Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘We zijn heel blij met de genade die God geeft, elke dag
weer. Ongelooflijk hoor.’

De bijzondere genade voor de ekklesia-Zijn lichaam is de
unieke hemelse bediening, die alleen door de brieven van
Paulus bekend wordt gemaakt. De bediening van genade
voor de hemelingen is iets, dat je nergens hoort. Toch wordt
het duidelijk uit wat hij schrijft. Dat houdt toch de toekomst
voor het lichaam van Christus in.

‘Het blijft een heel bijzonder iets, dat wij dat gaan doen daar.’

Daarom ziet Christus Jezus ook zo uit naar die completering, als
Hij met Zijn geliefde leden verenigd wordt. Een gebeuren, dat in
de geestelijke wereld met verbazing bekeken zal worden. Zoveel
licht, zoveel kracht, zoveel energie die dan vrijkomt. Alleen de
ontmoeting in de lucht met onze hemelse Heer zal al iets zijn zeg.
Heerlijk moet dat zijn, verenigd te zijn met ons Hoofd!

‘Ja Hij is al de Eersteling van de nieuwe schepping, en wij zullen
dan ervaren wat dat is: lijfelijk nieuwe schepselen te zijn.’

We komen dan in een dimensie die wij daarvoor niet kenden.
De ‘vierde dimensie’ zoals sommigen die noemen. In elk geval
zijn wij dan onderhevig aan andere wetmatigheden dan nu hier
op aarde. Het is bijna niet voor te stellen wat dat voor ons, voor
Christus Jezus en voor de hemelingen zal betekenen. We zijn
heel bijzonder gezegend en we beseffen dat te weinig. Laten we
ook vandaag danken voor het gezegend zijn met iedere geeste-
lijke zegen te midden van de hemelingen in Christus!

‘We zijn goed op de hoogte van de verschillen tussen de beide
evangeliën.’

Heel belangrijk, want het evangelie van de besnijdenis is niet
voor nu, maar voor straks als de ekklesia die Zijn lichaam is,
weggerukt is van de aarde. De Heer wacht op dat gebeuren en
wij ook. Hij zal dan compleet gemaakt worden en wij zijn al in
Hem compleet gemaakt. Nu geldt het evangelie van de voor-
huid (of: onbesnedenen). Dat is zo, want God riep Saulus om
dat evangelie te gaan prediken. Hij week daar niet van af.

‘Hij noemt het tot drie keer toe ‘mijn evangelie’ en ook ‘ons e-
vangelie’, als verschil met dat andere.’

Het evangelie van de genade van God is levend en krachtig en
is effectief om mensen te bevrijden van angst, slavernij aan
de zonde en de wet. Dat komt, omdat in dit evangelie bekend
wordt gemaakt, dat God alles bewerkt in overeenstemming
met de raad van Zijn wil. Dan blijkt, dat het niet van jou als
mens afhangt (zoals in religies), maar van Gód, die het doet.
In het evangelie staan God en Christus centraal en het is er tot
hun eer en verheerlijking.

‘Ja het is een geweldig evangelie. Geen speld tussen te krijgen.
De waarheid.’

Het is: niet uit de mens, niet uit werken, door geloof, het is Gods
naderingsgave, in Zijn genade, opdat niemand zich beroeme. Dat
is de boodschap en die valt niet te veranderen, want dan wijken we
af van de waarheid van het evangelie. Het kruis was niet voor niets.
Het open graf getuigt van een opgestane Heer, die nu verheerlijkt
is aan Gods rechter(hand) en zal uitwerken naar alle kanten toe.
Zoals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen
levendgemaakt worden!

‘Mooi, dat tweede deel in ‘geciteerd’ over de bazuinen van
Openbaring en de bazuin van 1 Thessalonicenzen 4.’

Er zijn opmerkelijke verschillen. Hoe langer je twee gedeelten
met elkaar vergelijkt, hoe meer je gaat zien dat het om twee to-
taal verschillende gebeurtenissen gaat. De zevende bazuin is
absoluut niet hetzelfde als de laatste bazuin(stoot) uit 1 Corin-
thiërs 15:52. De omstandigheden zijn zó anders, dat je eigenlijk
een hele grote duim moet hebben om dat in elkaar te kunnen
schuiven.

‘Hoe langer hoe meer wordt duidelijk, dat Openbaring spreekt
over de verlossing van Israël en de volkeren.’

Openbaring spreekt voor het overgrote deel over de gerichten,
die voorafgaan aan het begin van het aardse (aspect van) het
koninkrijk van God. Eerst de gerichten, dan komt de verlos-
sing, net zoals een zwangere vrouw eerst weeën heeft en daar-
na de verlossing. De bazuin die in 1 Thessalonicenzen 4 klinkt
(overdrachtelijk gesproken), is levenwekkend en heerlijkheid
gevend. De 7e bazuin van Openbaring wordt door een bood-
schapper geblazen, de laatste bazuin(stoot) door de Heer zelf.

‘Dat is zeer opmerkelijk: wie blaast? En we letten op de ver-
schijnselen die beschreven worden.’

Dat kun je niet ontkennen. Openbaring is heel duidelijk be-
doeld om de aardse gerichten te beschrijven, terwijl we ook
een blik in de hemel mogen werpen (Openbaring 4 en 5).
Het draait echter om het oordeel dat komt over Israël (eerst)
en de volkeren. Jeruzalem tegenover Babel. Wij hebben een
eerdere verwachting in Christus (Efeziërs 1:12) dan het volk
Israël. Bij Israël gaan de levende gelovigen eerst het konin-
krijk binnen en daarna komt er een opstanding. In 1 Thes-
salonicenzen 4 worden de gestorvenen in Christus eerst op-
gewekt, en pas daarna de levenden veranderd. Wij zullen
gezamenlijk en tegelijkertijd weggerukt worden tot een ont-
moeting met de Heer in lucht. Wat een gebeurtenis zal dat
zijn!

‘We hebben uitzicht gekregen, niet doordat wij iets pres-
teerden, maar door Zijn werk!’

Ja een groots uitzicht van genade en heerlijkheid. Nu al in
Christus Jezus ontvangen, straks in volheid als we het ook
lijfelijk ondervinden. Lijden wordt dan omgezet in alles o-
verstralende en overstijgende heerlijkheid. Met zeeën van
licht, de geest van God die ons totaal doordrenkt en vol doet
zijn van Hem en Zijn liefde.

‘Je kunt het nauwelijks bevatten, dat wij straks de hemelingen
zullen tonen wat Zijn genade inhoudt.’

We zijn een bijzonder uitgeroepen groep in Gods plan. Anderen
zijn geroepen voor een aardse bediening, zoals Israël voor de
volkeren op aarde in de toekomstige aioon, de 1000 jaren. We
laten daarmee exact Israël op de plaats staan die God haar geeft.
We hebben niets van doen met theologie, die Israël haar plaats
ontneemt en er de kerk of de gemeente voor in de plaats stelt.

‘We hebben geen enkel voorrecht als het gaat om de plaats van
Israël op aarde.’

En God heeft in Zijn wijsheid ons de hoge plaats boven, in Chris-
tus Jezus, te midden van de hemelingen geschonken. Met iedere
geestelijke zegening. Wat een heerlijkheid komt er naar ons toe
in bijvoorbeeld Efeziërs 1! Heerlijkheid, die groter is dan wij kun-
nen bidden of beseffen. In genade geredden, door geloof, en dat
niet uit jullie zelf, van God is de naderingsgave!

‘Het zijn hele boeiende, maar ook gevaarlijke tijden.’

Timotheüs wordt gewaarschuwd in de tweede brief, dat
in de laatste dagen de mensen zich leraars bijeenhalen
omdat hun gehoor gekieteld of gestreeld is en wordt door
die leraren. Maar de verkondigingen en de leringen wer-
ken intussen verwarrend en het neemt toe.

‘En de andere leraren leren wat afwijkt van de zuivere
genade, die wij in de brieven van Paulus tegenkomen.

Wij bespreken nu de Galatenbrief. Echt een aanrader voor
de evangelische gemeenschap in Nederland. Deze brief slaat
men over, wordt genegeerd, wordt niet besproken in aller-
lei bijbelstudies. Maar wat zuiver komt de genade van God
toch naar voren in deze brief! Alle reden om die te gaan be-
studeren en er (opnieuw) blij van te worden!