Woord vandaag

‘Was het een boeiende avond gister?’

Het was een uitgebreid stilstaan bij de 70 jaarweken van
Daniël 9:24-27. Daar viel nog wel het nodige over te zeggen,
hoewel het eerder in de serie van het profetisch woord aan
de orde kwam. Het is een boeiende onthulling aangaande
het volk van Daniël en zijn stad. Dat is vanzelfsprekend Je-
ruzalem. Die stad zal oorlog en verwoesting kennen tot het
einde van de era (die specifieke tijd).

‘Er zal nog veel gebeuren daar.’

Vast besloten, dat is het. Jeruzalem zal nog veel te verduren
krijgen; verschrikkelijke afgoderij gaat nog plaatsvinden.
De 70e jaarweek loopt parallel met Openbaring vanaf 6:1.
En je kunt Mattheüs 24 er naast leggen. Diverse visies zijn
daar over gegeven in de loop van de tijd. Het gaat om wat
niet vervuld is wat nog niet gebeurd is.

‘En dat is aanwijsbaar?’

Eén van de punten is, dat het offer en de (naderings)gave
destijds, na de kruisiging en opstanding van de Heer Jezus
niet stopgezet zijn. De andere gouverneur die nog komt, zal
dat midden in de laatste (70e) zeven wel doen. Die komt als
de ruiter op het witte paard van Openbaring 6 en overwint.
Hij zal meester van een verbond met velen zijn (gedurende)
een zeven (Daniël 9:27). 

Woord vandaag

‘Boeiend, de dingen die gaan gebeuren.’

Boeiend, maar ook zeer ingrijpend en ernstig. De mensen,
die God niet als God erkennen, zullen na het ingrijpen door
de Messias niet langer de boventoon kunnen voeren. Nu is
dat nog wel het geval. Zowel in de politiek als in religie heb-
ben de mensen het voor het zeggen. God niet. Daarom lees
je in Openbaring eerst over de politieke verlossing.

‘Het eerste gedeelte?’

Het zogenaamde troon-gedeelte (4:1-11:15) spreekt van de
heerschappij die overgaat in de handen van God. Daarna
komt het tempel-gedeelte 11:15 – 21:27 waarin de religieu-
ze verlossing van de aarde wordt verteld. Dan gaat de reli-
gie onder leiding van satan verdwijnen. De aanbidding zal
alleen nog de God van Israël betreffen.

‘Dan komt het nieuwe verbond?’

Zoals voorzegd door de profeten, sluit God het nieuwe ver-
bond met het huis van Juda en het huis van Israël. Zodat
alle 12 stammen met God omgaan in het nieuwe verbond.
Dan zal Hij Zijn geest in de harten geven, Zijn onderwijzing
in vlezen tafelen schrijven. Zo zal Israël het koninklijk pries-
terschap zijn, dat leiding geeft aan de volkeren. 

Woord vandaag

‘Fijn te weten, dat God alles in Zijn hand heeft.’

Ook in deze eindtijd, is Hij het, die het profetisch woord
doet vervullen. De stichting van de Joodse staat in 1948 was
naar profetie. Maar niet de vervulling van de belofte. Het
beloofde land aan Abraham zal wel in de toekomst aan het
volk Israël toevallen. Maar dat is wanneer hun Messias Jezus
als IEUE van de legermachten (Jahweh Zebaoth) hen van hun
vijanden verlost heeft.

‘Het is nu het dal van dorre doodsbeenderen?’

Daar is wel een soort ‘lichaam’, maar er zit geen geest van
God in. De Joodse staat kwam voort uit een zionistisch stre-
ven. Maar dat was niet uit geloof in de Messias Jezus. De be-
loften aan de vaderen blijven uiteraard staan. Die zullen in
de nabije toekomst vervuld worden. Dan zal ook het volk,
dat het koninkrijk binnengaat geestelijk herleven in de we-
dergeboorte. Door de geest van God gewerkt.

‘Hun opstanding?’

De bekende profetie uit Hosea 6:1-3 is, dat zij na twee dagen
zullen herleven. Ze zullen figuurlijk gesproken uit de graven
komen (en de rechtvaardigen die opstaan letterlijk) en het
volk zal zijn één kudde onder één Herder. Dan zal ook het
nieuwe verbond in werking treden. Voor de beide huizen
Juda en Israël. Samengebracht tot één onder Messias Jezus! 

Woord vandaag

‘Heerlijk, dat God alles in Zijn hand heeft.’

Ja ook 2000 jaar geleden, toen Hij stierf en opstond. Het was
Gods liefde die daar bezig was. Zijn geliefde Zoon niet te spa-
ren. Mensen vragen zich dan weleens af, waar God was, toen.
Had Hij niet kunnen ingrijpen? Had Hij niet…. Allemaal vragen,
maar het antwoord geeft Petrus op de pinksterdag, onder an-
dere, namelijk dat de Zoon naar de bepaalde raad en voorken-
nis van God overgeleverd en gekruisigd werd.

‘Het was natuurlijk geen verrassing voor God.’

God maakte Hem én tot Heer én tot Christus (Messias), dat is
wat Petrus daar zegt (Handelingen 2:36). En hij zegt dat tegen
heel het huis van Israël: deze Jezus, die jullie kruisigden.
Duidelijker identificatie kan niet. Hij was het, Jezus van Naza-
reth, eigenlijk: van Bethlehem, die zij kruisigden. Letterlijk ge-
beurde het door de handen van de Romeinen. Maar de woor-
den van Petrus zijn duidelijk.

‘Het was door God zo bepaald.’

Het kostbare bloed van Christus, Hij als het vlekkeloze Lam,
was tevoren gekend, vóór de nederwerping van de wereld
(1 Petrus 1:19,20). Dat is iets. Nog voordat de zonde in het
universum kwam, nog voordat de tegenstander geschapen
werd. Dat wekt verwondering. Het grote plan van God, daar-
in gaat niets mis. Had Hij kunnen ingrijpen? Toen, op Golgo-
tha? Ja, natuurlijk wel. Maar het gebeurde niet. Zijn liefde!