‘Pasen, in Christus, een nieuwe schepping: het is allemaal uit God.’
Jawel, we hebben gezien dat God alles tevoren weet. Gods voorkennis.
En dat houdt in, dat Hij ook alles ten diepste bewerkt. Dat kan niet an-
ders. Het zou onzin zijn wanneer Hij tevoren wel alles weet, maar ver-
volgens niet in staat zou zijn de dingen ook zo te ordenen dat ze zo gaan
zoals Hij bedoelt. Dat Hij Jakob liefheeft en Esau haat (achterstelt), dat
is naar Zijn voornemen. God is werkelijk God.
‘Fijn, dat geeft mij zekerheid. Het kan niet uit Zijn hand vallen.’
We zien op Hem, die ons liefheeft. We bespraken bij Openbaring afgelo-
pen woensdag, dat God liefde is. En dat Hij de dingen heeft onthuld in dat
bijzondere bijbelboek, maar dat boven die hele Openabring staat, dat
God liefde is. En dat dus al die dingen die nog gaan gebeuren, niet buiten
Hem om gaan. Zoals een chirurg een zieke plek uit een menselijk lichaam
moet wegsnijden, zo snijdt God straks in de mensheid om de ziekten te
verwijderen – binnen korte tijd.
‘Ja die hele periode van het boek Openbaring is eigenlijk maar kort.’
Dat mag je wel zeggen. Het gaat om een korte, hevige tijd waarin heel
veel gebeurt. Daarna breekt de 1000 jaar aan en volgt na de grote witte
troon de tijd van de nieuwe hemel en nieuwe aarde. Maar het grootste
deel van het boek gaat over het einde van deze boze eon, dit tijperk waar-
in het kwaad een belangrijke rol mag spelen. Daarin gebeuren de dingen
snel – wanneer ze plaatsvinden. En die gerichten luiden de komst in van
de Redder van de wereld: de Heer Jezus Christus.