst ervan hoorden zijn er wellicht al heel
wat jaren verstreken. We zijn nu dus veel dichter bij de stem
van de Vorst van de boodschappers. En wanneer we komen te
overlijden, zullen we voor ons bewuste besef enkele seconden
na het inslapen de bazuin van God horen. We kunnen niet uit-
rekenen wanneer het zal zijn. Maar we vertrouwen Vader dat
Hij bij machte is ook te doen wat Hij belooft!